Operation Manual
186
3-3. Verstellen van de stoelen
■ Functie om stoelen in achterste stand terug te zetten gekoppeld aan het openen
van het portier
● Werkingscondities
Het contact staat AAN.
● Onderbreken van de beweging
Voer een van de volgende handelingen uit om het in de achterste stand zetten van
de stoelen te stoppen:
• Druk op toets SET, M of C (Blz. 195)
• Druk op een van de schakelaars voor de stoelverstelling
● Terugkeren van de stoel nadat het contact UIT is gezet
De stoel zal automatisch terugkeren naar de normale stand als u het portier opent
binnen ongeveer 45 seconden nadat het contact UIT gezet is.
■ Comfortstand (comfortsysteem)
● Werkingscondities
De comfortstand kan worden geactiveerd als het contact AAN staat. In de vol-
gende situaties kan de comfortstand echter niet worden geactiveerd, zelfs als de
schakelaar wordt bediend:
• Als op de voorpassagiersstoel het gewicht van een passagier of een zwaar
voorwerp wordt gesignaleerd.
• Als de veiligheidsgordel van de voorpassagiersstoel is vastgemaakt.
• Als het voorpassagiersportier is geopend. (De voorstoel kan niet naar voren
worden bewogen.)
● Werking nadat het contact UIT is gezet
Nadat het contact UIT is gezet, kan de stoel nog ongeveer 45 seconden met de
schakelaar van de comfortstand in de normale stand worden teruggezet.
● Uitschakelen van de functie om de stoelen
in de achterste stand te plaatsen
Druk op toets C om de functie om de stoe-
len in de achterste stand te zetten uit te
schakelen.
Het controlelampje gaat branden wanneer
de functie is uitgeschakeld.
Druk nogmaals op de toets om de functie
om de stoelen in de achterste stand te zet-
ten weer in te schakelen.