Operation Manual

176
3-3. Verstellen van de stoelen
WAARSCHUWING
Wanneer de verstelbare onderbeensteun voor de voorpassagier wordt gebruikt
(indien aanwezig)
Verstel de onderbeensteun voor de voorpassagier niet tijdens het rijden.
Als u dit wel doet, kan dit bij plotseling remmen of een aanrijding ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Ga niet op de onderbeensteun van de voorpassagiersstoel zitten.
Als u dit wel doet, zitten de veiligheidsgordels mogelijk niet goed, wat bij plotse-
ling remmen of een aanrijding ernstig letsel tot gevolg kan hebben.
Ga niet op de onderbeensteun voor de voorpassagier staan.
Als u dit wel doet, kan de onderbeensteun beschadigd raken of kunt u zelf door
een val ernstig letsel oplopen.
Berg de onderbeensteun voor de voorpassagier op wanneer u in of uit de auto
stapt of wanneer de onderbeensteun niet wordt gebruikt, om te voorkomen dat u
over de steun struikelt.
Zorg ervoor dat niemand zijn of haar handen of voeten onder de passagiersstoel
steekt wanneer u de onderbeensteun voor de voorpassagier opbergt.
OPMERKING
Bedienen van de voorpassagiersstoel vanaf de bestuurdersstoel of achterstoel
Controleer voordat u de stoel van de voorpassagier verstelt of er zich geen
bagage of andere voorwerpen op de stoel of in de voetenruimte bevinden die het
verstellen van de stoel kunnen bemoeilijken.
Door dergelijke voorwerpen moet u bij het verstellen mogelijk te veel kracht uitoe-
fenen, waardoor de stoel en/of de bagage beschadigd kunnen raken.
Voorkomen dat er een storing optreedt in de onderbeensteun voor de voorpas-
sagier (indien aanwezig)
Plaats geen voorwerpen in de voetenruimte van de voorpassagier die het
gebruik van de verstelbare onderbeensteun voor de voorpassagier kunnen
bemoeilijken.
Plaats geen zware voorwerpen op de verstelbare onderbeensteun voor de voor-
passagier.
Plaats geen voorwerpen onder de onderbeensteun voor de voorpassagier wan-
neer deze wordt gebruikt.
Mogelijk blijft er een voorwerp vastzitten dat schade kan veroorzaken als u de
onderbeensteun opbergt.