Operation Manual
169
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
WAARSCHUWING
■ Klembeveiliging
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorschriften kan ernstig letsel tot gevolg hebben.
● Steek geen lichaamsdelen in de opening om te proberen of de klembeveiliging
werkt.
● Het is mogelijk dat de klembeveiliging niet meer werkt als de achterklep bijna
gesloten is. Zorg ervoor dat uw vingers of andere zaken niet tussen de achter-
klep en de sponning komen.
● De vorm van het voorwerp dat klem komt te zitten, kan ertoe leiden dat de klem-
beveiliging niet werkt. Zorg ervoor dat uw vingers of andere zaken niet bekneld
raken.
OPMERKING
■ Voorkomen van storingen aan de bekrachtiging van de achterklepsluiting
Oefen geen kracht uit op de achterklep tijdens het automatisch sluiten.
■ Voorkomen van beschadiging van de elektrisch bedienbare achterklep
● Controleer voordat u de achterklep bedient of er geen bagage of sneeuw op de
achterklep ligt. Controleer bovendien of er geen ijs tussen de achterklep en de
sponning zit, waardoor de achterklep niet kan worden bediend. Wanneer er zich
te veel gewicht op de achterklep bevindt, kunnen bij het bedienen van de elek-
trisch bedienbare achterklep storingen optreden.
● Oefen tijdens de elektrische bediening geen kracht uit op de achterklep.