Operation Manual
165
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
■ Achterklepverlichting/bagageruimteverlichting
De achterklepverlichting/bagageruimteverlichting gaat branden als de achterklep
wordt geopend.
■ Bekrachtiging achterklepsluiting
Wanneer de achterklep nog enigszins geopend is, zal de bekrachtiging van de ach-
terklepsluiting deze automatisch volledig sluiten.
■ Functie die voorkomt dat de achterklep wordt vergrendeld terwijl de sleutel zich in
de bagageruimte bevindt (terwijl alle portieren zijn vergrendeld)
Als de achterklep wordt gesloten terwijl de elektronische sleutel zich in de bagage-
ruimte bevindt, klinkt een alarmsignaal. In dat geval kan de achterklep worden
geopend door op de knop van de achterklep te drukken.
■ Functie beveiliging tegen overbelasting
De achterklep zal niet geopend worden wanneer er zich te veel gewicht op de klep
bevindt.
■ Functie beveiliging tegen dichtvallen
Wanneer er tijdens het automatisch openen van de achterklep overmatige kracht op
de klep wordt uitgeoefend, stopt de beweging van de klep om te voorkomen dat
deze dichtvalt.
■ Klembeveiliging
Wanneer er tijdens het automatisch sluiten van de achterklep iets tussen de klep en
de sponning komt, stopt de beweging van de klep en gaat de klep vervolgens weer
open.
■ De mechanische sleutel gebruiken
De achterklep kan ook worden geopend met de mechanische sleutel. (Blz. 901)
■ Wanneer u een sleutel achterlaat bij een parkeerwachter
Blz. 128