Operation Manual
162
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
■ De mechanische sleutel gebruiken
De portieren kunnen ook worden vergrendeld en ontgrendeld met de mechanische
sleutel. (Blz. 900)
■ Als een verkeerde sleutel wordt gebruikt
De slotcilinder zal vrij kunnen draaien.
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde instellingen (bijvoorbeeld de ontgrendelfunctie met behulp van een sleu-
tel) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen Blz. 930)
WAARSCHUWING
■ Voorkom ongevallen
Neem bij het rijden met de auto de volgende voorschriften in acht.
Het niet in acht nemen van deze voorschriften kan ertoe leiden dat er per ongeluk
een portier wordt geopend en dat er iemand uit de auto valt, waardoor ernstig let-
sel kan ontstaan.
● Controleer of alle portieren volledig gesloten zijn.
● Trek tijdens het rijden niet aan de portiergreep.
Wees vooral voorzichtig bij de voorportieren. Deze portieren kunnen zelfs wor-
den geopend als de vergrendelknoppen in de stand vergrendeld staan.
● Activeer de kindersloten op de achterportieren als er kinderen achter in de auto
vervoerd worden.
■ Sluitsysteem portieren
Wanneer het portier nog enigszins geopend is, zal het sluitsysteem dit automatisch
volledig sluiten.
Als het kinderslot is geactiveerd, kan de werking van het sluitsysteem niet worden
onderbroken, ook niet bij een poging om het portier van binnenuit te ontgrende-
len. Zorg ervoor dat uw vingers of andere zaken niet tussen het portier en de
sponning komen. Anders kan er ernstig letsel ontstaan.
OPMERKING
■ Voorkomen van storingen aan het sluitsysteem
Open of sluit de portieren niet vaker dan nodig en oefen geen overmatige kracht
uit op een portier tijdens het automatisch sluiten.