Operation Manual

133
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
Feedbacksignalen
Por tieren:
De alarmknipperlichten knipperen om aan te geven dat de portieren zijn vergren-
deld/ontgrendeld. (Vergrendeld: eenmaal; ontgrendeld: tweemaal)
Ruiten en schuifdak:
Er klinkt een zoemer om aan te geven dat de ruiten en het schuifdak worden
bediend.
Beveiligingsfunctie
Als er niet binnen 30 seconden na het ontgrendelen van de auto een portier wordt
geopend, zorgt de beveiligingsfunctie ervoor dat de auto weer automatisch wordt
vergrendeld.
Verlichting Welcome Light-systeem
De parkeerlichten voor, de achterlichten en de kentekenplaatverlichting gaan in het
donker automatisch branden wanneer u de portieren ontgrendelt met de instap-
functie of de afstandsbediening als de lichtschakelaar in de stand AUTO staat.