Operation Manual

104
2. Instrumentenpaneel
*
1
: Deze lampjes gaan branden als het contact AAN wordt gezet om aan te geven
dat er een systeemcontrole wordt uitgevoerd. Ze gaan uit nadat het hybridesys-
teem is ingeschakeld of na enkele seconden. Er kan een storing in een systeem
aanwezig zijn als een lampje niet gaat branden of niet uitgaat. Laat uw auto con-
troleren door uw Lexus-dealer of erkende reparateur.
*
2
: Het lampje knippert om aan te geven dat het systeem in werking is.
*
3
: Het lampje gaat branden wanneer het systeem uitgeschakeld wordt. Het lampje
knippert sneller dan normaal om aan te geven dat het systeem in werking is.
*
4
: De controlelampjes in de buitenspiegels voor de BSM gaan branden in de vol-
gende situaties om de werking aan te geven:
Wanneer het contact AAN wordt gezet terwijl de hoofdschakelaar voor de
BSM is ingeschakeld.
Wanneer de hoofdschakelaar voor de BSM wordt ingeschakeld terwijl het
contact AAN is.
Als het systeem goed werkt, gaan de controlelampjes in de buitenspiegels voor
de BSM na een paar seconden uit.
Als de controlelampjes in de buitenspiegels voor de BSM niet gaan branden of
niet uitgaan, is er mogelijk een storing in het systeem.
Laat uw auto in dat geval direct controleren door uw Lexus-dealer of een
erkende reparateur.
Controlelampje
SNOW-modus
(Blz. 240)
*
4
(indien
aanwezig)
Controlelampjes in buiten-
spiegels voor BSM
(Blind Spot Monitor)
(Blz. 395)
*
1
Controlelampje
parkeerrem (Blz. 244)
*
1
Controlelampje
PASSENGER AIR
BAG (Blz. 53)
WAARSCHUWING
Als een waarschuwingslampje van een veiligheidssysteem niet gaat branden
Als een lampje van een veiligheidssysteem, zoals het antiblokkeersysteem of air-
bagsysteem, niet gaat branden als u het hybridesysteem start, kan dat betekenen
dat deze systemen niet beschikbaar zijn om u te beschermen in geval van een aan-
rijding, waardoor ernstig letsel zou kunnen ontstaan. Laat uw auto in dat geval
direct controleren door uw Lexus-dealer.