Operation Manual

98
1-6. Antidiefstalsysteem
Alarm
Het alarm klinkt en de lampjes knipperen wanneer iemand zich ongeoorloofd
toegang tot het interieur verschaft.
Activeren van het alarm
Wanneer het alarmsysteem is ingeschakeld, wordt het alarm onder de
volgende omstandigheden geactiveerd:
Een vergrendeld portier of de achterklep wordt ontgrendeld zonder
gebruik te maken van de instapfunctie of de portiervergrendelings-
functie van de afstandsbediening.
De motorkap wordt geopend.
De inbraaksensor signaleert een beweging in de auto. (Iemand
dringt de auto binnen.)
Inschakelen van het alarmsysteem
Sluit de wegklapbare hardtop.
Sluit en vergrendel de portieren,
de bagageruimte en de motor-
kap met de instapfunctie of de
afstandsbediening.
Het systeem schakelt zichzelf
automatisch in na 30 seconden.
Het systeem is ingeschakeld
zodra het controlelampje niet
meer constant brandt maar knip-
pert.