Operation Manual
91
1-5. Tanken
1
Voor het rijden
WAARSCHUWING
■ Brandstof tanken
Neem bij het tanken de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
● Raak de auto of een ander metalen oppervlak aan om eventueel aanwezige statische
elektriciteit af te voeren.
Vonken als gevolg van statische elektriciteit kunnen brandstofdampen tot ontbran-
ding brengen.
● Pak de tankdop bij de greep vast en draai hem langzaam los.
Tijdens het losdraaien van de tankdop kan er een sissend geluid hoorbaar zijn. Wacht
tot het geluid verdwenen is alvorens de tankdop te verwijderen.
Bij hoge buitentemperaturen kan er brandstof uit de vulpijp spuiten, waardoor letsel
kan ontstaan.
● Zorg ervoor dat er niemand die de eventueel aanwezige statische elektriciteit van
zijn lichaam niet heeft afgevoerd, in de buurt van een niet afgesloten brandstoftank
komt.
● Adem de brandstofdampen niet in.
Brandstof bevat stoffen die schadelijk zijn als ze worden ingeademd.
● Rook niet tijdens het tanken.
Als u dat wel doet, kan er brand ontstaan.
● Keer niet naar de auto terug als u statisch geladen bent.
Statische elektriciteit kan vonkvorming en daarmee brand veroorzaken.
■ Vervangen van de tankdop
Vervang de tankdop uitsluitend door een originele Lexus-tankdop die speciaal voor uw
auto ontwikkeld is. Als u een andere tankdop gebruikt, kan er brand ontstaan of kunnen
er andere problemen optreden waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
OPMERKING
■ Ta n ke n
Mors geen brandstof tijdens het tanken.
Het morsen van brandstof kan schade aan de auto veroorzaken, zoals het slecht functi-
oneren van de emissieregeling of beschadiging van de onderdelen van het brandstof-
systeem of van de lak.