Operation Manual
5
475
5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
OPMERKING
■ Rijd niet door als de auto een lekke band heeft.
Blijf niet doorrijden als de auto een lekke band heeft.
Zelfs als er over een korte afstand met een lekke band wordt doorgereden, kunnen
band en velg zodanig beschadigd worden dat reparatie niet meer mogelijk is.
■ Rijd voorzichtig over oneffenheden in het wegdek heen als het compacte reserve-
wiel onder de auto gemonteerd is.
De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is gemonteerd dan wanneer
er gereden wordt met de standaardbanden. Wees voorzichtig bij het rijden over slechte
wegen.
■ Rijden met sneeuwkettingen en het compacte reservewiel
Monteer geen sneeuwketting op het compacte reservewiel.
De sneeuwketting kan de carrosserie beschadigen en het rijgedrag in negatieve zin
beïnvloeden.
■ Bij het vervangen van banden (auto's met waarschuwingssysteem bandenspanning)
Neem voor het verwijderen en plaatsen van velgen, banden of bandenspanningssenso-
ren contact op met een Lexus-dealer of erkende reparateur omdat de sensoren
beschadigd kunnen raken als er niet voorzichtig mee omgegaan wordt.
■ Om schade aan de bandenspanningssensoren en zenders te voorkomen (auto's met
waarschuwingssysteem bandenspanning)
Als een band is gerepareerd met de bandenreparatieset, werken de bandenspannings-
sensoren en zenders mogelijk niet goed. Vervang de bandenspanningssensor en zen-
der wanneer u een band vervangt die is gerepareerd met een bandenreparatieset.