Operation Manual

46
1-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
Vergrendelen van de portieren van buitenaf zonder gebruik te maken van
een sleutel
Zet de vergrendelknop in de stand vergrendeld.
Sluit het portier met de portiergreep uitgetrokken.
Het portier kan niet worden vergrendeld als het contact in stand ACC of
AAN staat of als de elektronische sleutel zich in de auto bevindt.
Afhankelijk van de positie van de elektronische sleutel, wordt de sleutel mogelijk
niet door het systeem gesignaleerd, waardoor het portier wellicht vergrendeld
wordt.
Systemen voor automatisch vergrendelen en ontgrendelen van portieren
De volgende functies kunnen ingesteld of geannuleerd worden:
Functie Onderhoudstips
Functie koppeling van
stand selectiehendel aan
portiervergrendeling
Beide portieren worden vergrendeld wanneer u
de selectiehendel uit stand P zet en de motor
draait.
Functie koppeling van
stand selectiehendel aan
portierontgrendeling
Beide portieren worden ontgrendeld wanneer u
de selectiehendel in stand P zet en het contact
AAN is.
Functie koppeling van rij-
snelheid aan portierver-
grendeling
Beide portieren worden vergrendeld wanneer de
rijsnelheid ongeveer 20 km/h of hoger is.
Functie koppeling van
bestuurdersportier aan
portierontgrendeling
Beide portieren worden ontgrendeld wanneer u
het bestuurdersportier opent binnen 10 secon-
den nadat het contact UIT is gezet.
STAP 1
STAP 2