Operation Manual

5
451
5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
daarna nog niet is vastgemaakt, laat de zoemer gedurende 90 seconden een ander
geluid horen.
Als het motorcontrolelampje tijdens het rijden gaat branden
Het motorcontrolelampje zal gaan branden als de brandstoftank helemaal leeg is. Vul
onmiddellijk brandstof bij als de brandstoftank leeg is. Het motorcontrolelampje gaat na
een aantal ritten uit.
Laat het systeem nakijken door een Lexus-dealer of erkende reparateur als het motor-
controlelampje niet dooft.
Waarschuwingslampje elektrische stuurbekrachtiging
Wanneer de accuspanning laag is of tijdelijk daalt, kan het waarschuwingslampje elek-
trische stuurbekrachtiging gaan branden.
Detectiesensor voorpassagier en waarschuwingssysteem en waarschuwingszoemer
veiligheidsgordel
Als er bagage wordt geplaatst op de passagiersstoel kan de detectiesensor het
waarschuwingslampje laten knipperen en de waarschuwingszoemer laten klinken,
ook al zit er niemand op de passagiersstoel.
Als er op de stoel een kussen wordt geplaatst, werkt de sensor wellicht niet goed,
waardoor ook het waarschuwingslampje niet goed werkt.
Als het waarschuwingslampje voor lage bandenspanning gaat branden
Controleer de bandenspanning en breng het op het juiste niveau. Het waarschuwings-
lampje voor lage bandenspanning gaat niet uit als op de resetknop van het waarschu-
wingssysteem voor lage bandenspanning wordt gedrukt.
Het waarschuwingslampje voor lage bandenspanning kan gaan branden door een
natuurlijke oorzaak
Het waarschuwingslampje voor lage bandenspanning kan gaan branden door een
natuurlijke oorzaak, zoals het onvermijdelijke spanningsverlies dat op den duur
optreedt of een veranderde bandenspanning die veroorzaakt wordt door temperatuur-
veranderingen. In dat geval zal het waarschuwingslampje (na een paar minuten) uit-
gaan als de banden weer op de juiste spanning gebracht zijn.
Als een wiel is vervangen door een reservewiel
Het compacte reservewiel is niet voorzien van een bandenspanningssensor en zender.
Bij een lekke band zal het waarschuwingslampje lage bandenspanning niet uitgaan, ook
al is het wiel met de lekke band vervangen door het reservewiel. Vervang het reserve-
wiel door het wiel met de gerepareerde band en breng de band op de juiste spanning.
Het waarschuwingslampje lage bandenspanning zal na een paar minuten uitgaan.