Operation Manual

43
1
1-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
Voor het rijden
Afstandsbediening
Feedbacksignalen
De alarmknipperlichten knipperen om aan te geven dat de portieren worden vergren-
deld/ontgrendeld. (Vergrendeld: één keer; ontgrendeld: twee keer)
Ruiten: Er klinkt een zoemer om aan te geven dat de ruiten bediend worden.
Zoemer portierslot
Als een portier niet geheel gesloten is, klinkt er een zoemer als geprobeerd wordt de
portieren te vergrendelen. Sluit het portier geheel om de zoemer uit te schakelen en
vergrendel de portieren opnieuw.
Alarm
Wanneer u alle portieren door middel van de afstandsbediening vergrendelt, wordt het
alarmsysteem ingeschakeld.
Levensduur batterij elektronische sleutel
Blz. 35
Veiligheidsfunctie
Blz. 37
De afstandsbediening kan worden gebruikt om de portieren en de achterklep
van buitenaf te vergrendelen en te ontgrendelen.
Vergrendelen van beide
portieren
Ontgrendelen van beide
portieren
Openen van de ruiten
(ingedrukt houden)
*
Ontgrendelen van de
achterklep
(ingedrukt houden)
*: Dit moet door een Lexus-dealer of
erkende reparateur worden inge-
steld.