Operation Manual
386
4-3. Zelf onderhoud en controles uitvoeren
Plaatsen van bandenspanningssensoren en zenders
Bij het vervangen van banden of velgen moeten de bandenspanningssenso-
ren en zenders ook worden gemonteerd.
Als er nieuwe bandenspanningssensoren en zenders gemonteerd worden,
moeten de identificatiecodes van deze componenten worden geregistreerd
in de ECU van het waarschuwingssysteem voor de bandenspanning en
moet het systeem worden geïnitialiseerd. Laat de identificatiecodes van ban-
denspanningssensoren en zenders registreren door een Lexus-dealer of
erkende reparateur. (Blz. 388)
Initialiseren van waarschuwingssysteem bandenspanning
■ Het waarschuwingssysteem voor de bandenspanning moet worden
geïnitialiseerd in de volgende omstandigheden:
● Als de bandenspanning gewijzigd wordt omdat de rijsnelheid of de
belading verandert.
● Als de bandenmaat wordt aangepast.
Als het waarschuwingssysteem voor lage bandenspanning geïnitialiseerd
wordt, wordt de actuele bandenspanning als referentiespanning
beschouwd.