Operation Manual

198
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
WAARSCHUWING
Vóór het gebruik van de adaptieve cruise control
Vertrouw niet blindelings op de afstandsregeling.
Wees u bewust van de ingestelde rijsnelheid. Regel zelf de snelheid bij door te remmen,
gas te geven, enz. als de deceleratie/acceleratie die het systeem verzorgt niet toerei-
kend is om de afstand tot de voorligger te regelen.
Onbedoeld inschakelen van de adaptieve cruise control voorkomen
Laat de toets ON-OFF in de stand OFF staan als de cruise control niet in gebruik is.
Situaties die niet geschikt zijn voor gebruik van de adaptieve cruise control
Gebruik de adaptieve cruise control niet in de volgende situaties.
Als u dat wel doet, wordt de snelheid op een onjuiste manier geregeld, waardoor ern-
stig letsel kan ontstaan.
In druk verkeer
Op wegen met scherpe bochten
Op slingerende wegen
Op door regen, ijs of sneeuw gladde wegen
Op steile afdalingen of bij afwisselend sterk dalende en sterk stijgende wegen
Op invoegstroken van autosnelwegen
Als de weersomstandigheden zo slecht zijn dat ze een juiste werking van de senso-
ren onmogelijk zouden kunnen maken (mist, sneeuw, zandstorm, enz.)
Als de zoemer vaak geluid maakt
Wanneer uw auto een aanhangwagen of iets dergelijks trekt