Operation Manual

189
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
Selecteren van de conventionele
snelheidsregeling
Schakel het systeem in met de
toets ON-OFF.
Druk nogmaals op de toets om
deze functie uit te schakelen.
De afstandsregeling wordt altijd
als standaard regelfunctie gese-
lecteerd als het contact AAN
wordt gezet.
Overschakelen naar een con-
stante snelheidsregeling.
(Ongeveer een seconde inge-
drukt houden.)
Rijden in de geselecteerde cruise control-stand
Accelereer of decelereer naar de
gewenste snelheid en druk de
hendel naar beneden om de snel-
heid op te slaan.