Operation Manual

184
2-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Schakelaar koplampsproeiers
De koplampsproeiers kunnen worden bediend als
Het contact AAN staat en de lichtschakelaar AAN staat.
Werking in combinatie met de ruitensproeiers
Als het contact AAN staat en de koplampen branden, worden de koplampsproeiers
één keer geactiveerd. (Blz. 179)
OPMERKING
Als het sproeierreservoir leeg is
Gebruik deze functie niet als het sproeierreservoir leeg is. Anders kan de sproeier-
pomp oververhit raken.
De koplampen kunnen worden gereinigd door ruitensproeiervloeistof op de
koplampen te spuiten.
Druk op de toets om de koplam-
pen te reinigen.
: Indien aanwezig