Operation Manual
180
2-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Sproeien en wissen
Ruitenwissers schakelen automa-
tisch in. (Na enkele slagen volgt
een pauze en maken de wissers
nog een slag om de laatste drup-
pels te verwijderen.)
Ruitenwissers met regensensor
Als is geselecteerd, beginnen de ruitenwissers automatisch te wis-
sen als de sensor signaleert dat het regent. De wissnelheid wordt automa-
tisch afgestemd op de hoeveelheid neerslag en de rijsnelheid.
De stand van de ruitenwisser wordt geselecteerd door de schakelaarring
als volgt te bewegen. Wanneer is geselecteerd, kan ook de sen-
sorgevoeligheid worden ingesteld:
Uit
Stand AUTO
Lage snelheid
ruitenwissers
Hoge snelheid
ruitenwissers
Enkele slag