Operation Manual
164
2-2. Instrumentenpaneel
De naald kan naar de gewenste snelheid of het gewenste toerental worden
geplaatst door binnen 6 seconden op
of te drukken, waarna het contro-
lelampje weer AAN gezet kan worden door op de toets ON/OFF te druk-
ken.
Door de schakelaar ingedrukt te houden, verandert de ingestelde waarde snel-
ler.
Als de navigatieschakelaar gedurende enige tijd niet wordt bediend, wordt op
het multi-informatiedisplay het vorige scherm weergegeven.
De gele indicator gaat branden om aan te geven dat de gewenste snelheid is
ingesteld.
STAP 2