Operation Manual

151
2-1. Rijprocedures
2
Tijdens het rijden
Automatische transmissie
Kies een schakelstand die past bij de rijomstandigheden.
Bedienen van de selectiehendel
Trap, terwijl het contact AAN staat, het rempedaal in en verplaats
de selectiehendel.
Gebruik van de schakelstand
*
1
: In stand D kiest het systeem de voor de rijomstandigheden meest geschikte
versnelling. Zet de selectiehendel onder normale rijomstandigheden in
stand D.
*
2
: Door schakelbereiken in stand S te kiezen wordt de bovengrens van de
mogelijke versnellingen beperkt, de motorremwerking geregeld en onnodig
opschakelen voorkomen.
Schakelstand Functie
P Parkeren van de auto of starten van de motor
R Achteruit
N Neutraalstand
D Normaal rijden*
1
S Rijden in stand S*
2
(Blz. 154)