Operation Manual
142
2-1. Rijprocedures
WAARSCHUWING
■ Bij stilstaande auto
● Trap het gaspedaal niet plotseling in.
Als de transmissie in een andere stand dan P of N staat, kan de auto onverwacht in
beweging komen, waardoor er een aanrijding kan ontstaan.
● Laat de motor niet langdurig stationair draaien.
Als dat niet anders kan, parkeer de auto dan op een open plek en zorg ervoor dat er
geen uitlaatgassen in het interieur terecht kunnen komen.
● Om te voorkomen dat er een aanrijding ontstaat doordat de auto wegrolt, moet u
altijd het rempedaal intrappen wanneer de motor draait en moet u indien nodig de
parkeerrem activeren.
● Trap tijdens het stilstaan op een helling het rempedaal in en activeer indien nodig de
parkeerrem om te voorkomen dat de auto voor- of achteruit rolt en een aanrijding
veroorzaakt.
● Voorkom dat de motor met een te hoog toerental draait.
Als de motor met een te hoog toerental draait terwijl de auto stilstaat, kan het uitlaat-
systeem oververhit raken en kan er brand ontstaan als er brandbare materialen in de
buurt zijn.