Operation Manual
134
1-7. Veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING
■ Het correct vastzetten van het baby- of kinderzitje aan de bevestigingspunten
Controleer bij het gebruik van de onderste bevestigingspunten of er geen vreemde
voorwerpen rond de bevestigingspunten aanwezig zijn en of de gordel niet klem zit
achter het baby- of kinderzitje. Controleer of het baby- of kinderzitje goed vastzit. Als
het zitje niet stevig vastzit, kan het kind of een andere passagier bij hard remmen, een
uitwijkmanoeuvre of een ongeval letsel oplopen.
OPMERKING
■ Bij het gebruik van een bevestigingspunt
Om beschadiging te voorkomen, mag het klepje niet te ver worden geopend.