Operation Manual

133
1-7. Veiligheidsinformatie
1
Voor het rijden
WAARSCHUWING
Als er een baby- of kinderzitje geplaatst wordt
Als er speciale regels zijn met betrekking tot baby- en kinderzitjes in het land waar u
verblijft, neem dan contact op met uw Lexus-dealer om de baby- en kinderzitjes te
laten plaatsen.
Controleer als er een zitkussen geplaatst is altijd of de schoudergordel over het mid-
den van de schouder van het kind loopt. De gordel mag niet langs de nek van het kind
lopen maar mag ook niet van de schouder van het kind vallen. Als de gordel niet
goed over de schouder ligt, kan het kind bij plotseling remmen, een uitwijkmanoeu-
vre of een aanrijding ernstig letsel oplopen.
Laat kinderen niet met de veiligheidsgordel spelen. Als de gordel om de nek van het
kind draait, kan het kind stikken of ernstig letsel oplopen.
Als dit gebeurt en de gordelsluiting niet kan worden losgemaakt, moet de veiligheids-
gordel met een schaar worden doorgeknipt.
Let erop dat de hoofdsteunen achter niet naar voren zijn geklapt.
Controleer of de gesp goed in de gordelsluiting valt en of de gordel niet gedraaid is.
Trek aan het zitje en druk het verschillende kanten op om te controleren of het goed
vastzit.
Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de gebruiksaanwijzing van de
fabrikant.
Gebruik nooit een tegen de rijrichting in
geplaatst baby- of kinderzitje op de passa-
giersstoel als de aan/uit-schakelaar voor de
passagiersairbag AAN staat. (Blz. 135)
Een waarschuwingslabel aan de zijkant van
het dashboard aan de zijde van de passagier
herinnert u eraan op deze stoel geen tegen
de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje
te plaatsen.