Operation Manual

109
1-7. Veiligheidsinformatie
1
Voor het rijden
Als de airbags geactiveerd worden (zich vullen)
Het contact met een geactiveerde airbag kan leiden tot kneuzingen en schaafwon-
den.
Er is een luide knal hoorbaar en er komt wit poeder vrij.
Gedurende enkele minuten na het activeren van de airbags kunnen de onderdelen
(stuurwiel, dashboard) en de voorstoelen nog heet zijn. De airbag zelf kan ook heet
zijn.
De voorruit kan barsten.
Voorwaarden voor activering van de airbag (airbags voor)
De airbags vóór worden pas geactiveerd als een bepaalde drempelwaarde wordt
overschreden (vergelijkbaar met een frontale aanrijding met een snelheid van
ongeveer 20 - 30 km/h tegen een voorwerp dat niet kan bewegen of vervormen).
De drempelsnelheid kan echter veel hoger liggen als iets dat kan bewegen en/of ver-
vormen (geparkeerde auto, lantaarnpaal) wordt geraakt of als u betrokken raakt bij
een ongeval waarbij de neus van de auto onder een vrachtwagen terechtkomt.
In bepaalde gevallen, bij aanrijdingen waarbij de deceleratie in voorwaartse richting
dicht bij de drempelwaarde ligt, kan het gebeuren dat de airbags vóór en de gordel-
spanners niet gelijktijdig worden geactiveerd.
Voorwaarden voor activering van de airbag (side airbags)
De side airbags worden pas geactiveerd als een bepaalde drempelwaarde wordt over-
schreden (vergelijkbaar met een aanrijding met een snelheid van ongeveer 20 - 30
km/h met een ongeveer 1.500 kg wegend voertuig, komend vanuit een richting die
haaks staat op de positie van de auto).