Operation Manual

100
1-6. Antidiefstalsysteem
Onderhoud systeem
De auto is voorzien van een onderhoudsvrij alarmsysteem.
Zaken die gecontroleerd moeten worden alvorens de auto te vergrendelen
Controleer onderstaande zaken om ongewild activeren van het alarm en diefstal te
voorkomen.
Er is niemand in de auto.
De ruiten en de wegklapbare hardtop zijn gesloten voordat het alarm wordt inge-
schakeld.
Er zijn geen waardevolle spullen of persoonlijke zaken in de auto achtergebleven.
Activeren van het alarm
Het alarm wordt in de volgende gevallen mogelijk geactiveerd.
Het alarmsysteem wordt door het stoppen van het alarm uitgeschakeld.
De portieren of de achterklep worden
ontgrendeld met behulp van de mechani-
sche sleutel.
Een persoon in de auto opent een portier,
de achterklep of de motorkap.
De accu wordt opgeladen of vervangen
terwijl de auto vergrendeld is.