Operation Manual
99
1-6. Antidiefstalsysteem
1
Voor het rijden
Inbraaksensor (indien aanwezig)
De inbraaksensor signaleert een indringer of een beweging in de auto. Het
alarm wordt geactiveerd wanneer een beweging of een indringer wordt
gesignaleerd.
Dit systeem is ontworpen om diefstal te voorkomen, maar een optimale
beveiliging tegen elke vorm van inbraak kan niet worden gegarandeerd.
Zie voor meer informatie “Alarm”.
Uitschakelen van de inbraaksensor (indien aanwezig)
De werking van de inbraaksensor kan worden uitgeschakeld met de naviga-
tieschakelaars. (
Blz. 338)
■ Deactiveren of uitschakelen van het alarm
Voer een van de onderstaande handelingen uit om het alarm te deacti-
veren of uit te schakelen.
● Ontgrendel de portieren of de achterklep met de instapfunctie of
met de afstandsbediening.
● Zet het contact in stand ACC of AAN of start de motor. (Het alarm
zal na enkele seconden worden gedeactiveerd of uitgeschakeld.)