Gebruikershandleiding Z65n Color Jetprinter™ Gebruikershandleiding December 2001 www.lexmark.
Veiligheidsvoorschriften • Gebruik alleen de bij dit product geleverde Lexmark netvoeding of een goedgekeurd vervangend Lexmark onderdeel. • Sluit het netsnoer aan op een goed toegankelijk stopcontact in de buurt van het product. • Neem contact op met een professionele onderhoudstechnicus voor onderhoud en reparaties die niet in deze handleiding worden beschreven.
Inhoud Informatie over de printer ................................................. 1 Printeronderdelen ..........................................................................1 Printerinstellingen opgeven met de printersoftware ......................2 Afdrukken naar wens met de software ..........................................4 Afdrukken via netwerk voorbereiden ............................... 5 Controlelijst voor afdrukken via netwerk ........................................
Afdrukken vanuit papierlade 1 ....................................... 23 Afdrukken vanuit papierlade 2 ....................................... 25 Afdrukken ......................................................................... 27 Digitale foto's afdrukken op fotokaarten (Windows) ....................28 Controlelijst voor het oplossen van problemen ........... 31 Problemen met instellen van de printer oplossen ........ 33 Register ..........................................................................
Informatie over de printer Printeronderdelen Afdrukken is nog eenvoudiger geworden. De printer kan automatisch de inktcartridges uitlijnen en de papiersoort vaststellen die in papierlade 1 is geplaatst. Papierlade 1 (voorkant) • Open deze om papier met aangepast formaat, normaal inkjetpapier of speciaal papier voor speciale projecten te plaatsen.
Aansluiting voor USB-kabel Aansluiting voor Ethernet-kabel Netwerkverbindingslampje • Als dit lampje continu brandt, is het netwerk correct aangesloten. • Wanneer het lampje knippert, worden er gegevens overgedragen via het netwerk. Lampje voor netwerkverbindingssnelheid • Als dit lampje brandt, worden er gegevens overgedragen via het netwerk met een snelheid van 100 Mbps.
Dialoogvensters Afdrukken en Pagina-instelling. (Macintosh) Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken. Open het gewenste bestand en klik op Bestand Pagina-instelling. Opmerking: Afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem kunnen de vensters die verschijnen enigszins afwijken van de afgebeelde vensters.
Afdrukken naar wens met de software Met Lexmark Z65 Printeroplossingen (Windows), Lexmark Z65 Printerbeheer (Mac OS 8.6 tot 9.
Afdrukken via netwerk voorbereiden Tijdens de configuratie van de netwerkprinter wijst u een naam en een uniek netwerkadres (IP-adres) toe aan de printer zodat met netwerkcomputers kan worden afgedrukt op de printer. U kunt als volgt de configuratie van de netwerkprinter voorbereiden: 1 Volg de procedure in de installatiehandleiding om de printer te verbinden met het netwerk via een Ethernet-kabel (RJ-45).
Macintosh: Het netwerkprotocol TCP/IP wordt uitgevoerd op alle netwerkcomputers waarmee u wilt afdrukken op de printer. Raadpleeg de documentatie waarmee u het netwerk hebt ingesteld, de Help bij Macintosh of een netwerkbeheerder. Zorg dat u de documentatie bij de hand hebt waarmee u het netwerk hebt ingesteld of een netwerkbeheerder kunt raadplegen. Het is nuttig te weten hoe IP-adressen worden toegewezen in de netwerkomgeving.
Netwerkprinter configureren (Windows) De printersoftware biedt ondersteuning voor automatische configuratie van de netwerkprinter in een UPnP-netwerkomgeving (Universal Plug and Play) en een ICS-netwerkomgeving (Internet Connection Sharing) met TCP/IP. UPnP-netwerkomgevingen leveren automatisch eigen IP-adressen in het bereik 169.254.x.x. ICS-netwerkomgevingen leveren automatisch eigen IP-adressen in het bereik 192.168.x.x.
4 Als dit wordt gevraagd, volgt u de aanwijzingen in de vensters om de cartridges te installeren en uit te lijnen. 5 Klik in het venster Het instellen van de printer is voltooid op Testpagina om een testpagina af te drukken op de netwerkprinter. 6 Klik op Voltooien om de installatie van de printersoftware te voltooien. Netwerkprinter handmatig configureren 1 Klik op Selecteren in het venster Zoekresultaten: Er is geen printer aangesloten.
3 Selecteer de niet-geconfigureerde printer in het overzicht in het venster Lexmark Netwerkconfiguratie op basis van het MAC-adres. Zie "MAC-adres van de printer vaststellen" op pagina 6 voor meer informatie. – – Zie "Externe netwerkprinter toevoegen" op pagina 10 als de printer niet wordt weergegeven en zich op een extern subnet bevindt. Zie "Printers zoeken die niet in het overzicht voorkomen" op pagina 13 als de printer niet wordt weergegeven en u de oorzaak hiervan niet kent. a Klik op Configureren.
f Selecteer de printerpoort in het overzicht in het venster voor de printerinstallatie. Klik op Volgende om door te gaan met de installatie van de printersoftware. Opmerking: Alleen de geselecteerde printer wordt volledig geïnstalleerd. Zie "Extra printers uit het overzicht installeren" op pagina 10 als u andere geconfigureerde printers wilt installeren. 4 Als dit wordt gevraagd, volgt u de aanwijzingen in de vensters om de cartridges uit te lijnen.
2 Klik op Printer toevoegen in het venster Lexmark Netwerkconfiguratie. 3 Voer een van de volgende stappen uit in het venster Toevoegen: – – Selecteer Eén nieuwe printer en voer het IP-adres van de externe netwerkprinter in die u al hebt geconfigureerd. Zo voegt u slechts één printer toe aan het overzicht. Selecteer Er zijn meerdere nieuwe printers en voer het IP-adres van het externe subnet in. Alle beschikbare printers worden aan het overzicht toegevoegd, waaronder de niet-geconfigureerde printers.
6 Selecteer de printer in het overzicht. De printer moet worden weergegeven met het juiste IP-adres en een poortnaam. De naam van de printerpoort is een combinatie van het printermodel en de laatste zes tekens van het MAC-adres. – – Als de printer wordt weergegeven als , moet u stap 3-a op pagina 9 tot en met stap 6 op pagina 10 uitvoeren.
Instellingen voor de netwerkprinter bekijken Als de software is geïnstalleerd op de netwerkcomputer, kunt u: • Naam, IP-adres en MAC-adres van de printer weergeven. • Gegevens voor het IP-adres wijzigen. • Informatie over de printerstatus bekijken, zoals de papiersoort in papierlade 1 en de inktvoorraden. Zie "Afdrukken naar wens met de software" op pagina 4 voor meer informatie.
Netwerkprinter configureren (Macintosh) TCP/IP moet worden uitgevoerd op alle netwerkcomputers waarmee u wilt afdrukken op de netwerkprinter. In de printersoftware wordt voor Macintosh-netwerkomgevingen die TCP/IP gebruiken de automatische toewijzing van IP-adressen binnen het volgende bereik ondersteund: • 169.254.0.0 tot en met 169.254.255.255 • 10.0.0.0 tot en met 10.255.255.255 • 192.168.0.0 tot en met 192.168.255.255 • 172.16.0.0 tot en met 172.31.255.
Weergave: Situatie: Actie: Er worden meerdere Lexmark Z65n printers weergegeven in het venster Printer selecteren Met de printersoftware zijn meerdere Lexmark Z65n printers gevonden op het netwerk. Ga als volgt te werk wanneer de printer wordt weergegeven met een IP-adres: 1 Selecteer de printer in het overzicht. U hebt het MAC-adres nodig om de juiste printer te selecteren. Zie "MAC-adres van de printer vaststellen" op pagina 6 voor meer informatie.
4 Gebruik de procedure voor het betreffende besturingssysteem: Mac OS 8.6 tot 9.2 Als dit wordt gevraagd, volgt u de aanwijzingen in het venster om de cartridges te installeren en uit te lijnen. Mac OS X versie 10.0.3 tot 10.1 1 Klik op Print Center openen in het venster Printer selecteren. Het printeroverzicht wordt weergegeven. 2 Wanneer de printer wordt weergegeven, gaat u door met stap 3.
Extra printers uit het overzicht installeren Gebruik de procedure voor het betreffende besturingssysteem om de extra printers te installeren: Mac OS 8.6 tot 9.2 Mac OS X versie 10.0.3 tot 10.1 1 Klik op het Apple-menu en kies Regelpanelen Lexmark Z65 Printerbeheer. Het venster Printer selecteren verschijnt. 2 Selecteer de volgende printer die u wilt installeren in de lijst en klik op Selecteren. 3 Klik in Printerbeheer op het sluitvak om de installatie van de printersoftware te voltooien.
2 Voer in het venster Netwerkprinter configureren het IP-adres in dat u wilt toewijzen aan de printer en klik op OK. Opmerking: Het IP-adres moet uniek zijn en mag niet worden gebruikt voor een ander apparaat dat is aangesloten op het netwerk. 3 Als dit wordt gevraagd, volgt u de aanwijzingen in de vensters om de cartridges te installeren en uit te lijnen. 4 Klik in het venster Het instellen van de printer is voltooid op Testpagina om een testpagina af te drukken op de netwerkprinter.
2 Voer in het venster Netwerkprinter configureren het IP-adres in dat u wilt toewijzen aan de printer en klik op OK. 3 Selecteer de volgende niet-geconfigureerde printer in het overzicht in het venster Printer selecteren. Herhaal stap 1 en stap 2 tot alle printers in het overzicht zijn geconfigureerd. 4 Selecteer de printer waarnaar u wilt afdrukken in het overzicht in het venster Printer selecteren. 5 Klik op Selecteren om verder te gaan met de installatie van de printersoftware.
Externe netwerkprinter toevoegen Een extern subnet is een ander netwerk dat is verbonden met het netwerk. Ga als volgt te werk wanneer de printer is aangesloten op een extern subnet in plaats van het lokale subnet: 1 Wanneer de externe netwerkprinter al is geconfigureerd, gaat u door met stap 2. Als de externe netwerkprinter niet is geconfigureerd, doet u het volgende: a Configureer de printer volgens de procedure op pagina 14 vanaf een computer op hetzelfde subnet als de externe printer.
4 Selecteer de externe printer in het overzicht in het venster Printer selecteren. 5 Klik op Selecteren om verder te gaan met de installatie van de printersoftware. 6 Gebruik de procedure voor het betreffende besturingssysteem: Mac OS 8.6 tot 9.2 Als dit wordt gevraagd, volgt u de aanwijzingen in het venster om de cartridges te installeren en uit te lijnen. Mac OS X versie 10.0.3 tot 10.1 1 Klik op Print Center openen in het venster Printer selecteren. Het printeroverzicht wordt weergegeven.
b Klik op Installeren en instemmen wanneer het installatievenster voor de Lexmark printersoftware verschijnt. Aangezien de printer al is geconfigureerd voor het netwerk, wordt de software-installatie automatisch voltooid. Opmerking: Als er meer dan één beschikbare geconfigureerde printer wordt gevonden, verschijnt het venster Printer selecteren. Selecteer de printer in het overzicht en klik op Selecteren om door te gaan met de installatie van de printersoftware.
Afdrukken vanuit papierlade 1 U kunt vanuit papierlade 1 op elke ondersteunde papiersoort afdrukken, zoals normaal papier, coated papier, fotopapier, glossy papier, transparanten, enveloppen, etiketten, opstrijktransfers of bannerpapier. Het papier moet aan de volgende afmetingen voldoen: Breedte: 76,2 tot 279 mm Lengte: 127 tot 558 mm voor Windows 127 tot 459,5 mm voor Macintosh Opmerking: Bannerpapier mag langer zijn.
– Controleer of u het papier niet te ver in de printer hebt geduwd. Als u A4-papier gebruikt, moet het papier boven papierlade 1 uitsteken. 3 Controleer of de knop voor papierlade 1 is ingeschakeld. Knop voor papierlade 1 4 Volg de procedure voor het betreffende besturingssysteem om de printersoftware te openen en het document af te drukken. Windows Mac OS 8.6 tot 9.2 Mac OS X versie 10.0.3 tot 10.1 1 Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken Eigenschappen of Voorkeuren.
Afdrukken vanuit papierlade 2 U kunt vanuit papierlade 2 op papier van het formaat A4 of Letter afdrukken. De papiersoort moet u opgeven in de printersoftware omdat deze lade geen sensor voor papiersoort heeft. U drukt als volgt een document af vanuit deze lade: 1 Plaats het papier tegen de rechterkant van de papierlade, met de afdrukzijde naar u toe. 2 Druk de papiergeleider in en schuif deze tegen de linkerzijde van het papier.
4 Volg de procedure voor het betreffende besturingssysteem om de printersoftware te openen en het document af te drukken. Windows Mac OS 8.6 tot 9.2 1 Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken Eigenschappen of Voorkeuren. 2 Selecteer een afdrukkwaliteit op het tabblad Kwaliteit/snelheid. 3 Controleer of Printerinstelling of Lade 2 (achterkant) is opgegeven bij Papierbron op het tabblad Papierinstellingen. 4 Selecteer een papiersoort.
Afdrukken Zie pagina 28 voor informatie over het afdrukken van fotokaarten met het besturingssysteem Windows. Zie pagina 30 voor informatie over andere projecten. Brochure Wenskaart Op beide zijden van een vel papier afdrukken Envelop Meerdere pagina's afdrukken op hetzelfde vel papier Banner Transparant Poster Opstrijktransfer Opmerking: De printersoftware voor het besturingssysteem ondersteunt mogelijk niet al deze functies.
Digitale foto's afdrukken op fotokaarten (Windows) 1 Plaats maximaal 10 kaarten verticaal tegen de rechterzijde van papierlade 1. Als u fotokaarten plaatst, is het belangrijk dat: – – – – U de instructies die bij de kaarten zijn geleverd aandachtig doorleest. De afdrukzijde naar boven is gericht. U de kaarten niet in de printer duwt. De kaarten hetzelfde formaat hebben. 2 Druk de papiergeleider in en schuif deze tegen de linkerzijde van de kaarten.
4 Open de digitale foto in een fototoepassing. 5 Klik op Bestand Afdrukken Eigenschappen of Voorkeuren. 6 Kies Foto afdrukken in het menu Taken.
Het venster Foto afdrukken verschijnt. 7 Selecteer een afdrukkwaliteit bij stap 1. 8 Selecteer een papierformaat bij stap 2 en klik op OK. 9 Controleer of Printerinstelling of Lade 1 (voorkant) is opgegeven bij Papierbron op het tabblad Papierinstellingen. 10 Klik op OK in Printereigenschappen. 11 Klik op OK of Afdrukken in het venster Afdrukken. 12 Verwijder elke foto zodra de foto uit de printer komt en laat de foto's drogen voordat u ze op elkaar legt. Hiermee voorkomt u vlekken op de foto's.
Controlelijst voor het oplossen van problemen De netvoeding is stevig aangesloten op de printer en het stopcontact. De printer en de computer staan aan. De printerkabel is stevig aangesloten aan beide uiteinden. U gebruikt een USB-kabel of een Ethernet-kabel, maar niet beide tegelijk. Als u een Ethernet-kabel gebruikt, moet u zorgen dat deze een RJ-45-kabel (categorie 5) is. De netwerkaansluitingen zijn goed bevestigd wanneer u de printer via een netwerk gebruikt.
De printer is op de computer aangesloten door een extern apparaat, zoals een USB-hub, schakelkastje, scanner, of faxapparaat. Zie "Problemen met instellen van de printer oplossen" op pagina 33 als dit niet het geval is. Ga als volgt te werk als dit wel het geval is: 1 Maak de printer los van alle externe apparaten. 2 Sluit de printer rechtstreeks aan op de computer met een USB-kabel. 3 Volg de instructies voor het betreffende besturingssysteem om een testpagina af te drukken.
Problemen met instellen van de printer oplossen Raadpleeg Lexmark Printeroplossingen (zie pagina 4) of de Gebruikershandleiding (zie pagina 4) voor meer informatie over het oplossen van problemen die mogelijk optreden bij het instellen van de printer, zoals: • Lage afdruksnelheid of slechte afdrukkwaliteit • Papier wordt niet goed ingevoerd of loopt vast • Foutberichten of knipperende lampjes Met de informatie in dit hoofdstuk kunt u eventuele problemen oplossen die optreden tijdens het instellen van de pr
Het venster Zoekresultaten: er is geen printer aangesloten verschijnt. (Windows) Opmerking: Afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem kan het venster dat verschijnt enigszins afwijken van het afgebeelde venster. a Wellicht kunt u het probleem oplossen met de items in de lijst op pagina 31. b Klik op Doorgaan of Volgende. c Wanneer het venster opnieuw verschijnt en u een USB-kabel gebruikt, moet u controleren of de USB-kabel stevig is bevestigd aan beide uiteinden en niet beschadigd is.
Het aan/uit-lampje brandt niet. a Controleer of de netvoeding goed is aangesloten. b Druk op de aan/uit-knop (zie pagina 1). De uitlijningspagina wordt niet afgedrukt. Controleer de volgende punten: • U hebt de sticker en de transparante tape verwijderd van de achter- en onderzijde van beide inktcartridges. • U hebt de zwarte-inktcartridge (artikelnummer 82) in de linkerhouder geplaatst en de kleureninktcartridge (artikelnummer 83 of 88) in de rechterhouder.
Er gebeurt niets nadat de cd met printersoftware in het cd-romstation is geplaatst. (Windows) Wellicht kunt u het probleem oplossen met de items in de lijst op pagina 31. Ga daarna als volgt te werk: a Sluit alle geopende toepassingen. b Start de computer opnieuw op. c Plaats de cd met printersoftware opnieuw in het cd-romstation.
Er gebeurt niets nadat de cd met printersoftware in het cd-romstation is geplaatst. (Macintosh) Wellicht kunt u het probleem oplossen met de items in de lijst op pagina 31. Ga daarna als volgt te werk: a Sluit alle geopende toepassingen. b Plaats de cd met printersoftware opnieuw in het cd-romstation. Wanneer u de cd met printersoftware in het cd-romstation plaatst, verschijnt een van de volgende installatievensters voor Lexmark printersoftware: Mac OS X versie 10.0.3 tot 10.1 Mac OS 8.6 tot 9.
Het document wordt niet afgedrukt. (Windows) Wellicht kunt u het probleem oplossen met de items in de lijst op pagina 31. Controleer of de juiste poort is ingesteld voor de printer: • Als de printer via een USB-kabel is aangesloten op de computer, moet voor de printer een USB-poort zoals usb-lexmark_z65 of USB001 worden weergegeven.
Het document wordt niet afgedrukt. (Mac OS 8.6 tot 9.2) Wellicht kunt u het probleem oplossen met de items in de lijst op pagina 31. Controleer als volgt of de printer is geselecteerd in de Kiezer: a Klik op Kiezer in het Apple-menu. b Markeer het pictogram van de Lexmark Z65 printer in het linkervenster. Als de printer niet wordt weergegeven, moet u de printersoftware installeren. Zie pagina 43. c Markeer het pictogram van de Lexmark Z65 printer in het vak voor verbinden.
Het document wordt niet afgedrukt. (Mac OS X versie 10.0.3 tot 10.1) Wellicht kunt u het probleem oplossen met de items in de lijst op pagina 31. Controleer de printerstatus: a Klik op het pictogram Finder in het Dock. b c d e f g h i j Klik op het pictogram Applications in de werkbalk van het venster Finder. Dubbelklik op de map Utilities. Dubbelklik op het pictogram Print Center. Selecteer de printer in het printeroverzicht.
Er knippert een lampje op een papierlade. Er verschijnt een foutbericht voor communicatie. • De printer bevat wellicht geen papier of het papier is vastgelopen. Controleer of u het papier correct hebt geplaatst. Zie pagina 23 voor meer informatie. Wellicht kunt u het probleem oplossen met de items in de lijst op pagina 31. • Als er een foutbericht verschijnt, volgt u de aanwijzingen in het bericht.
Als het afdrukprobleem niet is opgelost met de suggesties in dit hoofdstuk, moet u de printersoftware verwijderen en opnieuw installeren. De printer werkt nog steeds niet. (Windows) Installatie van de printersoftware ongedaan maken a Klik op het bureaublad op Start Programma's of Alle programma's Lexmark Z65 Installatie Lexmark Z65 ongedaan maken. b Volg de aanwijzingen op het scherm om de printersoftware te verwijderen. c Start de computer opnieuw op voordat u de printersoftware opnieuw installeert.
De printer werkt nog steeds niet. (Macintosh) Installatie van de printersoftware ongedaan maken a Plaats de cd met printersoftware in het cd-romstation. b Klik op Installatie ongedaan maken zodra het installatievenster voor de Lexmark printersoftware verschijnt. c Volg de aanwijzingen op het scherm om de printersoftware te verwijderen. d Start de computer opnieuw op voordat u de printersoftware opnieuw installeert. Printersoftware installeren a Plaats de cd met printersoftware in het cd-romstation.
Register A aan/uit-lampje, problemen oplossen . aanbevolen papiersoorten . . . . . . . . . aansluiten, andere netwerkcomputers Macintosh . . . . . . . . . . . . . . . . . . Windows . . . . . . . . . . . . . . . . . . . afdrukken projecten . . . . . . . . . . . . . . . . 27, testpagina . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afdrukken, dialoogvenster (Macintosh) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . afdrukkwaliteit, instellingen weergeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
printerkabel . . . . . . software installeren Macintosh . . . . . Windows . . . . . . software verwijderen Macintosh . . . . . Windows . . . . . . testpagina . . . . . . . Macintosh . . . . . Windows . . . . . . uitlijningspagina . . . P Pagina-instelling, dialoogvenster (Macintosh) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . papier, plaatsen . . . . . . . . . . . . . 23, papiergeleider, verschuiven . . . . 23, papierlade 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . papierlade 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Lexmark and Lexmark with diamond design are trademarks of Lexmark International, Inc., registered in the United States and/or other countries. Color Jetprinter is a trademark of Lexmark International, Inc. © 2001 Lexmark International, Inc. 740 West New Circle Road Lexington, Kentucky 40550 www.lexmark.