Quick Start Guide

2
Selecteer de printer en doe daarna het volgende:
Voor Windows-gebruikers: klik op Eigenschappen of
Voorkeuren en vervolgens op Afdrukken en vasthouden.
Voor Macintosh-gebruikers: selecteer Print and Hold
(Afdruk- en wachttaken).
3
Selecteer het type printtaak.
4
Wijs een gebruikersnaam toe, indien nodig.
5
Verzend de afdruktaak.
6
Raak op het startscherm van de printer Taken in wacht aan.
7
Verzend de afdruktaak.
Afdruktaak annuleren
Vanaf het bedieningspaneel van de printer
1
Raak Wachtrij aan op het beginscherm.
Opmerking: U kunt deze instelling ook openen door het
bovenste gedeelte van het beginscherm aan te raken.
2
Selecteer de taak die u wilt annuleren.
Vanaf de computer
1
Voer een van de volgende stappen uit, aankelijk van uw
besturingssysteem:
Open de map Printers, en selecteer vervolgens uw printer.
Ga vanuit Systeemvoorkeuren in het Apple-menu naar uw
printer.
2
Selecteer de taak die u wilt annuleren.
Papier plaatsen
Laden vullen
LET OP—KAN OMVALLEN: Zorg ervoor dat u papier
afzonderlijk in elke lade plaatst om instabiliteit van de
apparatuur te voorkomen. Houd alle overige laden
gesloten tot u ze nodig hebt.
1
Verwijder de lade.
Opmerking: Verwijder de lade niet terwijl de printer aan het
afdrukken is om storingen te voorkomen.
2
Stel de geleiders in op het papierformaat dat u wilt plaatsen.
Opmerking: Stel de geleiders in op de juiste positie met
behulp van de formaatindicatoren aan de onderkant van de
lade.
3
Buig het papier, waaier het uit en lijn de randen uit voordat u
het in de printer plaatst.
4
Plaats de papierstapel met de afdrukzijde naar boven.
Opmerkingen:
Schuif geen papier in de lade.
Zorg ervoor dat de stapel niet boven de aanduiding voor
de maximale hoeveelheid uitkomt. Als u te veel papier
plaatst, kan het papier vastlopen.
5
Plaats de lade terug.
Stel het zonodig papierformaat en de papiersoort van het
papier in de lade in.
2