Operation Manual

2
2
2
Instellen van de draadspanning
• Stel de draadspanning als volgt in
Voor de rechte steek:
De
boven-
en
onderdraad
moeten
precies in het
midden van twee stoflagen verknoopt worden, zoals
hiernaast vergroot afgebeeld.
Als u de stof zowel boven als
onder
bekijkt, ligt de
steek keurig aangesloten
op
de
stof, zonder lussen.
Als u de bovendraadspanning aanpast, hoe hoger
het
cijfer hoe
strakker
de spanning.
Het
resultaat hangt af
van:
* weefdichtheid
en
dikte van de stof
* aantal stoflagen (ook bij naden)
* de gekozen steek
CD
Naalddraad (Bovendraad)
@ Spoeldraad
(Onderdraad)
®
Goede
kant
van de stof
@)
Verkeerde
kant
van de stof
® Spanning lager instellen
® Spanning hoger instellen
• Bovenspanning te strak
De
onderdraad/spoeldraad
is
teveel zichtbaar
op
de
goede
kant
van de stof
en
voelt hobbelig aan.
Draai
de bovenspanningsknop
naar
links
om
de
bovendraadspanning iets losser in
te
stellen.
CD
Goede
kant
van de stof
@ Verkeerde
kant
van de stof
® Verminder de bovendraadspanning
• Bovendraadspanning te los
De
bovendraad/naalddraad
is
teveel zichtbaar aan de
onderzijde van de stof
en
voelt hobbelig aan.
Draai
de bovenspanningsknop
naar
rechts
om
de
bovendraadspanning iets
strakker
in te stellen.
CD
Goede
kant
van de stof
@ Verkeerde
kant
van de stof
® Vermeerder de bovendraadspanning
15