Operation Manual

[IJ
Dunne
stoffen
Normale
stoffen
·'
Dikke
stoffen
Let op:
3
Naald verwisselen
[IJ
Schakel de machine uit.
Zet
de naald omhoog
door
het
handwiel naar u toe
te draaien
en
plaats
het
voetje omlaag.
Draai
de naaldklemschroef los door deze tegen de
klokrichting in, los te draaien.
Verwijder de naald uit
het
naalds
lot
[]]
Zet
een
nieuwe naald,
met
de platte
kant
naar
achteren
en
druk
deze zover mogelijk omhoog, tot
aan de stuitpen, in het
naaldslot
Draai
daarna
de naaldklemschroef goed vast.
V / / 7 7 7 / / / /f
W Controleer regelmatig de naald.
Dez
e kan
bot
zijn
een
braam
aan
de
punt
hebben
of
krom
en
verbogen.
Gebruik
altijd
een
goede kwaliteit
naalden
en
de juiste dikte t.o.v de te verwerken
stof en garendikte.
CD
Naaldklemschroef
@ Stuitpen
® Naaldslot
Stoffen
Garens Naalden
Fijne zijde fijne Fijne zijde, katoen,
katoen synthetische
synthetische
of
polyester
70
katoen/polyester
of
80
Linnen, katoen, 50 zijde
50/80 katoen
80
pique, kamgaren, 50/60 synthetisch
of
breiweefsel en dunne katoen/polyester
90
vitrage
Denim, tweed, gabar-
50 zijde
90
dine, zware 40/50 katoen
vitrage/gordijnen.
50/60 synthetisch en
of
katoen/polyester
100
* Normaal gebruikt u bij
dunne
stoffen
ook
dunnere
naalden. Bij zware en/of dikke stoffen gebruikt u dan ook
dikke naalden. Afhankelijk van de stofsoort
moet
u soms dikke naalden voor
een
dunne
stof
gebruiken als de stof dicht geweven
is.
Naai eerst
op
een
testlapje
om
de juiste instelling te vinden.
*
Gebruik
hetzelfde
garen
voor boven
en
onderdaad.
* Bij stretch-
en
sommige
dunne
stoffen gebruikt u
een
stretchnaald. Dit voorkomt overslaan van steken.
* Als u erg
dunne
stoffen naait, plaats
dan
een
stuk papier
onder
de stof voor
een
beter
naairesultaat
8