Operation Manual

26
Handbediening
5.5.3 Boosterintensiteit wijzigen
De oven is bezig.
Druk op
U kunt nu wijzigen met en/of .
Bevestig uw wijziging met
De boosterintensiteit is gewijzigd.
Foutje gemaakt? Druk op om terug te gaan naar het vorige cijfer op
dezelfde regel.
5.5.4 Climat control (alleen uitvoering 3)
De oven van het type MM 3 hebben een Climat Control. Hiermee kunt u tijdens de bereiding de
vochtigheidsgraad wijzigen. Dit gaat als volgt:
De oven is bezig met regenereren of met combistomen.
Druk op .
U kunt nu wijzigen met en/of
Bevestig uw wijziging met
De vochtigheidsgraad is voor de duur van deze bereiding gewijzigd.
5.6 Gebruik kerntemperatuurtoets (niet voor Booster)
Wanneer u de toets gebruikt, moet u de temperatuur instellen die de
kern van het product moet hebben.
U kunt de kerntemperatuur instellen. Voor hulp zie pagina 24.
Plaats de kerntemperatuurvoeler in het product.
Start het bakken met
Wanneer de kern van het product de ingestelde temperatuur bereikt heeft, is het product klaar. De oven
meldt dit in het display en geeft een piepsignaal.
stomen
temp. set 0
90°C090°C
tijd set 30:00 0:0
4
boost
stomen
temp. set 095°C090°C
tijd set 30:00 0:0
4
stomen
temp. set 090°C090°C
tijd set 30:00 0:0
4
ENTER
START
combistoom
temp. set 100°C100°C
tijd set 30:00 0:1
4
vocht
combistoom
temp. set 100°C100°C
tijd set 30:00 0:0
9
combistoom
temp. set 100°C100°C
tijd set 30:00 0:1
4
ENTER
convectie
temp. set 150°C
kern set 0
50°C
maak keuze...
convectie
temp. set 150°C
kern set 050°C
<start>?
START