P71 Gebruikershandleiding
Opmerking: lees en begrijp eerst het volgende voordat u deze informatie en het product dat het ondersteunt, gebruikt: • Handleiding voor veiligheid, garantie en installatie • 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina v De nieuwste Handleiding voor veiligheid, garantie en installatie en de Regulatory Notice vindt u op de Lenovo Support-website op: http://www.lenovo.com/support Eerste uitgave (Maart 2017) © Copyright Lenovo 2017.
Inhoud Belangrijke veiligheidsvoorschriften . . v Lees dit eerst . . . . . . . . . . . . . . Belangrijke informatie over het gebruik van uw computer . . . . . . . . . . . . . . . . Situaties waarin onmiddellijk handelen vereist is Service en upgrades . . . . . . . . . . . Netsnoeren en voedingsadapters . . . . . . Verlengsnoeren en vergelijkbare accessoires . . Stekkers en stopcontacten . . . . . . . . . Kennisgeving voedingseenheid . . . . . . . Externe apparatuur . . . . . . . . . . . .
Richtlijn voor het aansluiten van meerdere externe beeldschermen op het dockingstation . . . . . . . . . . . 41 Hoofdstuk 4. Informatie over toegankelijkheid, ergonomie en onderhoud. . . . . . . . . . . . . . . 43 Informatie voor gehandicapten . . . . . . . . Ergonomisch werken . . . . . . . . . . . . Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . 43 45 46 Hoofdstuk 5. Beveiliging . . . . . . . 49 Wachtwoorden gebruiken . . . . . . . . Inleiding tot wachtwoorden . . . . . .
De geheugenmodule onder de bodemafdekplaat vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . De geheugenmodule onder het toetsenbord vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . Hoofdstuk 11. Ondersteuning . . . . Voordat u contact opneemt met Lenovo. Hulp en service . . . . . . . . . . Ondersteuningswebsite van Lenovo Lenovo bellen . . . . . . . . . Aanvullende services aanschaffen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124 126 129 . . . . . 129 129 130 130 131 Bijlage A.
iv P71 Gebruikershandleiding
Belangrijke veiligheidsvoorschriften Opmerking: Lees eerst de belangrijke veiligheidsinformatie. Lees dit eerst Deze informatie helpt u uw notebookcomputer veilig te gebruiken. Gebruik en bewaar alle informatie die bij uw computer is geleverd. De informatie in dit document vormt op geen enkele manier een wijziging van de voorwaarden in de koopovereenkomst of de Beperkte Garantie.
Bescherm uzelf goed tegen de warmte die door de netvoedingsadapter wordt gegenereerd. Als de computer via de netvoedingsadapter is aangesloten op het stopcontact, wordt de adapter warm. Bij langdurig contact met uw lichaam kunnen er, ook door uw kleding heen, brandwonden ontstaan. • Zorg dat de adapter op dergelijke momenten niet tegen uw lichaam komt. • Gebruik de netvoedingsadapter nooit om u eraan op te warmen. Zorg dat uw computer niet nat wordt.
Wees voorzichtig als u de computer meeneemt. • Gebruik een hoogwaardige draagtas die voldoende steun en bescherming biedt. • Stop de computer niet in een overvolle koffer of tas. • Zorg ervoor dat u de computer uitschakelt of in de sluimer- of slaapstand zet, voordat u de computer in een tas plaatst. Stop de computer niet in een tas terwijl de computer gewoon aan staat. Situaties waarin onmiddellijk handelen vereist is Door misbruik of achteloosheid kunnen producten beschadigd raken.
Service en upgrades Probeer niet zelf onderhoud aan het product uit te voeren, tenzij u hiertoe instructies hebt gekregen van het Klantsupportcentrum of van de documentatie. Schakel alleen een serviceprovider in die goedkeuring heeft voor het repareren van het desbetreffende product. Opmerking: Sommige onderdelen van de computer kunnen door de gebruiker worden uitgebreid of vervangen. Upgrades worden meestal 'opties' genoemd.
Voorkom dat netsnoeren en voedingsadapters nat worden. Laat een netsnoer of voedingsadapter bijvoorbeeld niet liggen bij een wasbak of toilet, of op een vloer die wordt schoongemaakt met een vloeibaar reinigingsmiddel. Vloeistoffen kunnen kortsluiting veroorzaken, met name als het netsnoer of de voedingsadapter slijtage vertoont ten gevolge van verkeerd gebruik. Bovendien kan vloeistof corrosie van de stekkers en/of aansluitpunten veroorzaken, hetgeen uiteindelijk kan leiden tot oververhitting.
Controleer of het stopcontact dat u gebruikt, de juiste spanning en stroomsterkte levert voor het apparaat dat u installeert. Wees voorzichtig als u de stekker in het stopcontact steekt of eruit haalt. Kennisgeving voedingseenheid GEVAAR Verwijder nooit de kap van een voeding of van andere componenten waarop het volgende label is bevestigd. In componenten met dit label, bevinden zich gevaarlijke spannings-, stroom- of energieniveaus.
Staak het gebruik van de batterij als deze is beschadigd of als u ontdekt dat er vloeistof of opgehoopt onbekend materiaal op de uiteinden van de batterij zit. Bewaar de oplaadbare batterijen of producten met ingebouwde oplaadbare batterijen op kamertemperatuur, met een lading van ongeveer 30 tot 50%. Om te voorkomen dat de batterijen te veel ontladen, is het aan te bevelen deze eens per jaar op te laden. Gooi de batterij niet bij het normale huisvuil weg. Behandel oude batterijen als klein chemisch afval.
Perchloraten - hierop is mogelijk een speciale behandeling van toepassing. Zie http://www.dtsc.ca.gov/hazardouswaste/perchlorate Warmte en ventilatie GEVAAR Computers, netvoedingsadapters en veel accessoires genereren warmte als ze aan staan en als een batterij wordt opgeladen. Door hun compacte formaat kunnen notebookcomputers een aanzienlijke hoeveelheid warmte produceren.
Veiligheidsvoorschriften voor elektriciteit GEVAAR Elektrische stroom van lichtnet-, telefoon- en communicatiekabels is gevaarlijk. Houd u ter voorkoming van een schok aan het volgende: • Gebruik de computer niet tijdens onweer. • Sluit tijdens onweer geen kabels aan en ontkoppel ze niet. Voer ook geen installatie-, onderhouds- of configuratiewerkzaamheden aan dit product uit tijdens onweer. • Sluit alle netsnoeren aan op correct bedrade, geaarde stopcontacten.
Laserveiligheidsinformatie WAARSCHUWING: Als u laserproducten (bijvoorbeeld CD-ROM-stations, DVD-stations, glasvezelapparatuur of speciale zenders) installeert, let dan op het volgende: • Open de behuizing niet. Als u de kap van het laserproduct opent, kunt u worden blootgesteld aan gevaarlijke laserstraling. In het apparaat bevinden zich geen onderdelen die kunnen worden vervangen.
oortelefoon die niet voldoet aan EN 50332-1 kan, ten gevolge van een te hoog geluidsdrukniveau, schadelijk zijn voor het gehoor. Kennisgeving verstikkingsgevaar VERSTIKKINGSGEVAAR - product bevat kleine onderdelen. Houd het product uit de buurt van kinderen onder de drie jaar. Kennisgeving over plastic zakken GEVAAR Plastic zakken kunnen gevaarlijk zijn. Houd plastic zakken uit de buurt van baby's en kinderen om de kans op verstikking te voorkomen.
xvi P71 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 1. Productoverzicht Dit hoofdstuk biedt basisinformatie om u vertrouwd te maken met uw computer. De knoppen, aansluitingen en lampjes van de computer In dit gedeelte worden de hardwareonderdelen van de computer beschreven.
Als de computer niet reageert, kunt u de computer uitzetten door de aan/uit-knop vier of meer seconden ingedrukt te houden. Als de computer niet kan worden uitgeschakeld, zie 'De computer reageert niet meer' op pagina 82. U kunt ook bepalen wat de aan/uit-knop doet. Als u bijvoorbeeld op de aan/uit-knop drukt, kunt u de computer uitschakelen of in de slaap- of de sluimerstand zetten. Voer de volgende stappen uit om het gedrag van de aan/uit-knop te wijzigen: 1.
2 Always On USB 3.0-aansluiting Met de Always On USB 3.0-aansluiting kunt u standaard USB-compatibele apparaten opladen. Dit geldt in de volgende situaties: • Als de computer is ingeschakeld of in de slaapstand staat • Als de computer is uitgeschakeld of in de sluimerstand staat, maar is aangesloten op de netvoeding Attentie: Wanneer u een USB-kabel op deze connector aansluit, zorg er dan voor dat de USB-markering naar boven wijst. Als u de kabel verkeerd aansluit, kan de aansluiting beschadigd raken.
2 USB 3.0-aansluitingen U kunt de USB 3.0-aansluitingen gebruiken om USB-compatibele apparaten aan te sluiten, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis, USB-opslagapparaat of USB-printer. Attentie: Wanneer u een USB-kabel op deze connector aansluit, zorg er dan voor dat de USB-markering naar boven wijst. Als u de kabel verkeerd aansluit, kan de aansluiting beschadigd raken. 3 Geheugenkaartsleuf U kunt een flash-geheugenkaart in de geheugenkaartsleuf plaatsen voor toegang tot gegevens of voor opslag.
1 Ventilatieopeningen De ventilatieopeningen en interne ventilator laten lucht in de computer circuleren en zorgen voor een goede koeling, met name om de microprocessor te koelen. Opmerking: Voor een goede luchtcirculatie plaatst u geen obstakels voor de ventilatieopeningen. 2 USB-C-aansluitingen (compatibel met Thunderbolt 3) De USB-C aansluitingen op uw computer ondersteunen zowel de USB Type-C™ standaard als de Thunderbolt 3-technologie.
Onderkant 1 Dockingstationaansluiting 2 Ventilatieopeningen 3 Afvoergaten toetsenbord 4 Micro-SIM-kaartsleuf 5 Verwisselbare batterij 1 Dockingstationaansluiting U kunt de computer aansluiten op een ondersteund dockingstation om de mogelijkheden van de computer uit te breiden. 2 Ventilatieopeningen De ventilatieopeningen en interne ventilator laten lucht in de computer circuleren en zorgen voor een goede koeling, met name om de microprocessor te koelen.
Opmerking: Afhankelijk van het model kan uw computer er anders uitzien dan in de volgende afbeelding. 1 Caps Lock-lampje Als dit lampje brandt, kunt u hoofdletters typen door direct op de lettertoetsen te drukken. 2 FN Lock-lampje Dit lampje toont de status van de Fn Lock-functie. Meer informatie vindt u in 'De speciale toetsen gebruiken' op pagina 18. 3 Statuslampje Apparaat in gebruik Als dit lampje knippert, worden door het opslagapparaat van uw computer gegevens geschreven of gelezen.
6 Indicator voor dempen microfoon Als dit lampje brandt, zijn de microfoons gedempt. 7 Num Lock-lampje Als dit lampje brandt, kunt u het numerieke toetsenblok gebruiken om nummers te typen. 9 Statuslampje van de netvoeding Dit lampje geeft de status van de netvoeding en van de batterij aan.
In de volgende afbeelding ziet u de locatie van het label met informatie over het machinetype en het model van uw computer. FCC ID en IC-certificeringsnummer De informatie over de FCC- en IC-certificering vindt u op een label dat op de computer is aangebracht, zoals te zien is in de volgende afbeelding. Voor een draadloos-WAN-module: Hoofdstuk 1.
Voor een draadloos-LAN-module: De informatie op dit label verschilt naar gelang van de draadloze modules die bij de computer zijn geleverd: • Voor een vooraf geïnstalleerde draadloze module wordt op dit label het feitelijke FCC ID- en IC Certification-nummer voor de door Lenovo geïnstalleerde draadloze module weergegeven. Opmerking: Verwijder of vervang zelf geen vooraf geïnstalleerde draadloze module. Voor vervanging moet u eerst contact opnemen met de service-afdeling van Lenovo.
• Uw geografische locatie • De fabricagedatum van de computer • De versie van Windows 10 die vooraf is geïnstalleerd Zie https://www.microsoft.com/en-us/howtotell/Hardware.aspx voor afbeeldingen van de verschillende typen Legitiem Microsoft-labels. • In de Volksrepubliek China is het Legitiem Microsoft-label verplicht op alle computermodellen waarop vooraf een versie van Windows 10 is geïnstalleerd (ongeacht welke).
Toetsenbord • Functietoetsen • Numeriek toetsenblok • Toetsenbord met zes rijen (traditioneel of met achtergrondverlichting) • ThinkPad-aanwijsapparaat (inclusief het TrackPoint-aanwijsapparaat en trackpad met knoppen) Aansluitingen en sleuven • Netvoedingsaansluiting • Audioaansluiting • Dockingstationaansluiting • Ethernet-poort • ExpressCard-sleuf • Vier USB 3.0-aansluitingen (inclusief één Always On USB 3.
Maximale warmteafgifte (afhankelijk van het model) • 170 W • 230 W Voedingsbron (netvoedingsadapter) • Sinus-invoer bij 50 tot 60 Hz • Ingangsspanning van de netvoedingsadapter: 100 tot 240 volt wisselstroom, 50 tot 60 Hz Gebruiksomgeving Maximumhoogte (zonder kunstmatige druk) • 3048 m Temperatuur • Op hoogten tot 2438 m – In bedrijf: 5 °C tot 35 °C – In opslag: 5 °C tot 43 °C • Op hoogten boven 2438 m – Maximumtemperatuur bij werking zonder kunstmatige druk: 31,3 °C Opmerking: Bij het opladen van de batt
2. Als u het programma niet in de lijst met programma's kunt vinden, zoekt u het programma in het zoekveld. Kennismaking met Lenovo-programma's In dit onderwerp vindt u een korte introductie van Lenovo-programma's. Afhankelijk van uw computermodel zijn sommige programma's mogelijk niet beschikbaar. De beschikbare programma's kunnen zonder aankondiging worden gewijzigd. Klik op de volgende koppeling als u meer wilt weten over de programma's en andere oplossingen van Lenovo: http://www.lenovo.
Lenovo ID Met dit programma kunt u uw Lenovo ID maken en beheren. Met een Lenovo ID kunt u met alles van Lenovo verbinding maken via een enkel account. Gebruik uw Lenovo ID voor snelle en eenvoudige verificatie en geniet daarna van de verschillende services van Lenovo. Services zoals online winkelen, apps downloaden, persoonlijke apparaatondersteuning, speciale aanbiedingen en Lenovo-forums.
16 P71 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 2. De computer gebruiken Dit hoofdstuk biedt informatie om u te helpen bij het gebruik van de diverse functies van uw computer. De computer registreren Als u uw computer registreert, worden gegevens ingevoerd in een database. Lenovo kan dan contact met u opnemen als producten worden teruggehaald of er andere ernstige problemen zijn opgetreden. Ook bieden sommige locaties uitgebreide voordelen en services aan geregistreerde gebruikers.
• Lees, voordat u gegevens van het interne opslagstation wist, eerst het gedeelte 'Gegevens verwijderen van een opslagstation' op pagina 54. Hoe kan ik een extern beeldscherm aansluiten? • Raadpleeg 'Een extern beeldscherm gebruiken' op pagina 32. • Met de functie voor beeldschermuitbreiding kunt u computeruitvoer tegelijkertijd op het beeldscherm van de computer en op een extern beeldscherm weergeven.
2 Toets met het Windows-logo Druk op de toets met het Windows-logo om het menu Start te openen. Raadpleeg de Help-informatie van het Windows-besturingssysteem voor informatie over het gebruik van de toets met het Windows-logo met andere knoppen. 3 4 Fn-toets en functietoetsen U kunt als volgt de toets Fn en de functietoetsen configureren in het venster Eigenschappen van Toetsenbord: 1.
Toetsencombinaties • Fn+B: Deze toetsencombinatie heeft dezelfde functie als de toets Break op een conventioneel extern toetsenbord. • Fn+K: Deze toetsencombinatie heeft dezelfde functie als de toets ScrLK of Scroll Lock op een conventioneel extern toetsenbord. • Fn+P: Deze toetsencombinatie heeft dezelfde functie als de toets Pause op een conventioneel extern toetsenbord. • Fn+S: Deze toetsencombinatie heeft dezelfde functie als de toets SysRq op een conventioneel extern toetsenbord.
Standaard zijn zowel het TrackPoint-aanwijsapparaat als de trackpad actief met de aanraakbewegingen ingeschakeld. Ga naar 'Het ThinkPad-aanwijsapparaat aanpassen' op pagina 23 om de instellingen te wijzigen. Het TrackPoint-aanwijsapparaat gebruiken Met het TrackPoint-aanwijsapparaat kunt u alle functies van een traditionele muis uitvoeren, zoals het aanwijzen, klikken en bladeren.
Houd de gestippelde schuifbalk 4 ingedrukt terwijl u druk uitoefent op het aanwijsknopje in de verticale of horizontale richting. Vervolgens kunt u door het document, de website of toepassingen bladeren.
Tikken Tikken met twee vingers Tik met één vinger op een willekeurige plek op de trackpad om een item te selecteren of te openen. Tik met twee vingers op een willekeurige plek op de trackpad om een snelmenu weer te geven. Bladeren met twee vingers Uitzoomen met twee vingers Plaats twee vingers op de trackpad en beweeg ze in verticale of horizontale richting. Met deze actie kunt u door documenten, websites en apps bladeren.
Energiebeheer In dit gedeelte wordt beschreven hoe u netvoeding en batterijvoeding moet gebruiken om de beste balans tussen snelheid en energiebeheer te vinden. De netvoedingsadapter gebruiken De energiebron voor uw computer kan van de batterij of van de netvoedingsadapter komen. Terwijl u gebruikmaakt van de netvoedingsadapter, wordt de batterij automatisch opgeladen. Uw computer wordt geleverd met een netvoedingsadapter en een netsnoer.
Doe meer en werk langer op de batterijen van uw ThinkPad. Mobiliteit heeft een revolutie teweeggebracht doordat mensen hun werk overal mee naar toe kunnen nemen. Met ThinkPad-batterijen kunt u langer werken zonder gebonden te zijn aan een stopcontact. De oplaadstatus van de batterij controleren Beweeg de muisaanwijzer naar het batterijstatuspictogram in het systeemvak van Windows om de batterijstatus te controleren.
1. Ga naar het Configuratiescherm en wijzig de weergave hiervan van Categorie in Grote pictogrammen of Kleine pictogrammen. 2. Klik op Energiebeheer. 3. Volg de aanwijzingen op het scherm. Voor meer informatie kunt u het Help-informatiesysteem van Windows raadplegen. Spaarstanden Er zijn diverse spaarstanden beschikbaar die u kunt gebruiken om energie te besparen. In dit gedeelte maakt u kennis met elk van die spaarstanden en vindt u tips voor het zo effectief mogelijk werken op batterijenergie.
De Ethernet-poort heeft twee netwerkstatuslampjes. Als het groene lampje brandt, is de computer aangesloten op een LAN. Wanneer het gele lampje knippert, worden er gegevens overgedragen. Opmerking: Als u de computer op een ondersteund dockingstation of dock aansluit, gebruik dan de Ethernet-aansluiting op het dockingstation of het dock in plaats van de Ethernet-poort op de computer. GEVAAR Uw computer beschikt over een ethernetpoort.
Sommige ThinkPad-notebookcomputers worden geleverd met een geïnstalleerde draadloos-WAN-kaart met bepaalde draadloos-WAN-technologieën, zoals 1xEV-DO, HSPA, 3G, GPRS of LTE. U kunt met de draadloos-WAN-kaart draadloos-WAN-verbindingen tot stand brengen. Opmerking: De draadloos-WAN-service wordt in sommige landen of regio's aangeboden door geautoriseerde serviceproviders.
Doe het volgende om de vliegtuigstand in- of uit te schakelen: 1. Open het menu Start. 2. Klik op Instellingen ➙ Netwerk en internet ➙ Vliegtuigstand. 3. Verschuif de knop voor de Vliegtuigstand om deze in of uit te schakelen. De optie NVIDIA Optimus Graphics gebruiken Sommige ThinkPad-notebooks bieden ondersteuning aan NVIDIA Optimus Graphics. Het actieve programma en de instellingen van het energiebeheerschema die u op uw computer gebruikt, vereisen een grafische kaart met specifieke kwaliteiten.
de camera branden. Meer informatie over het gebruik van de camera met een programma vindt u in het Help-informatiesysteem van het programma. Camera-instellingen opgeven U kunt de camera-instellingen aan uw wensen aanpassen, zoals het aanpassen van de kwaliteit van de videouitvoer. Ga als volgt te werk om de camera-instellingen te configureren: • Open de Camera-app en klik op het pictogram Instellingen in de rechterbovenhoek.
Voor meer informatie over Microsoft ICM kunt u het Help-informatiesysteem van Windows raadplegen. Een ExpressCard, een mediakaart of een smartcard gebruiken Uw computer is uitgerust met een sleuf voor een ExpressCard en een geheugenkaartsleuf. Afhankelijk van het model kan uw computer ook een sleuf voor een smartcard hebben.
2. Houd de kaart in de juiste richting: • Voor de ExpressCard: de hoek met de uitsparing van de kaart is naar boven gericht en wijst naar de kaartsleuf. • Voor de geheugenkaart: de metalen contactpunten van de kaart zijn omlaag gericht en wijzen naar de kaartsleuf. • Voor de smartcard: de metalen contactpunten van de kaart zijn omhoog gericht en wijzen naar de kaartsleuf. 3. Druk de kaart stevig in de kaartsleuf.
Uw computer ondersteunt de volgende beeldschermresolutie, mits het externe beeldscherm die resolutie ook ondersteunt. • Maximaal 3840 x 2160 pixels/60 Hz als er een extern beeldscherm op de USB-C-aansluiting of de Mini DisplayPort-aansluiting is aangesloten • Maximaal 3840 x 2160 pixels/30 Hz als er een extern beeldscherm op de HDMI-aansluiting is aangesloten Raadpleeg voor meer informatie over het externe beeldscherm de handleidingen die bij het beeldscherm zijn geleverd.
• Alleen projector: geeft de video-uitvoer alleen weer op een extern beeldscherm. Opmerking: Afhankelijk van de situatie, kunt u Alleen projector of Alleen tweede scherm zien. Als u programma's weergeeft die gebruikmaken van DirectDraw of Direct3D® in Volledig scherm, verschijnt de video-uitvoer alleen op het hoofdbeeldscherm. De instellingen van het beeldscherm aanpassen U kunt de instellingen voor zowel het computerscherm als het externe beeldscherm wijzigen.
Als u accessoires voor op reis wilt aanschaffen, gaat u naar: http://www.lenovo.com/accessories Hoofdstuk 2.
36 P71 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 3. De computer uitbreiden In dit hoofdstuk vindt u instructies voor het gebruiken van hardwareapparaten om de mogelijkheden van uw computer uit te breiden. Opties voor de ThinkPad zoeken Als u de mogelijkheden van uw computer wilt uitbreiden, heeft Lenovo allerlei hardwaretoebehoren en upgrades om aan uw wensen tegemoet te komen.
6 Geleider: Gebruik de geleider om uw computer uit te lijnen met het dockingstation. 7 Systeemslot: Gebruik het systeemslot om de uitwerpknop te blokkeren of te ontgrendelen. • In de vergrendelde stand is de uitwerpknop vergrendeld en kunt u de computer niet koppelen of loskoppelen. • In de ontgrendelde stand is de uitwerpknop ontgrendeld en kunt u de computer koppelen of loskoppelen.
10 Veiligheidsslot: Om het dockingstation tegen diefstal te beschermen, maakt u het dockingstation vast aan een bureau, tafel of ander vast voorwerp. Gebruik een veiligheidskabelslot dat op deze beveiligingslotsleuf past. Het dockingstation aansluiten op de computer Attentie: Wanneer de computer aan een dockingstation is gekoppeld, til deze combinatie dan nooit alléén op aan de computer. Houd altijd beide apparaten vast. Anders kan het dockingstation vallen.
Opmerking: Als u de computer op het dockingstation aansluit, maar het dockingstation niet op de netvoeding aansluit, gaat uw computer over op de batterijmodus. Het dockingstation loskoppelen van de computer Attentie: Wanneer de computer aan een dockingstation is gekoppeld, til deze combinatie dan nooit alléén op aan de computer. Houd altijd beide apparaten vast. Anders kan het dockingstation vallen. U kunt het dockingstation als volgt loskoppelen van de computer: 1.
Richtlijn voor het aansluiten van meerdere externe beeldschermen op het dockingstation Gebruik de aansluitingen zoals afgebeeld niet tegelijkertijd om meerdere beeldschermen aan te sluiten. Doet u dat wel, dan werkt een van de beeldschermen niet meer. Hoofdstuk 3.
42 P71 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 4. Informatie over toegankelijkheid, ergonomie en onderhoud In dit hoofdstuk vindt u informatie over toegankelijkheid, ergonomie, schoonmaken en onderhoud. Informatie voor gehandicapten Lenovo wilt gebruikers met een gehoor- of mobiliteitsbeperking of een visuele beperking meer toegang bieden tot informatie en technologie. In dit gedeelte vindt u informatie over de manier waarop deze gebruikers optimaal van hun computerervaring kunnen profiteren.
De Verteller is een schermleesprogramma dat hardop voorleest wat er op het scherm wordt weergegeven en gebeurtenissen, zoals foutmeldingen, beschrijft. • Schermtoetsenbord Als u liever gegevens op uw computer typt of invoert met een muis, joystick of ander aanwijsapparaat in plaats van een echt toetsenbord te gebruiken, kunt u het Schermtoetsenbord gebruiken. Het Schermtoetsenbord is een visueel toetsenbord met alle standaardtoetsen.
1. Klik met de rechtermuisknop op een leeg gebied op het bureaublad en selecteer Schermresolutie. 2. Volg de aanwijzingen op het scherm. Opmerking: Als u een te lage resolutie instelt, passen bepaalde items wellicht niet meer op het scherm. Aanpasbare itemgrootte U kunt de items op het scherm leesbaarder maken door de itemgrootte te wijzigen. • Om de itemgrootte tijdelijk te wijzigen, gebruikt u het vergrootglashulpmiddel in het Toegankelijkheidscentrum.
Algemene houding: geregeld even gaan verzitten helpt het best tegen het ongemak dat door lang in dezelfde houding werken wordt veroorzaakt. Vaak even pauzeren is ook heel goed om kleine ongemakken tegen te gaan die met uw werkhouding te maken hebben. Beeldscherm: Plaats het beeldscherm op een comfortabele kijkafstand van ongeveer 510 tot 760 mm. Vermijd reflecties van lampen of zonlicht. Maak het beeldscherm regelmatig schoon en stel de helderheid en het contrast zo in dat u een goed beeld hebt.
• Bewaar het verpakkingsmateriaal buiten bereik van kinderen, om het gevaar van verstikking in de plastic zak te voorkomen. • Houd de computer op minimaal 13 cm afstand van magneten, actieve mobiele telefoons, elektrische apparaten en luidsprekers. • Stel de computer niet bloot aan te lage of te hoge temperaturen (onder 5 °C of boven 35 °C). • Leg nooit iets tussen het beeldscherm en het toetsenbord of de polssteun (ook geen papier).
48 P71 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 5. Beveiliging In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u uw computer beschermt tegen gebruik door onbevoegden. Wachtwoorden gebruiken U kunt voorkomen dat uw computer ongeoorloofd wordt gebruikt door een wachtwoord te gebruiken. Als u een wachtwoord hebt ingesteld, verschijnt elke keer als u de computer inschakelt een prompt voor het wachtwoord. Geef uw wachtwoord op achter de prompt. Als u niet het juiste wachtwoord opgeeft, kunt u de computer niet gebruiken.
Als er wel een gebruikerswachtwoord voor de vaste schijf is ingesteld maar geen masterwachtwoord, moet het vaste-schijfwachtwoord van de gebruiker worden ingevoerd om toegang te krijgen tot de bestanden en toepassingen op het opslagstation. • Masterwachtwoord voor de vaste schijf Het masterwachtwoord voor de vaste schijf vereist ook een gebruikerswachtwoord voor de vaste schijf. Het master hard disk password wordt ingesteld en gebruikt door een systeembeheerder.
4. Volg de instructies op het scherm om een wachtwoord in te stellen, te wijzigen of te verwijderen. Noteer het wachtwoord en bewaar het wachtwoord op een veilige plaats. Als u uw wachtwoord vergeet, moet u uw computer naar Lenovo of naar een Lenovo-dealer brengen om het wachtwoord te laten resetten.
De beveiligingschip instellen Voor netwerkclients die elektronisch vertrouwelijke informatie overbrengen, gelden strenge beveiligingsvereisten. Afhankelijk van de opties die u hebt besteld, kan het zijn dat uw computer is uitgerust met een ingebouwde beveiligingschip (een cryptografische microprocessor).
Uw vinger scannen Tik op de vingerafdruklezer met het bovenste vingerkootje om uw vinger te scannen en houd uw vinger een of twee seconden op de lezer. Gebruik niet teveel druk. Vervolgens tilt u de vinger op om één scan te voltooien. Indicatielampje van de vingerafdruklezer • 1 Uit: De vingerafdruklezer is niet klaar om op te tikken. • 2 Groen, continu brandend: De vingerafdruklezer is klaar om op te tikken. • 3 Oranje, knipperend: De vingerafdruk kan niet worden geverifieerd.
De vingerafdruklezer onderhouden De volgende acties kunnen ertoe leiden dat de vingerafdruklezer beschadigd raakt of dat de lezer niet meer goed werkt: • Krassen op het oppervlak van de lezer met een hard, gepunt voorwerp • Over het oppervlak van de lezer schuren met uw nagel of een hard voorwerp • Aanraken of gebruiken van de lezer met een verontreinigde vinger In de volgende situaties maakt u het oppervlak van de lezer voorzichtig schoon met een droge, zachte, vezelvrije doek: • Als het oppervlak van de l
onleesbaar maken. Wij raden echter aan om commerciële software of betaalde services te gebruiken die voor dat doel zijn ontwikkeld. Het proces kan meerdere uren duren. Voor het vernietigen van gegevens op het SSD-station levert Lenovo het hulpprogramma Drive Erase Utility for Resetting the Cryptographic Key and Erasing the Solid State Drive.
56 P71 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 6. Geavanceerde configuratie In dit hoofdstuk krijgt u informatie voor het verder configureren van de computer: Het besturingssysteem Windows 10 installeren In sommige gevallen moet u mogelijk een nieuw besturingssysteem installeren. In dit onderwerp vindt u instructies voor het installeren van een Windows 10-besturingssysteem. Druk deze aanwijzingen af voordat u begint.
Stuurprogramma's installeren Stuurprogramma's zijn programma's met instructies voor het besturingssysteem die aangeven hoe een bepaald hardwareonderdeel moet werken of moet worden bestuurd. Alle hardwarecomponenten op uw computer hebben een eigen stuurprogramma. Als u een nieuwe component toevoegt, moet het besturingssysteem worden geïnstrueerd over de manier waarop dat hardwareonderdeel moet worden bestuurd.
Het programma ThinkPad Setup gebruiken Met het programma ThinkPad Setup kunt u de instellingen van uw voorkeur voor uw computer selecteren door het BIOS te configureren. ThinkPad Setup configureren In het menu van het programma ThinkPad Setup worden meerdere items over de systeemconfiguratie weergegeven. Attentie: De standaardconfiguraties zijn in de fabriek al voor u gekozen. Verkeerde wijzigingen van de configuraties kunnen onverwachte gevolgen hebben.
2. Stel de gewenste opstartvolgorde in. 3. Druk op F10 om de wijzigingen op te slaan en het systeem opnieuw op te starten. U kunt de opstartvolgorde tijdelijk wijzigen door het volgende te doen: 1. Zet de computer uit. 2. Zet de computer aan. Druk zodra het logoscherm verschijnt op de toets F12. 3. Selecteer het apparaat waarvan u de computer wilt opstarten. Druk vervolgens op Enter.
• Embedded Controller Version • ME Firmware Version • Machine Type Model • System-unit serial number • System board serial number • Asset Tag • CPU Type • CPU Speed • Installed Memory • UUID • MAC Address (Internal LAN) • Preinstalled operating system license • UEFI Secure Boot • OA3 ID • OA2 Menu Config Opmerking: De menuopties van het BIOS kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd. Afhankelijk van het model kan de standaardwaarde afwijken.
Beschrijvingen: schakel de IPv4 (Internet Protocol versie 4) network stack in of uit voor de UEFI-omgeving. Dit menu wordt alleen weergegeven in de opstartmodus UEFI Only of de opstartmodus Both met UEFI first. • UEFI IPv6 Network Stack Waarden: Disabled, Enabled Beschrijving: schakel de IPv6 (Internet Protocol versie 6) network stack in of uit voor de UEFI-omgeving. Dit menu wordt alleen weergegeven in de opstartmodus UEFI Only of de opstartmodus Both met UEFI first.
Opmerking: Als u een externe muis wilt gebruiken, selecteert u Disabled. • Trackpad Waarden: Disabled, Enabled Beschrijvingen: schakel de ingebouwde trackpad in of uit. Opmerking: Als u een externe muis wilt gebruiken, selecteert u Disabled. • Fn and Ctrl Key swap Waarden: Disabled, Enabled Beschrijvingen: als u Enabled selecteert, werkt de Fn-toets als de Ctrl-toets en werkt de Ctrl-toets als de Fn-toets.
• Boot Time Extension Waarden: Disabled, 1 second, 2 seconds, 3 seconds, 5 seconds, 10 seconds Beschrijvingen: tijdens het opstartproces bestaat de kans dat de computer niet de externe beeldschermen detecteert die meer tijd nodig hebben voordat ze gereed zijn. Selecteer hoe lang u de opstartprocedure wilt maken. Power • Intel (R) SpeedStep technology Waarden: Disabled, Enabled Beschrijvingen: selecteer de modus van de Intel SpeedStep®-technologie tijdens runtime.
Beschrijvingen: schakel een functie in of uit voor het inschakelen van de computer wanneer de netvoedingsadapter is aangesloten. Beep and Alarm • Password Beep Waarden: Disabled, Enabled Beschrijvingen: schakel een geluidssignaal in of uit wanneer de computer wacht op invoer van een systeemwachtwoord, vasteschijfwachtwoord of supervisorwachtwoord. De verschillende geluidssignalen laten u weten of het wachtwoord dat u hebt opgegeven, juist of onjuist is.
– No Security: Thunderbolt-apparaten toestaan automatisch te worden verbonden – User Authorization: Thunderbolt-apparaten toestaan te worden verbonden na autorisatie door de gebruiker – Secure Connect: Toestaan dat Thunderbolt-apparaten worden verbonden met een opgeslagen sleutel die is goedgekeurd door de gebruiker. – Display Port and USB: Alleen toestaan dat DisplayPort-compatibele apparaten en USB-apparaten worden verbonden. Thunderbolt-apparaten mogen niet worden verbonden.
Menu Date/Time Opmerking: De menuopties van het BIOS kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd. Afhankelijk van het model kan de standaardwaarde afwijken. • System Date Beschrijvingen: Stel de datum van het systeem in of wijzig de datum. • System Time Beschrijvingen: Stel de tijd van het systeem in of wijzig de tijd. Menu Security Opmerking: De menuopties van het BIOS kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd. Afhankelijk van het model kan de standaardwaarde afwijken.
Beschrijvingen: Geef een minimumlengte voor systeemwachtwoorden en hard disk passwords op. Als er een supervisorwachtwoord is ingesteld, kunt u de minimumlengte pas wijzigen nadat u zich hebt aangemeld als supervisor. • Power-On Password Waarden: Disabled, Enabled Beschrijvingen: Stel een systeemwachtwoord in om de computer te beveiligen tegen onbevoegd gebruik. Meer informatie vindt u in 'Inleiding tot wachtwoorden' op pagina 49.
Waarden: Disabled, Enabled Beschrijvingen: Schakel de beveiligings-chip in of uit. • Security Chip (voor TPM 1.2) Waarden: Active, Inactive, Disabled Beschrijvingen: als u Activeselecteert, wordt Security Chip geactiveerd. Als u Inactive selecteert, is de Security Chip zichtbaar, maar functioneert deze niet. Als u Disabled selecteert, is de Security Chip verborgen en functioneert deze niet.
Beschrijvingen: schakel de functie Windows UEFI Firmware Update in of uit. Als u Disabled selecteert, slaat het BIOS de Windows UEFI Firmware Update over en kunt u een eerdere versie van het UEFI BIOS doorgeven. Memory Protection • Execution Prevention Waarden: Disabled, Enabled Beschrijvingen: Sommige computervirussen en wormen zorgen ervoor dat geheugenbuffers overlopen. Door deze optie in te schakelen, kunt u de computer beschermen tegen aanvallen van dergelijke virussen en wormen.
Waarden: Disabled, Enabled Beschrijvingen: Als deze optie is ingeschakeld, wordt het verwijderen van een intern opslagapparaat gedetecteerd terwijl uw computer in de slaapstand staat. Als u het interne opslagstation verwijdert terwijl de computer zich in de slaapstand bevindt, wordt de computer uitgeschakeld wanneer u deze wekt, en gaan niet-opgeslagen gegevens verloren.
Beschrijvingen: Wijzig Owner EPOCH in een willekeurige waarde. Gebruik deze optie om gebruikersgegevens van SGX te wissen. Device Guard • Device Guard Waarden: Disabled, Enabled Beschrijvingen: Deze optie wordt gebruikt om Microsoft Device Guard te ondersteunen. Wanneer deze optie is ingeschakeld, worden Intel Virtualization Technology, Intel VT-d Feature, Secure Boot en OS Optimized Defaults automatisch ingeschakeld. De opstartvolgorde kan niet worden geselecteerd.
Waarden: Disabled, Enabled Beschrijvingen: Als u deze optie inschakelt, kunt u het venster Boot Menu openen door F12 ingedrukt te houden wanneer de computer wordt ingeschakeld. • Boot Order Lock Waarden: Disabled, Enabled Beschrijvingen: Schakel deze optie in om de prioriteitsvolgorde van de opstartapparaten te vergrendelen. Menu Restart Opmerking: De menuopties van het BIOS kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd. Afhankelijk van het model kan de standaardwaarde afwijken.
PXE-technologie De Preboot eXecution Environment (PXE)-technologie vereenvoudigt het pc-beheer doordat deze u de mogelijkheid biedt om computer vanaf een server op te starten. De computer ondersteunt de personal computer-functies die voor PXE noodzakelijk zijn. Met de juiste LAN-kaart kan uw computer bijvoorbeeld worden gestart vanaf een PXE-server. Opmerking: De functie Remote Initial Program Load (RIPL of RPL) kan bij uw computer niet worden gebruikt.
U kunt als volgt een Network Boot-volgorde definiëren: 1. Start de computer opnieuw op. Wanneer het logoscherm wordt getoond, drukt u op F1 om het programma ThinkPad Setup te starten. 2. Selecteer Startup ➙ Network Boot. De lijst met opstartapparaten wordt dan afgebeeld. 3. Selecteer een opstartapparaat om deze in te stellen als het apparaat waarmee het opstarten plaatsvindt nadat de computer uit de slaapstand wordt gehaald. 4. Druk op F10 om de instellingen op te slaan en af te sluiten.
76 P71 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 7. RAID configureren In dit hoofdstuk vindt u informatie over de vereisten voor opslagstations voor RAID-niveaus (Redundant Array Of Independent Disks) en instructies voor de configuratie van RAID op uw computer. Kennismaking met RAID RAID is een technologie waarmee door redundantie betere opslagfuncties en betrouwbaarheid worden geleverd. Als een groep onafhankelijke fysieke opslagstations is ingesteld op het gebruik van RAID-technologie, zijn deze in een RAID-array geplaatst.
• Het configuratieprogramma Intel RST openen • RAID-volumes maken • RAID-volumes verwijderen • Opslagstations opnieuw instellen op niet-RAID • RAID 1-volumes herstellen Het configuratieprogramma Intel RST openen In dit onderwerp wordt beschreven hoe u het configuratieprogramma Intel RST kunt openen. RAID inschakelen vanuit ThinkPad Setup Als RAID is uitgeschakeld, moet u RAID handmatig inschakelen voordat u het configuratieprogramma Intel RST opent. Ga als volgt te werk om RAID in te schakelen: 1.
1. Open het configuratieprogramma Intel RST. Zie 'Het configuratieprogramma Intel RST openen' op pagina 78. 2. Selecteer met de pijltoetsen Omhoog en Omlaag de optie Create RAID Volume en druk vervolgens op Enter om het venster CREATE RAID VOLUME te openen. 3. Selecteer met de pijltoetsen Omhoog en Omlaag de opties één voor één om ze te configureren. a. Name: u kunt de standaardnaam gebruiken of zelf een naam voor het RAID-volume typen. b.
Nadat u het RAID-volume hebt verwijderd, wordt het venster Intel (R) Rapid Storage Technology weergegeven. Lidstations van het verwijderde volume worden weergegeven onder Non-RAID Physical Disks. 5. Druk op F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten. Opslagstations opnieuw instellen op niet-RAID In dit onderwerp vindt u instructies voor het gebruik van het configuratieprogramma Intel RST om opslagstations opnieuw in te stellen op niet-RAID.
Hoofdstuk 8. Computerproblemen oplossen Dit hoofdstuk geeft informatie over wat u moet doen als er een probleem met uw computer optreedt. Algemene voorzorgsmaatregelen In dit hoofdstuk staan de volgende tips om u te helpen met het voorkomen van computerproblemen: • Leeg de prullenbak regelmatig. • Voer het programma Schijfdefragmentatie uit op het opslagstation om gegevens sneller te kunnen zoeken en lezen.
Bij ThinkPad-notebookcomputers wordt een groep diagnoseprogramma's geleverd waarmee de oorzaak van hardwareproblemen kan worden opgespoord. Lenovo Companion is vooraf op uw computer geïnstalleerd en kan ook worden gedownload van: https://shop.lenovo.com/us/en/accessories/software/apps/lenovo-apps/companion/ Opmerking: Als u het probleem niet zelf kunt opsporen en verhelpen nadat u Lenovo Companion hebt uitgevoerd, slaat u de door het programma gemaakte logboekgegevens op en drukt u deze gegevens af.
3. Verwijder, terwijl de computer uitgeschakeld is, alle energiebronnen (verwisselbare batterij en netvoedingsadapter). Verwijder alle externe apparaten die op de computer zijn aangesloten (toetsenbord, muis, printer, scanner, enz.). Herhaal stap 2. Als stap 2 niet werkt, ga dan door met stap 4. Opmerking: De volgende stappen betreffen het verwijderen van onderdelen uit de computer die gevoelig zijn voor statische elektriciteit.
Oplossing: Het EEPROM-controlegetal is onjuist (blok 0 en blok 1). De systeemplaat moet worden vervangen en het serienummer van de machine moet opnieuw worden geïnstalleerd. Laat de computer nazien. • Bericht: 0189: Ongeldig informatiegebied voor RFID-configuratie Oplossing: Het EEPROM-controlegetal is onjuist (blok 4 en blok 5). De systeemplaat moet worden vervangen en het UUID (Universally Unique Identifier) moet opnieuw worden geïnstalleerd. Laat de computer nazien.
• Bericht: Ventilatorstoring. Oplossing: De ventilator werkt niet. Schakel de computer onmiddellijk uit en laat de computer nazien. • Bericht: Fout in thermische sensor. Oplossing: de thermische sensor heeft een probleem. Schakel de computer onmiddellijk uit en laat de computer nazien. • Bericht: Fout: de variabele UEFI-opslag van het niet-vluchtige systeem is bijna vol.
Foutcodes 0001: resetfout (platformreset niet uitgeschakeld) Oplossingen 1. Verwijder alle voedingsbronnen (de netvoedingsadapter, de verwisselbare batterij en de knoopcelbatterij). Sluit vervolgens alle voedingsbronnen weer aan. 2. Vervang de systeemplaat (alleen serviceprovider). 0002: interne busfout Vervang de systeemplaat (alleen serviceprovider). 0281: algemene fout met ingebouwde controller Vervang de systeemplaat (alleen serviceprovider). 0282: fout met geheugenmodule 1.
Ethernet-problemen • Probleem: Mijn computer kan geen verbinding met het netwerk maken. Oplossing: Controleer of: – De kabel is correct geplaatst. De netwerkkabel moet goed zijn aangesloten op zowel de ethernetpoort van de computer als op de RJ45-aansluiting van de hub. De maximaal toegestane afstand van de computer tot de hub is 100 meter. Probeer een andere kabel als de problemen zich blijven voordoen ondanks dat de kabel goed is aangesloten en de afstand niet te groot is.
Probleem met draadloos LAN Probleem: U kunt geen verbinding maken met het netwerk via de geïntegreerde draadloze netwerkkaart. Oplossing: Controleer of: • De Vliegtuigstand is uitgeschakeld. • Van het stuurprogramma voor uw draadloos LAN de meest recente versie geïnstalleerd is. • Uw computer bevindt zich binnen het bereik van een draadloos toegangspunt. • De draadloze radio is ingeschakeld.
• Probleem: Het TrackPoint-aanwijsapparaat of de trackpad werkt niet. Oplossing: Controleer in het venster Muiseigenschappen of het TrackPoint-aanwijsapparaat of de trackpad wel is ingeschakeld. Meer informatie vindt u in 'Het ThinkPad-aanwijsapparaat aanpassen' op pagina 23. Problemen met het toetsenbord • Probleem: Alle of enkele toetsen van het toetsenbord werken niet. Oplossing: Als er een extern numeriek toetsenblok is aangesloten, doet u het volgende: 1. Zet de computer uit. 2.
• Probleem: Wanneer ik de computer aanzet, wordt er niets op het scherm weergegeven en klinkt er tijdens het opstarten geen geluidssignaal. Opmerking: Als u niet zeker weet of de computer een geluidssignaal heeft gegeven, zet u de computer uit door de aan/uit-knop meer dan vier seconden ingedrukt te houden. Zet de computer daarna weer aan en luister nogmaals. Oplossing: Controleer of: – De batterij goed is geïnstalleerd.
– het beeldschermstuurprogramma op de juiste manier is geïnstalleerd. – de schermresolutie en de kleurdiepte goed zijn ingesteld. – het beeldschermtype goed is ingesteld. U kunt deze instellingen als volgt controleren: 1. Klik met de rechtermuisknop op een leeg gebied op het bureaublad en klik op Beeldscherminstellingen ➙ Geavanceerde weergave-instellingen. Opmerking: Als uw computer het externe beeldscherm niet kan detecteren, klikt u op Detecteren in het venster Beeldscherm. 2.
3. Zie de handleiding van het externe beeldscherm om te controleren welke resoluties en verversingsfrequenties worden ondersteund. – Als het externe beeldscherm dezelfde resolutie ondersteunt als het beeldscherm van de computer of als het externe beeldscherm een hogere resolutie ondersteunt, bekijkt u de uitvoer op het externe beeldscherm of op het externe beeldscherm en het beeldscherm van de computer.
• Probleem: De schermpositie op het externe beeldscherm is onjuist wanneer dit beeldscherm is ingesteld op een hogere resolutie. Oplossing: Wanneer u een hogere resolutie zoals 1600 x 1200 pixels gebruikt, gebeurt het soms dat het beeld naar links of naar rechts wordt verschoven op het scherm. Om dit te corrigeren moet u eerst controleren of het externe beeldscherm de door u ingestelde weergavestand ondersteunt (resolutie en verversingsfrequentie).
• Probleem: Het geluid kan niet worden uitgezet, ook niet als ik het hoofdvolume helemaal op het minimum instel. Oplossing: U hoort nog steeds geluid, terwijl u het Hoofdvolume helemaal laag hebt gezet. Als u het geluid helemaal uit wilt zetten, gaat u naar de hoofdvolumeregeling en selecteert u het vakje Luidsprekers dempen. • Probleem: Als ik bij het afspelen van geluid een hoofdtelefoon op mijn computer aansluit, produceert de luidspreker geen geluid.
Oplossing: De batterij is te veel ontladen. Sluit de netvoedingsadapter aan op de computer en laat de batterij opladen. Als de batterij na 24 uur nog niet helemaal is opgeladen, moet u een nieuwe batterij gebruiken. • Probleem: De computer wordt uitgeschakeld voordat het batterijstatuspictogram aangeeft dat de batterij leeg is. Oplossing: Ontlaad en herlaad de batterij twee keer volledig. Gebruik een nieuwe batterij als het probleem zich blijft voordoen.
4. Controleer of het stopcontact werkt door er een ander apparaat op aan te sluiten. • Probleem: Mijn computer werkt niet op de batterij. Oplossing: Voer de volgende controles uit: 1. Verwijder de batterij en plaats de batterij terug om ervoor te zorgen dat de batterij correct is geplaatst. 2. Als de batterij leeg is, sluit u de netvoedingsadapter aan om te batterij weer op te laden. 3. Als de batterij is opgeladen maar de computer niet werkt, moet u de batterij door een nieuwe vervangen.
inschakelt en het computerbeeldscherm zwart blijft, drukt u op de wisselknop van de weergavemodus om het computerbeeldscherm te activeren. • Probleem: De computer kan de slaapstand niet verlaten, of het systeemstatuslampje knippert langzaam en de computer werkt niet. Oplossing: Als het systeem niet ontwaakt uit de slaapstand, kan dat komen omdat het systeem automatisch in de sluimerstand of de slaapstand is gezet omdat de batterij leeg was. Controleer het systeemstatuslampje.
Probleem met het SSD-station Probleem: Wanneer u met behulp van de compressiefunctie van het Windows-besturingssysteem bestanden of mappen comprimeert en deze vervolgens weer decomprimeert, verloopt het lezen of schrijven van die bestanden of mappen bijzonder traag. Oplossing: Gebruik het programma Schijfdefragmentatie van het Windows-besturingssysteem, zodat u sneller toegang krijgt tot de gegevens. Softwareprobleem Probleem: Een bepaald programma werkt niet goed.
Hoofdstuk 9. Informatie over systeemherstel In dit hoofdstuk vindt u informatie over de Windows-hersteloplossingen voor het Windows 10-besturingssysteem. Fabrieksinstellingen van computer terugzetten Als de computer niet goed presteert, kunt u proberen de computer opnieuw in te stellen. Als u de computer opnieuw instelt, kunt u ervoor kiezen uw bestanden te behouden of te verwijderen en vervolgens het Windows-besturingssysteem opnieuw installeren.
Een USB-herstelstation maken en gebruiken U kunt een USB-herstelstation maken als back-up voor de herstelprogramma's van Windows. Met het USB-herstelstation kunt u problemen oplossen, zelfs als de vooraf geïnstalleerde herstelprogramma's van Windows zijn beschadigd. Wij raden u aan dat u in een zo vroeg mogelijk stadium een USB-herstelstation maakt.
Hoofdstuk 10. Apparaten vervangen In dit hoofdstuk vindt u instructies voor het installeren en vervangen van de hardware in uw computer. Voorkomen van statische elektriciteit Statische elektriciteit is ongevaarlijk voor uzelf, maar kan de computeronderdelen en de opties zwaar beschadigen. Onjuiste behandeling van onderdelen die gevoelig zijn voor statische elektriciteit, kan leiden tot schade aan die onderdelen.
GEVAAR Als de oplaadbare batterij niet op de juiste manier in het apparaat wordt geïnstalleerd, kan hij ontploffen. De batterij bevat een klein aantal schadelijke stoffen. Om verwondingen te voorkomen, dient u zich aan de volgende richtlijnen te houden: • Vervang de batterij alleen door een door Lenovo aanbevolen batterij van hetzelfde type. • Houd de batterij uit de buurt van open vuur. • Stel de batterij niet bloot aan overmatige warmte. • Stel de batterij niet bloot aan water of regen.
5. Vergrendel de vergrendeling van de batterij. 6. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels weer op de computer aan. De micro-SIM-kaart vervangen Lees voordat u begint de 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina v en druk de volgende instructies af. Een micro-SIM-kaart is een kleine plastic kaart met een IC-chip (Integrated Circuit) bevestigd aan één kant van de kaart.
4. Doe het volgende: a. Druk voorzichtig op de micro-SIM-kaart om deze uit te werpen 1 . b. Schuif de micro-SIM-kaart uit de sleuf 2 . c. Let op de juiste richting van de nieuwe micro-SIM-kaart en plaats de kaart in de sleuf 3 . 5. Plaats de verwisselbare batterij terug. 6. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels weer op de computer aan. De bodemafdekplaat vervangen Lees voordat u begint de 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina v en druk de volgende instructies af.
4. Draai de schroeven los waarmee de plaat is vastgezet. 5. Til de linkerkant van de bodemafdekplaat iets op met uw vinger. Verwijder vervolgens de bodemafdekplaat. Hoofdstuk 10.
6. Plaats een nieuwe bodemafdekplaat. Controleer of de klemmen van de bodemafdekplaat onder de klep aan de onderkant van de computer vastzitten. 7. Draai de schroeven van de bodemafdekplaat weer vast. 8. Plaats de verwisselbare batterij terug. 9. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels weer op de computer aan. Het optische-schijfstation vervangen Lees voordat u begint de 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina v en druk de volgende instructies af.
5. Verwijder de schroef 1 . Duw het optisch station een stukje naar buiten 2 en trek het vervolgens uit de computer 3 . 6. Zet het nieuwe optisch station stevig vast 1 en draai de schroef 2 weer aan. 7. Plaats de bodemafdekplaat opnieuw. 8. Plaats de verwisselbare batterij terug. 9. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels weer op de computer aan.
3. Verwijder de verwisselbare batterij. Zie 'De verwisselbare batterij vervangen' op pagina 101. 4. Verwijder de bodemafdekplaat. Zie 'De bodemafdekplaat vervangen' op pagina 104. 5. Verwijder de draadloos-WAN-kaart als volgt: a. Als er in het pakket bij de nieuwe draadloos-WAN-kaart een hulpmiddel is geleverd voor het lostrekken van kabels, gebruikt u dit om de antennekabels los te koppelen van de oude kaart.
6. U installeert een nieuwe draadloos-WAN-kaart als volgt: a. Lijn de contactrand van de nieuwe draadloos-WAN-kaart uit met de sleutel in de sleuf. Steek de nieuwe kaart vervolgens voorzichtig in de sleuf onder een hoek van ongeveer 20 graden 1 . b. Draai de draadloos-WAN-kaart omlaag 2 . c. Breng de schroef aan waarmee de draadloos-WAN-kaart wordt bevestigd 3 . d. Sluit de kabels aan op de draadloos-WAN-kaart 4 .
De computer beschikt over twee M.2 SSD-sleuven. Let erop dat u het juiste menu-item selecteert wanneer u de M.2 SSD-stationssleuf instelt in ThinkPad Setup. • De bijbehorende menu-optie voor sleuf a is ATA HDD3 of NVMe1. • De bijbehorende menu-optie voor sleuf b is ATA HDD2 of NVMe0. Ga als volgt te werk om het M.2 SSD-station te vervangen: 1. Schakel de computer uit en ontkoppel de netvoeding en alle kabels. 2. Sluit het beeldscherm en keer de computer om. 3. Verwijder de verwisselbare batterij.
6. Plaats een nieuw M.2 SSD-station als volgt: a. Open de folie en houd deze helemaal open 1 . b. Lijn de contactrand van het nieuwe M.2 SSD-station uit de sleutel in de sleuf 2 . Steek vervolgens het nieuwe station voorzichtig in de sleuf onder een hoek van ongeveer 20 graden. c. Kantel het M.2 SSD-station naar beneden 3 . d. Draai de schroef aan om het nieuwe M.2 SSD-station 4 vast te zetten. 7. Plaats de bodemafdekplaat opnieuw. 8. Plaats de verwisselbare batterij terug. 9. Keer de computer om.
5. Verwijder de schroeven waarmee het toetsenbord is bevestigd. 6. Keer de computer weer om en open het beeldscherm. Druk licht op het toetsenbord in de afgebeelde richting om de klemmen van het afdekplaatje van het toetsenbord te ontgrendelen.
7. Kantel het toetsenbord iets omhoog, totdat u de aansluitingen aan de onderkant van het toetsenbord ziet. Keer het toetsenbord om. 8. Laat het toetsenbord op de polssteun rusten en ontkoppel de aansluitingen. Verwijder vervolgens het toetsenbord. Ga als volgt te werk om het nieuwe toetsenbord te installeren: Hoofdstuk 10.
1. Sluit de aansluitingen aan en draai het toetsenbord om. 2. Leg het toetsenbord op zijn plaats. Zorg ervoor dat de bovenste rand van het toetsenbord (de rand die zich dicht bij het beeldscherm bevindt) onder het afdekpaneel van het toetsenbord zit.
3. Schuif het toetsenbord in de richting die wordt aangegeven. Zorg ervoor dat de klemmen onder het toetsenbordframe zitten. 4. Sluit het beeldscherm en keer de computer om. Breng de schroeven aan om het toetsenbord vast te zetten. 5. Plaats de bodemafdekplaat opnieuw. 6. Plaats de verwisselbare batterij terug. 7. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels weer op de computer aan.
GEVAAR Als de knoopcelbatterij niet op de juiste manier in het apparaat wordt geïnstalleerd, kan hij ontploffen. De knoopcelbatterij bevat een kleine hoeveelheid schadelijke stoffen. Om verwondingen te voorkomen, dient u zich aan de volgende richtlijnen te houden: • Vervang de batterij alleen door een door Lenovo aanbevolen batterij van hetzelfde type. • Houd de batterij uit de buurt van open vuur. • Stel de batterij niet bloot aan overmatige warmte. • Stel de batterij niet bloot aan water of regen.
7. Ontkoppel de aansluiting 1 en verwijder de knoopcelbatterij 2 . 8. Plaats een nieuwe knoopcelbatterij 1 en sluit de aansluiting 2 aan. Hoofdstuk 10.
9. Installeer het afdekplaatje 1 2 en draai de schroef 3 aan. 10. Plaats het toetsenbord weer. 11. Plaats de bodemafdekplaat opnieuw. 12. Plaats de verwisselbare batterij terug. 13. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels weer op de computer aan. 14. Nadat u de knoopcelbatterij hebt vervangen, stelt u de systeemdatum en -tijd opnieuw in via het programma ThinkPad Setup. Zie 'Menu Date/Time' op pagina 67.
5. Trek aan de tape om het vaste-schijfstation uit het compartiment te halen. 6. Maak de beugel van het vaste-schijfstation los. 7. Bevestig de beugel aan een nieuw vaste-schijfstation. Hoofdstuk 10.
8. Plaats het nieuwe vaste-schijfstation in het compartiment en kantel het station vervolgens naar beneden. 9. Plaats de bodemafdekplaat opnieuw. 10. Plaats de verwisselbare batterij terug. 11. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels weer op de computer aan. Het vaste-schijfstation in het compartiment voor optische stations vervangen Lees voordat u begint de 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina v en druk de volgende instructies af.
5. Verwijder de schroef 1 en duw de adapter met het vaste-schijfstation eruit 2 . Trek vervolgens de adapter uit de computer 3 . . 6. Draai de schroeven 1 los en open het klepje van adapter 2 . Hoofdstuk 10.
7. Verwijder het vaste-schijfstation. 8. Maak de beugel van het vaste-schijfstation los. U kunt als volgt een nieuw vaste-schijfstation installeren in het compartiment voor optische stations: 1. Bevestig de beugel aan het nieuwe vaste-schijfstation.
2. Plaats het nieuwe vaste-schijfstation in de adapter 1 en kantel het naar beneden 2 . Zorg ervoor dat het station goed op zijn plaats zit. 3. Sluit het klepje van de adapter. 4. Draai de schroeven vast. Hoofdstuk 10.
5. Plaats de adapter 1 in het compartiment voor optische stations en draai de schroef vast 2 . 6. Plaats de bodemafdekplaat opnieuw. 7. Plaats de verwisselbare batterij terug. 8. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels weer op de computer aan. De geheugenmodule onder de bodemafdekplaat vervangen Lees voordat u begint de 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina v en druk de volgende instructies af. Attentie: Raak de contactrand van de geheugenmodule beslist niet aan.
5. U verwijdert de geheugenmodule als volgt: a. Open de folie en houd deze helemaal open 1 . b. Druk de klemmetjes aan weerszijden van het geheugencompartiment tegelijkertijd naar buiten 2 . c. Verwijder de geheugenmodule 3 . Hoofdstuk 10.
6. U installeert een nieuwe geheugenmodule als volgt: Opmerking: Als u slechts één geheugenmodule installeert, gebruik daarvoor dan altijd de bovenste sleuf. a. Open de folie en houd deze helemaal open 1 . b. Plaats de nieuwe geheugenmodule onder een hoek van ongeveer 20 graden in het geheugencompartiment 2 . c. Kantel de geheugenmodule omlaag totdat deze vastklikt 3 . Zorg ervoor dat de geheugenmodule stevig in het geheugencompartiment wordt geplaatst en niet gemakkelijk kan worden bewogen. 7.
6. Draai de schroef 1 los en verwijder het afdekplaatje 2 . 7. U verwijdert de geheugenmodule als volgt: a. Open de folie en houd deze helemaal open 1 . b. Druk de klemmetjes aan weerszijden van het geheugencompartiment tegelijkertijd naar buiten 2 . c. Verwijder de geheugenmodule 3 . Hoofdstuk 10.
8. U installeert een nieuwe geheugenmodule als volgt: Opmerking: Als u slechts één geheugenmodule installeert, gebruik daarvoor dan altijd de bovenste sleuf. a. Open de folie en houd deze helemaal open 1 . b. Plaats de nieuwe geheugenmodule onder een hoek van ongeveer 20 graden in het geheugencompartiment 2 . c. Kantel de geheugenmodule omlaag totdat deze vastklikt 3 . Zorg ervoor dat de geheugenmodule stevig in het geheugencompartiment wordt geplaatst en niet gemakkelijk kan worden bewogen. 9.
Hoofdstuk 11. Ondersteuning In dit hoofdstuk vindt u informatie over de hulp en ondersteuning die Lenovo te bieden heeft. Voordat u contact opneemt met Lenovo Vaak kunt u computerproblemen oplossen door de informatie bij de uitleg van foutcodes te lezen, diagnoseprogramma´s uit te voeren of de website Lenovo Support te raadplegen. De computer registreren Registreer uw computer bij Lenovo. Raadpleeg 'De computer registreren' op pagina 17 voor meer informatie.
op http://www.lenovo.com/support. Het gaat daarbij om gedrukte boeken, elektronische boeken, readme-bestanden en Help-bestanden. De Microsoft Servicepacks zijn de nieuwste softwarebron voor productupdates voor Windows. Deze zijn beschikbaar als download via het internet (hiervoor kunnen kosten voor de verbinding in rekening worden gebracht) of op schijf. Ga voor meer informatie en links naar https://www.microsoft.com.
Blijft indien mogelijk bij uw computer wanneer u Lenovo belt. Controleer voordat u belt of u de meest recente stuurprogramma's en systeemupdates hebt gedownload, de diagnoseprogramma's hebt uitgevoerd en alle systeemgegevens hebt genoteerd.
132 P71 Gebruikershandleiding
Bijlage A. Aanvullende informatie over het Ubuntu-besturingssysteem In bepaalde landen en regio's biedt Lenovo klanten de mogelijkheid computers te bestellen waarop het besturingssysteem Ubuntu® is geïnstalleerd. Als het Ubuntu-besturingssysteem beschikbaar is op uw computer, raden we u aan de volgende informatie te lezen voordat u de computer gebruikt. U kunt informatie over (hulp)programma's van Windows en vooraf geïnstalleerde toepassingen van Lenovo in deze documentatie negeren.
134 P71 Gebruikershandleiding
Bijlage B. Regelgeving In dit hoofdstuk vindt u informatie over de regelgeving en naleving met betrekking tot Lenovo-producten. Informatie over certificering Productnaam: ThinkPad P71 Nalevings-id: TP00074B Machinetypen: 20HK en 20HL De meest recente informatie over naleving is beschikbaar op: http://www.lenovo.com/compliance Informatie over draadloze communicatie In dit onderwerp vindt u informatie over draadloze mogelijkheden met betrekking tot Lenovo-producten.
• Een andere omgeving waarbij mogelijke storing van andere apparatuur of diensten als hinderlijk of gevaarlijk wordt beschouwd. Als u niet precies weet wat het beleid is ten aanzien van het gebruik van draadloze apparaten in een bepaald gebied (zoals een vliegveld of een ziekenhuis), kunt u het beste, voordat u de computer aanzet, om toestemming vragen om een draadloos apparaat te mogen gebruiken.
Informatie over naleving regels voor draadloze radio's Mexico Advertencia: En Mexico la operación de este equipo estásujeta a las siguientes dos condiciones: (1) es posible que este equipo o dispositivo no cause interferencia perjudicial y (2) este equipo o dispositivo debe aceptar cualquier interferencia, incluyendo la que pueda causar su operación no deseada.
Verklaring van conformiteit met industriële emissierichtlijn Canada Klasse B CAN ICES-3(B)/NMB-3(B) EU-conformiteit Contactadres in de EU: Lenovo, Einsteinova 21, 851 01 Bratislava, Slovakia Modellen zonder radiografisch toestel: Dit product voldoet aan de voorwaarden voor bescherming zoals opgenomen in EMC-richtlijn 2014/30/EU van de Europese Commissie inzake de harmonisering van de wetgeving van Lidstaten met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit.
Einhaltung des Gesetzes über die elektromagnetische Verträglichkeit von Betriebsmitteln Dieses Produkt entspricht dem „Gesetz über die elektromagnetische Verträglichkeit von Betriebsmitteln“ EMVG (früher „Gesetz über die elektromagnetische Verträglichkeit von Geräten“). Dies ist die Umsetzung der EMV EU-Richtlinie 2014/30/EU in der Bundesrepublik Deutschland. Zulassungsbescheinigung laut dem Deutschen Gesetz über die elektromagnetische Verträglichkeit von Betriebsmitteln, EMVG vom 20.
Audiokennisgeving Brazilië Ouvir sons com mais de 85 decibéis por longos períodos pode provocar danos ao sistema auditivo.
Bijlage C. Kennisgevingen inzake WEEE en recycling In dit hoofdstuk vindt u milieu-informatie over Lenovo-producten. Algemene informatie over recyclen Lenovo moedigt eigenaren van IT-apparatuur aan om hun apparatuur, wanneer deze niet meer nodig is, op een verantwoorde manier te laten recyclen. Lenovo kent een veelheid aan programma's en services om eigenaren te helpen bij de recycling van hun IT-producten. Ga voor informatie over het recyclen van Lenovo-producten naar: http://www.lenovo.
Informatie over WEEE voor Hongarije Lenovo betaalt als producent de kosten die worden gemaakt in verband met de naleving van de verplichtingen van Lenovo onder de Hongaarse wet 197/2014 (VIII.1.) subsecties (1)-(5) van sectie 12.
Recyclinginformatie voor Brazilië Declarações de Reciclagem no Brasil Descarte de um Produto Lenovo Fora de Uso Equipamentos elétricos e eletrônicos não devem ser descartados em lixo comum, mas enviados à pontos de coleta, autorizados pelo fabricante do produto para que sejam encaminhados e processados por empresas especializadas no manuseio de resíduos industriais, devidamente certificadas pelos orgãos ambientais, de acordo com a legislação local.
Lithiumbatterijen en batterijen van Lenovo-producten weggooien In uw Lenovo-product kan een lithium-knoopcelbatterij zijn geïnstalleerd. Details van de batterij kunt u vinden in de productdocumentatie. Als u de batterij moet vervangen, neem dan contact op met de verkoper van het product of met Lenovo. Als u een lithiumbatterij weggooit, omwikkelt u hem met vinyltape en levert u hem in bij de verkoper of een inzamelstation voor chemisch afval.
Bijlage D. Kennisgeving beperking van schadelijke stoffen (Restriction of Hazardous Substances, RoHS) De nieuwste milieu-informatie over Lenovo-producten is beschikbaar op: http://www.lenovo.
146 P71 Gebruikershandleiding
Beperking van schadelijke stoffen (RoHS, Restriction of Hazardous Substances) voor Taiwan Bijlage D.
148 P71 Gebruikershandleiding
Bijlage E. Informatie over ENERGY STAR-modellen ENERGY STAR® is een gezamenlijk programma van de U.S. Environmental Protection Agency en de U.S. Department of Energy, bedoeld voor het besparen van kosten en het beschermen van het milieu door middel van energiezuinige producten en procedures. Met trots biedt Lenovo haar klanten producten aan die zijn onderscheiden met een ENERGY STAR.
5. Vink het selectievakje Dit apparaat toestaan om de computer te laten ontwaken uit. 6. Klik op OK.
Bijlage F. Kennisgevingen Mogelijk brengt Lenovo de in dit document genoemde producten, diensten of voorzieningen niet uit in alle landen. Neem contact op met uw plaatselijke Lenovo-vertegenwoordiger voor informatie over de producten en diensten die in uw regio beschikbaar zijn. Verwijzing in deze publicatie naar producten of diensten van Lenovo houdt niet in dat uitsluitend Lenovo-producten of -diensten gebruikt kunnen worden.
zijn bepaalde metingen feitelijk schattingen die middels extrapolatie tot stand zijn gekomen. De werkelijk resultaten kunnen hiervan afwijken. Gebruikers van dit document dienen de gegevens te controleren die specifiek op hun omgeving van toepassing zijn. Dit document is auteursrechtelijk beschermd door Lenovo en wordt niet gedekt door enige open-sourcelicentie, met inbegrip van enige Linux-overeenkomst(en) die bij de software voor dit product is/zijn geleverd.
Bijlage G. Handelsmerken De volgende benamingen zijn handelsmerken van Lenovo in de Verenigde Staten en/of andere landen: Active Protection System Lenovo Lenovo-logo ThinkPad ThinkPad-logo TrackPoint UltraConnect Intel, Intel SpeedStep en Thunderbolt zijn handelsmerken van Intel Corporation of haar dochterondernemingen in de Verenigde Staten en/of andere landen. Microsoft, Windows, Direct3D, BitLocker en Cortana zijn handelsmerken van de Microsoft-bedrijvengroep.
154 P71 Gebruikershandleiding