P52 Gebruikershandleiding
Opmerking: Lees het volgende aandachtig door voordat u deze informatie en het product dat het ondersteunt, gebruikt: • Veiligheid en garantie • Installatiegids • 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina v Lenovo® is continu bezig de documentatie van uw computer te verbeteren, met inbegrip van deze Gebruikershandleiding. Voor de meest recente documenten gaat u naar: https://support.lenovo.com Eerste uitgave (Juni 2018) © Copyright Lenovo 2018.
Inhoud Belangrijke veiligheidsvoorschriften . . v Lees dit eerst . . . . . . . . . . . . . . Belangrijke informatie over het gebruik van uw computer . . . . . . . . . . . . . . . Situaties waarin onmiddellijk handelen vereist is Service en upgrades . . . . . . . . . . . Netsnoeren en voedingsadapters . . . . . . Verlengsnoeren en vergelijkbare accessoires . Stekkers en stopcontacten . . . . . . . . Kennisgeving voedingseenheid. . . . . . . Externe apparatuur . . . . . . . . . . .
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . 48 Hoofdstuk 5. Beveiliging . . . . . . . 51 Wachtwoorden gebruiken . . . . . . . . Inleiding tot wachtwoorden . . . . . Een wachtwoord instellen, wijzigen of verwijderen . . . . . . . . . . . . Beveiliging van de vaste schijf . . . . . . De beveiligingschip instellen . . . . . . . De vingerafdruklezer gebruiken. . . . . . Gegevens verwijderen van een opslagstation Firewalls gebruiken . . . . . . . . . . Gegevens beschermen tegen virussen . . . . . . . . .
Bijlage A. Aanvullende informatie over het Ubuntu-besturingssysteem . . . . 133 Bijlage B. Regelgeving . . . . . . . . 135 Informatie over certificering . . . . . . . . . Informatie over draadloze communicatie . . . . Compatibiliteit van draadloze apparatuur . . Gebruiksomgeving en uw gezondheid . . . Plaats van de UltraConnect-antennes voor draadloze communicatie . . . . . . . . Informatie over naleving regels voor draadloze radio's . . . . . . . . . . . . . . .
iv P52 Gebruikershandleiding
Belangrijke veiligheidsvoorschriften Opmerking: Lees eerst de belangrijke veiligheidsinformatie. Lees dit eerst Deze informatie helpt u uw notebookcomputer veilig te gebruiken. Gebruik en bewaar alle informatie die bij uw computer is geleverd. De informatie in dit document vormt op geen enkele manier een wijziging van de voorwaarden in de koopovereenkomst of de Beperkte Garantie. Raadpleeg 'Informatie over de garantie' in de publicatie Veiligheid en garantie die is meegeleverd met uw computer.
Bescherm uzelf goed tegen de warmte die door de netvoedingsadapter wordt gegenereerd. Als de computer via de netvoedingsadapter is aangesloten op het stopcontact, wordt de adapter warm. Bij langdurig contact met uw lichaam kunnen er, ook door uw kleding heen, brandwonden ontstaan. • Zorg dat de adapter op dergelijke momenten niet tegen uw lichaam komt. • Gebruik de netvoedingsadapter nooit om u eraan op te warmen. Zorg dat uw computer niet nat wordt.
Ga te allen tijde voorzichtig om met uw computer. Voorkom het vallen, stoten, bekrassen, verdraaien, trillen en indrukken van de computer, en plaats geen zware voorwerpen op de computer, het beeldscherm of de externe apparaten. Wees voorzichtig als u de computer meeneemt. • Gebruik een hoogwaardige draagtas die voldoende steun en bescherming biedt. • Stop de computer niet in een overvolle koffer of tas.
• Gebroken of beschadigde netsnoeren, stekkers, adapters, verlengsnoeren, piekspanningsbeveiligingen of voedingseenheden. • Tekenen van oververhitting, rook, vonken of vuur. • Schade aan een batterij (zoals barsten of deuken), spontane ontlading of lekkage uit de batterij (herkenbaar aan vreemde stoffen). • Een krakend, sissend of knallend geluid of een sterke geur afkomstig uit het product.
Netsnoeren en voedingsadapters GEVAAR Gebruik alleen netsnoeren en voedingsadapters die door de fabrikant van het product zijn geleverd. Netsnoeren dienen goedgekeurd te zijn voor veiligheid. Voor Duitsland moet dit H03VV-F, 3G, 0,75 mm2 of beter zijn. In andere landen moet aan overeenkomstige veiligheidseisen zijn voldaan. Wind een netsnoer nooit om een voedingsadapter of een ander voorwerp. Hierdoor kan er een mechanische spanning op het snoer komen te staan, waardoor het kan rafelen of scheuren.
Stekkers en stopcontacten GEVAAR Als het stopcontact waarop u de computerapparatuur wilt aansluiten, beschadigd of verroest blijkt te zijn, gebruik het dan niet tot een gekwalificeerde elektricien het heeft vervangen. Verbuig of verander de stekker niet. Als de stekker beschadigd is, bestel dan een vervangend exemplaar bij de fabrikant. Gebruik voor de computer niet hetzelfde stopcontact als voor andere elektrische apparaten die veel stroom gebruiken.
Externe apparatuur WAARSCHUWING: Sluit geen andere externe kabels of snoeren aan dan USB- en 1394-kabels als de computer is ingeschakeld. Anders kan de computer beschadigd raken. Om schade aan de aangesloten apparaten te voorkomen, dient u na het uitschakelen van de computer minimaal vijf seconden te wachten voordat u de externe apparaten ontkoppelt.
Kennisgeving voor niet-oplaadbare knoopcelbatterij GEVAAR Als de knoopcelbatterij niet op de juiste manier in het apparaat wordt geïnstalleerd, kan hij ontploffen. De batterij bevat een kleine hoeveelheid schadelijke stoffen. Let op dat de batterij niet warmer wordt dan 100 °C. De volgende verklaring geldt voor gebruikers in de staat Californië, V.S. Informatie over perchloraat voor Californië: Producten die zijn uitgerust met lithium-knoopcelbatterijen met mangaandioxide, kunnen perchloraat bevatten.
Warmte en ventilatie GEVAAR Computers, netvoedingsadapters en veel accessoires genereren warmte als ze aan staan en als een batterij wordt opgeladen. Door hun compacte formaat kunnen notebookcomputers een aanzienlijke hoeveelheid warmte produceren. Neem daarom altijd de volgende elementaire voorzorgsmaatregelen: • Als de computer aan staat of als de batterij wordt opgeladen, kunnen de onderkant, de polssteun en bepaalde andere onderdelen warm worden.
Veiligheidsvoorschriften voor elektriciteit GEVAAR Elektrische stroom van lichtnet-, telefoon- en communicatiekabels is gevaarlijk. Houd u ter voorkoming van een schok aan het volgende: • Gebruik de computer niet tijdens onweer. • Sluit tijdens onweer geen kabels aan en ontkoppel ze niet. Voer ook geen installatie-, onderhouds- of configuratiewerkzaamheden aan dit product uit tijdens onweer. • Sluit alle netsnoeren aan op correct bedrade, geaarde stopcontacten.
Kennisgeving LCD (liquid crystal display) WAARSCHUWING: Het liquid crystal display (LCD-scherm) is gemaakt van glas, en door een ruwe omgang of het laten vallen van de computer kan het LCD-scherm kapotgaan. Als het beeldscherm breekt en de vloeistof uit het scherm in uw ogen of op uw handen komt, moet u de besmette lichaamsdelen onmiddellijk gedurende minstens 15 minuten met water spoelen. Mocht u klachten krijgen of mochten er andere symptomen optreden, raadpleeg dan een arts.
Kennisgeving glazen onderdelen WAARSCHUWING: Bepaalde onderdelen van uw product zijn mogelijk van glas. Dit glas kan breken als het product op een harde ondergrond valt of een grote klap opvangt. Raak het glas niet aan als het breekt en probeer het niet te verwijderen. Stop met uw product te gebruiken tot het glas door bevoegd onderhoudspersoneel wordt vervangen.
Hoofdstuk 1. Productoverzicht Dit hoofdstuk biedt basisinformatie om u vertrouwd te maken met uw computer. De knoppen, aansluitingen en lampjes van de computer In dit gedeelte worden de hardwareonderdelen van de computer beschreven.
Voorkant 1 Infraroodcamera (op bepaalde modellen) 2 Conventionele camera (beschikbaar op modellen met de infraroodcamera) 3 Microfoons 4 Conventionele camera met ThinkShutter (lenskap, beschikbaar op bepaalde modellen) 5 Aan/uit-knop 6 Numeriek toetsenblok 7 Vingerafdruklezer 8 NFC-label (beschikbaar op bepaalde modellen) 9 Trackpad met knoppen 10 TrackPoint®-knoppen 11 TrackPoint-aanwijsknopje 12 Luidsprekers 13 Multitouch-scherm (op bepaalde modellen) 2 P52 Gebruikershandleiding
1 Infraroodcamera (op bepaalde modellen) De infraroodcamera biedt een persoonlijke en veilige manier voor aanmelding bij uw computer met gezichtsverificatie. Nadat u de infraroodcamera voor gezichtsverificatie hebt ingesteld, kunt u uw computer ontgrendelen door uw gezicht te scannen, in plaats van een wachtwoord te gebruiken. Meer informatie vindt u in 'De camera's gebruiken' op pagina 34.
ThinkPad®-aanwijsapparaat 9 Trackpad met knoppen 10 TrackPoint-knoppen 11 TrackPoint-aanwijsknopje Uw computer is uitgerust met het speciaal door Lenovo ontworpen ThinkPad-aanwijsapparaat. Meer informatie vindt u in 'Overzicht van het ThinkPad-aanwijsapparaat' op pagina 22. 12 Luidsprekers Uw computer is uitgerust met twee stereo luidsprekers. 13 Multitouch-scherm Met het multi-touchscherm kunt u de computer met eenvoudige aanraakbewegingen gebruiken.
3 SD-kaartsleuf U kunt een SD-kaart in de SD-kaartsleuf plaatsen voor toegang tot gegevens of voor opslag. Meer informatie vindt u in 'Een SD-kaart of een smartcard gebruiken' op pagina 35. 4 Smartcardsleuf (beschikbaar op bepaalde modellen) U kunt smartcards gebruikt voor verificatie, gegevensopslag en de verwerking van toepassingen. In grote organisaties kunt u ook smartcards gebruiken voor een sterke beveiligingsverificatie van eenmalige aanmeldingen (SSO).
5 Sleuf voor veiligheidsslot Om uw computer tegen diefstal te beschermen kunt u de computer aan een bureau, tafel of ander vast voorwerp vastmaken met een veiligheidskabelslot dat in de slotsleuf in de computer past. Opmerking: U bent zelf verantwoordelijk voor de keuze en toepassing van het specifieke slot en andere beveiligingsvoorzieningen. Lenovo geeft geen oordeel, commentaar of garantie met betrekking tot de functionaliteit, kwaliteit of prestaties van het slot en de beveiligingsvoorziening.
4 USB-C-aansluitingen (compatibel met Thunderbolt 3) De USB-C aansluitingen op uw computer ondersteunen zowel de USB Type-C™ standaard als de Thunderbolt 3-technologie. Als een geschikte USB-C-kabel wordt aangesloten, kunt u de aansluiting gebruiken om gegevens over te brengen, het apparaat op te laden of de computer aan te sluiten op externe beeldschermen. Lenovo heeft diverse USB-C-accessoires om de functionaliteit van uw computer uit te breiden. Ga voor meer informatie naar: https://www.lenovo.
Statuslampjes In dit onderwerp vindt u informatie over de plaats van en het opsporen van de verschillende statuslampjes op uw computer. Opmerking: Afhankelijk van het model kan uw computer er anders uitzien dan in de volgende afbeelding.
1 Camerastatuslampje Als dit lampje brandt, is de camera in gebruik. 2 12 Systeemstatuslampjes Het lampje in het ThinkPad-logo op de buitenklep en het lampje in de aan/uit-knop geven de systeemstatus van uw computer aan. • Knippert drie keer: de voeding naar de computer wordt voor de eerste keer ingeschakeld. • Aan: de computer staat aan (in de normale werkstand). • Uit: de computer staat uit of staat in de slaapstand. • Knippert snel: de computer gaat naar de sluimerstand of naar de slaapstand.
10 Statuslampje Apparaat in gebruik Als dit lampje knippert, worden door het opslagapparaat van uw computer gegevens geschreven of gelezen. In deze periode moet u de computer niet in de slaapstand plaatsen, het opslagapparaat verwijderen of de computer uitschakelen. 11 Statuslampje van de netvoeding Dit lampje geeft de status van de netvoeding en van de batterij aan.
Informatie over FCC ID en IC-certificering De informatie over de FCC- en IC-certificering vindt u op een label dat op de computer is aangebracht, zoals te zien is in de volgende afbeelding. Opmerking: Mogelijk ziet uw computer er anders uit dan op de volgende afbeelding. Dit hangt af van het model. • Voor een in de fabriek geïnstalleerde draadloze module wordt op dit label het feitelijke FCC ID- en IC Certification-nummer voor de door Lenovo geïnstalleerde draadloze module weergegeven.
Opmerking: Zorg ervoor dat u voor de draadloze module die door de gebruiker kan worden geïnstalleerd alleen een door Lenovo goedgekeurde draadloze module gebruikt die speciaal is getest voor dit computermodel. Anders genereert de computer een geluidssignaal dat een foutcode aangeeft wanneer u de computer aanzet.
Beeldscherm • Helderheidsregeling • Kleurbeeldscherm met IPS-technologie (In-Plane Switching) • Schermgrootte: 396,2 mm • Schermresolutie: 1920 x 1080 pixels of 3840 x 2160 pixels • Multitouch-technologie (beschikbaar op bepaalde modellen) • NVIDIA® Optimus Graphics of afzonderlijke grafische kaart Toetsenbord • Toetsenbord met zes rijen (met achtergrondverlichting) • Functietoetsen • Numeriek toetsenblok • ThinkPad-aanwijsapparaat (inclusief het TrackPoint-aanwijsapparaat en trackpad met knoppen) Aansluiti
• Microfoons Computerspecificaties Formaat • Breedte: 377,4 mm • Diepte: 252,3 mm • Dikte: – Modellen zonder aanraakscherm: 24,5 tot 32,7 mm – Modellen met aanraakscherm: 25,85 tot 34,05 mm Maximale warmteafgifte (afhankelijk van het model) • 170 W Voedingsbron (netvoedingsadapter) • Sinus-invoer bij 50 tot 60 Hz • Ingangsspanning van de netvoedingsadapter: 100 tot 240 volt wisselstroom, 50 tot 60 Hz Gebruiksomgeving Maximumhoogte (zonder kunstmatige druk) • 3048 m Temperatuur • Op hoogten tot 2438 m – In
• Blijf, als u aan het eten of roken bent, uit de buurt van het toetsenbord. Er kan namelijk schade ontstaan door kruimels die op het toetsenbord vallen. Lenovo-programma's In de fabriek zijn sommige Lenovo-programma's al op uw computer geïnstalleerd, zodat u eenvoudig en veilig aan de slag kunt. Lenovo-programma's openen Als u Lenovo-programma's op uw computer wilt openen, doet u het volgende: 1. Open het menu Start en zoek een programma op de programmanaam. 2.
16 P52 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 2. De computer gebruiken Dit hoofdstuk biedt informatie om u te helpen bij het gebruik van de diverse functies van uw computer. De computer registreren Als u uw computer registreert, worden gegevens ingevoerd in een database. Lenovo kan dan contact met u opnemen als producten worden teruggehaald of er andere ernstige problemen zijn opgetreden. Ook bieden sommige locaties uitgebreide voordelen en services aan geregistreerde gebruikers.
• Als u verwacht dat de computer lange tijd niet gebruikt gaat worden, kunt u voorkomen dat de batterij leegloopt. Hoe kan ik gegevens die op het interne opslagstation zijn opgeslagen, op een veilige manier wissen? • In het hoofdstuk Hoofdstuk 5 'Beveiliging' op pagina 51 wordt beschreven hoe u de computer beschermt tegen diefstal en gebruik door onbevoegden. • Lees, voordat u gegevens van het interne opslagstation wist, eerst het gedeelte 'Gegevens verwijderen van een opslagstation' op pagina 56.
Beweging op het aanraakscherm (alleen aanraakmodellen) Beschrijving Aanraken: tikken. Muisactie: klik op. Functie: open een toepassing of voer een actie uit op een geopende toepassing, zoals Kopiëren, Opslaan en Verwijderen, afhankelijk van de toepassing. Aanraken: tikken en vasthouden. Muisactie: rechtsklikken. Functie: een menu met meerdere opties openen. Aanraken: schuiven. Muisactie: beweeg het muiswiel, beweeg de schuifbalk of klik op het pijltje omhoog/omlaag bladeren.
Beweging op het aanraakscherm (alleen aanraakmodellen) Beschrijving Aanraken: veeg met uw vingers vanaf de linkerrand. Muisactie: klik op het taakweergavepictogram op de taakbalk. Functie: bekijk alle openstaande vensters in de taakweergave. • Kort vegen voor het weergeven van de toepassing in volledig scherm of als de computer zich in de tabletwerkstand bevindt Aanraken: veeg met uw vingers kort van boven naar beneden. Muisactie: beweeg de aanwijzer naar de bovenrand van het scherm.
1 Numeriek toetsenblok U kunt dit speciaal numeriek toetsenblok gebruiken om snel getallen in te voeren. 2 Toets met het Windows-logo Druk op de toets met het Windows-logo om het menu Start te openen. Raadpleeg de Help-informatie van het Windows-besturingssysteem voor informatie over het gebruik van de toets met het Windows-logo met andere knoppen. 3 4 Fn-toets en functietoetsen U kunt de Fn-toets en functietoetsen als volgt configureren: 1.
Toetsencombinaties • + : De rekenmachine openen. • + : De computer in de sluimerstand zetten. • + : Het Knipprogramma openen. • Fn+Spatiebalk: Als de computer achtergrondverlichting van het toetsenbord ondersteunt, drukt u op Fn +spatiebalk om de status van de achtergrondverlichting te kiezen. • Fn+B: Deze toetscombinatie heeft dezelfde functie als de toets Break op een conventioneel extern toetsenbord.
Standaard zijn zowel het TrackPoint-aanwijsapparaat als de trackpad met knoppen actief met de aanraakbewegingen ingeschakeld. Ga naar 'Het ThinkPad-aanwijsapparaat aanpassen' op pagina 26 om de instellingen te wijzigen. Het TrackPoint-aanwijsapparaat gebruiken Met het TrackPoint-aanwijsapparaat kunt u alle functies van een traditionele muis uitvoeren, zoals het aanwijzen, klikken en bladeren.
Volg de onderstaande instructies om het TrackPoint-aanwijsapparaat te gebruiken: Opmerking: Plaats uw handen in de positie voor typen en gebruik uw wijsvinger of middelvinger om druk uit te oefenen op het antislipdopje van het aanwijsknopje. Gebruik uw duim om op de linker- of rechtermuisknop te drukken. • Aanwijzen Gebruik het aanwijsknopje 1 om de aanwijzer op het scherm te verplaatsen.
Om de aanwijzer over het scherm te verplaatsen, schuift u met uw vingertop over het trackpad 1 in de bijbehorende richting. De functies van de rechterklikknop 2 , de midden-klikknop 3 en de linkerklikknop 4 komen overeen met die van de rechter- en linkerknop en middelste knop op een conventionele muis. Als er olie op het oppervlak van de trackpad zit, zet dan eerst de computer uit.
Tikken Tikken met twee vingers Tik met één vinger op een willekeurige plek op de trackpad om een item te selecteren of te openen. Tik met twee vingers op een willekeurige plek op de trackpad om een snelmenu weer te geven. Bladeren met twee vingers Uitzoomen met twee vingers Plaats twee vingers op de trackpad en beweeg ze in verticale of horizontale richting. Met deze actie kunt u door documenten, websites en apps bladeren.
Energiebeheer In dit gedeelte wordt beschreven hoe u netvoeding en batterijvoeding moet gebruiken om de beste balans tussen snelheid en energiebeheer te vinden. De netvoedingsadapter gebruiken De energiebron voor uw computer kan van de batterij of van de netvoedingsadapter komen. Terwijl u gebruikmaakt van de netvoedingsadapter, wordt de batterij automatisch opgeladen. Uw computer wordt geleverd met een netvoedingsadapter en een netsnoer.
Doe meer en werk langer op de batterijen van uw ThinkPad. Mobiliteit heeft een revolutie teweeggebracht doordat mensen hun werk overal mee naar toe kunnen nemen. Met ThinkPad-batterijen kunt u langer werken zonder gebonden te zijn aan een stopcontact. De oplaadstatus van de batterij controleren Beweeg de muisaanwijzer naar het batterijstatuspictogram in het systeemvak van Windows om de batterijstatus te controleren.
• Laad de batterij helemaal op voordat u hem gebruikt. Klik op het batterijstatuspictogram in het systeemvak van Windows om te controleren of de batterij volledig geladen is. • Maak altijd gebruik van de voorzieningen voor energiebeheer, zoals energiebesparende standen. Energiebeheer Wijzig de instellingen van uw energiebeheerschema om de beste balans te vinden tussen snelheid en energiebesparing. Ga als volgt te werk om de instellingen van het energieschema aan te passen: 1.
Wanneer u geen gebruikmaakt van de functies voor draadloze communicatie, zoals Bluetooth of draadloos LAN, kunt u deze uitschakelen om energie te besparen. Bekabelde Ethernet-verbindingen U kunt uw computer met een Ethernet-kabel aansluiten op een lokaal netwerk via de Ethernet-poort op uw computer. De Ethernet-poort heeft twee netwerkstatuslampjes. Als het groene lampje brandt, is de computer aangesloten op een LAN. Wanneer het gele lampje knippert, worden er gegevens overgedragen.
De status van de draadloze LAN-verbinding controleren U kunt de status van de draadloze LAN-verbinding controleren via het statuspictogram voor draadloze netwerkverbinding in het systeemvak van Windows. Hoe meer balken, des te beter het signaal is. De draadloos-WAN-verbinding gebruiken Een draadloos WAN (Wide Area Network) dat gebruik maakt van mobiele netwerken voor datatransmissies, maakt het mogelijk om draadloos verbinding te maken via niet-lokale openbare of particuliere netwerken.
• Druk op de toets voor Bluetooth-besturing en schakel de Bluetooth-functie in. • Open het menu Start en klik vervolgens op Instellingen ➙ Apparaten ➙ Bluetooth en andere apparaten. Schakel de schakelaar Bluetooth in om de Bluetooth-functie in te schakelen. 2. Klik met de rechtermuisknop op de apparaten die u wilt versturen. 3. Selecteer Verzenden naar ➙ Bluetooth-apparaat. 4. Selecteer een Bluetooth-apparaat en volg de instructies op het scherm.
De computer met een smartphone met NFC-functie koppelen Controleer voor u begint of het smartphonescherm naar boven is gericht. Daarna doet u het volgende: 1. Plaats de smartphone dicht boven het NFC-label zoals afgebeeld. Breng de korte rand van de smartphone op één lijn met de horizontale extensielijn voor het midden van het NFC-label. 2. Verplaats de smartphone langzaam 5 cm in de richting van het computerscherm.
• Opnemen van diverse typen geluidsbronnen, bijvoorbeeld een aangesloten hoofdtelefoon In de volgende lijst krijgt u informatie over ondersteunde functies van de audioapparaten die op uw computer of dockingstation worden aangesloten. • Headset met vierpolige plug van 3,5 mm: hoofdtelefoon- en microfoonfuncties • Conventionele hoofdtelefoon: hoofdtelefoonfunctie Opmerking: De conventionele microfoon wordt niet ondersteund.
De infraroodcamera bestaat uit de volgende onderdelen: 1 3 Infrarood-LED (Light-Emitting Diode) De infrarood-LED zendt infraroodlicht uit. Het infraroodlicht is normaal gesproken niet zichtbaar voor het blote oog. 2 Lens van infraroodcamera De lens van de infraroodcamera wordt gebruikt om de afbeelding van het gezicht van een gebruiker te maken. 4 Cameralampje Als het cameralampje brandt, betekent dit dat de infraroodcamera zich in de herkenningsmodus bevindt.
Ondersteund SD-kaarttype De SD-kaartsleuf van uw computer ondersteunt alleen de volgende SD-kaarten: Opmerking: Uw computer ondersteunt de functie Content Protection for Recordable Media (CPRM) voor de SD-kaart niet. • Secure Digital (SD)-kaart • Secure Digital eXtended-Capacity (SDXC)USH-1-kaart • Secure Digital High-Capacity (SDHC) USH-1-kaart Ondersteund smartcardtype U kunt smartcards gebruikt voor verificatie, gegevensopslag en de verwerking van toepassingen.
Als de functie plug-and-play niet is ingeschakeld voor de geïnstalleerde SD-kaart, doet u het volgende om de functie in te schakelen: 1. Ga naar het Configuratiescherm. 2. Geef het Configuratiescherm op categorie weer. Klik op Hardware en geluiden. 3. Klik op Apparaatbeheer. Wanneer er wordt gevraagd om een beheerderswachtwoord of een bevestiging, typt u dat wachtwoord of geeft u die bevestiging. 4. Selecteer in het menu Actie de optie Oudere hardware toevoegen. De Wizard Hardware Toevoegen wordt gestart.
Een extern beeldscherm aansluiten U kunt een bekabeld beeldscherm of een draadloos beeldscherm gebruiken. Het bekabelde beeldscherm kan met een kabel op een video-aansluiting worden aangesloten, zoals de HDMI- of Mini DisplayPortaansluiting. Het draadloze beeldscherm kan worden toegevoegd met de functie Miracast®. • Een bekabeld beeldscherm aansluiten Opmerking: Wanneer u een extern beeldscherm aansluit, hebt u een video-interfacekabel met een ferrietkern nodig. 1.
De instellingen van het beeldscherm aanpassen U kunt de instellingen voor zowel het computerscherm als het externe beeldscherm wijzigen. U kunt bijvoorbeeld bepalen welk scherm het hoofdscherm is en welke het secundaire beeldscherm is. U kunt ook de resolutie en oriëntatie wijzigen. U wijzigt de weergave-instellingen als volgt: 1. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en selecteer Beeldscherminstellingen. 2. Selecteer het beeldscherm dat u wilt configureren. 3.
40 P52 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 3. De computer uitbreiden In dit hoofdstuk vindt u instructies voor het gebruiken van hardwareapparaten om de mogelijkheden van uw computer uit te breiden. Opties voor de ThinkPad zoeken Als u de mogelijkheden van uw computer wilt uitbreiden, heeft Lenovo allerlei hardwaretoebehoren en upgrades om aan uw wensen tegemoet te komen.
1 Sleuf voor veiligheidsslot: Om uw dockingstation tegen diefstal te beschermen kunt u het dockingstation aan een bureau, tafel of ander vast voorwerp vastmaken met een veiligheidskabelslot dat in de sleuf in het dockingstation past. Opmerking: U bent zelf verantwoordelijk voor de keuze en toepassing van het specifieke slot en andere beveiligingsvoorzieningen.
6 DisplayPort®-aansluiting: Hiermee sluit u een high-performance beeldscherm, een direct-drive beeldscherm of een ander apparaat aan dat gebruikmaakt van een DisplayPort-aansluiting. 7 HDMI-aansluitingen: Sluit een compatibel digitaal audioapparaat of digitale videomonitor zoals een HDTV aan. 9 Netvoedingsaansluiting: Sluit de netvoedingsadapter aan. 10 Thunderbolt 3-workstationaansluiting: Sluit de Thunderbolt 3-workstationkabel aan op de computer.
• De DisplayPort-aansluiting en de HDMI-aansluiting als afgebeeld kunnen niet tegelijk worden gebruikt. Alleen het externe beeldscherm aangesloten op de DisplayPort-aansluiting is ingeschakeld wanneer twee externe beeldschermen op de twee aansluitingen zijn aangesloten.
Hoofdstuk 4. Informatie over toegankelijkheid, ergonomie en onderhoud In dit hoofdstuk vindt u informatie over toegankelijkheid, ergonomie, schoonmaken en onderhoud. Informatie voor gehandicapten Lenovo wilt gebruikers met een gehoor- of mobiliteitsbeperking of een visuele beperking meer toegang bieden tot informatie en technologie. In dit gedeelte vindt u informatie over de manier waarop deze gebruikers optimaal van hun computerervaring kunnen profiteren.
Als u liever gegevens op uw computer typt of invoert met een muis, joystick of ander aanwijsapparaat in plaats van een echt toetsenbord te gebruiken, kunt u het Schermtoetsenbord gebruiken. Het Schermtoetsenbord is een visueel toetsenbord met alle standaardtoetsen. U kunt toetsen selecteren met de muis of een ander aanwijsapparaat, of u kunt erop tikken om toetsen te selecteren als uw computer een multitouch-scherm ondersteunt.
Opmerking: Als u een te lage resolutie instelt, passen bepaalde items wellicht niet meer op het scherm. Aanpasbare itemgrootte U kunt de items op het scherm leesbaarder maken door de itemgrootte te wijzigen. • Om de itemgrootte tijdelijk te wijzigen, gebruikt u het vergrootglashulpmiddel in het Toegankelijkheidscentrum. • U kunt de waarde van een item als volgt definitief wijzigen: – Wijzig de grootte van alle items op het scherm. 1.
Algemene houding: geregeld even gaan verzitten helpt het best tegen het ongemak dat door lang in dezelfde houding werken wordt veroorzaakt. Vaak even pauzeren is ook heel goed om kleine ongemakken tegen te gaan die met uw werkhouding te maken hebben. Beeldscherm: Plaats het beeldscherm op een comfortabele kijkafstand van ongeveer 510 tot 760 mm. Vermijd reflecties van lampen of zonlicht. Maak het beeldscherm regelmatig schoon en stel de helderheid en het contrast zo in dat u een goed beeld hebt.
Basisonderhoudstips Houd u aan de volgende richtlijnen om uw computer optimaal te laten functioneren: • Bewaar het verpakkingsmateriaal buiten bereik van kinderen, om het gevaar van verstikking in de plastic zak te voorkomen. • Houd de computer op minimaal 13 cm afstand van magneten, actieve mobiele telefoons, elektrische apparaten en luidsprekers. • Stel de computer niet bloot aan te lage of te hoge temperaturen (onder 5 °C of boven 35 °C).
50 P52 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 5. Beveiliging In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u uw computer beschermt tegen gebruik door onbevoegden. Wachtwoorden gebruiken In dit onderwerp vindt u informatie over het gebruik van het systeemwachtwoord, het supervisorwachtwoord en het vaste-schijfwachtwoord. Inleiding tot wachtwoorden U kunt voorkomen dat uw computer ongeoorloofd wordt gebruikt door een wachtwoord te gebruiken.
Voor het opslagstation zijn twee soorten wachtwoorden waarmee de opgeslagen informatie beschermd kan worden: • Gebruikerswachtwoord Als er wel een gebruikerswachtwoord voor de vaste schijf is ingesteld maar geen masterwachtwoord, moet het vaste-schijfwachtwoord van de gebruiker worden ingevoerd om toegang te krijgen tot de bestanden en toepassingen op het opslagstation.
1. Start de computer opnieuw op. Wanneer het logoscherm wordt getoond, drukt u op F1 om het programma ThinkPad Setup te starten. 2. Selecteer met behulp van de cursortoetsen Security ➙ Password. 3. Selecteer, afhankelijk van het type wachtwoord, Power-on Password, Supervisor Password of Hard disk x Password. 4. Volg de instructies op het scherm om een wachtwoord in te stellen, te wijzigen of te verwijderen. Noteer het wachtwoord en bewaar het wachtwoord op een veilige plaats.
media-, NAND-flash- of apparaatcontrollers door gebruik te maken van een hardwareversleutelingschip. Voor een efficiënt gebruik van de versleutelingsfunctie stelt u een vaste-schijfwachtwoord voor het interne opslagstation in. De beveiligingschip instellen Voor netwerkclients die elektronisch vertrouwelijke informatie overbrengen, gelden strenge beveiligingsvereisten.
Uw vinger scannen Tik op de vingerafdruklezer met het bovenste vingerkootje om uw vinger te scannen en houd uw vinger een of twee seconden op de lezer. Gebruik niet teveel druk. Vervolgens tilt u de vinger op om één scan te voltooien. Indicatielampje van de vingerafdruklezer 1 Uit: De vingerafdruklezer is niet klaar om op te tikken. 2 Wit, continu brandend: De vingerafdruklezer is klaar om op te tikken. 3 Oranje, knipperend: De vingerafdruk kan niet worden geverifieerd.
wachtwoord niet voor u resetten en u evenmin helpen bij het herstellen van de gegevens op het opslagstation. In een dergelijk geval moet u de computer naar Lenovo of naar een Lenovo-dealer -vertegenwoordiger brengen om het opslagstation te laten vervangen. U moet hiervoor het bewijs van aankoop kunnen overleggen. Bovendien kunnen er kosten voor onderdelen en service in rekening worden gebracht.
software voor gegevensherstel kunnen de gegevens vaak nog worden gelezen. Het risico bestaat dus dat kwaadwillende personen gevoelige gegevens op opslagstations gebruiken voor ongewenste doeleinden. Om misbruik van gegevens te voorkomen is het van groot belang dat u alle gegevens van het vasteschijfstation wist, voordat u de computer van de hand doet. U kunt de gegevens fysiek vernietigen door de vaste-schijfstation met een hamer defect te maken of u kunt de gegevens met een sterke magneet onleesbaar maken.
58 P52 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 6. Geavanceerde configuratie In dit hoofdstuk krijgt u informatie voor het verder configureren van de computer: Het besturingssysteem Windows 10 installeren In sommige gevallen moet u mogelijk een nieuw besturingssysteem installeren. In dit onderwerp vindt u instructies voor het installeren van een Windows 10-besturingssysteem. Druk deze aanwijzingen af voordat u begint. Attentie: • Wij raden u aan uw besturingssysteem bij te werken via officiële kanalen.
Wanneer u het besturingssysteem Windows 10 installeert, hebt u mogelijk een van de volgende land- of regiocodes nodig: Land of regio Code Land of regio Code Vaste land van China SC Nederland NL Denemarken DK Noorwegen NO Finland FI Spanje SP Frankrijk FR Zweden SV Duitsland GR Taiwan en Hongkong TC Italië IT Verenigde Staten US Japan JP Stuurprogramma's installeren Stuurprogramma's zijn programma's met instructies voor het besturingssysteem die aangeven hoe een bepaald hardware
Vervolgens geeft het programma Lenovo Vantage een lijst met updatepakketten weer, waarbij voor elk pakket wordt aangegeven of het cruciaal, aanbevolen of optioneel is; op basis daarvan kunt u het belang van elke update inschatten. U kunt helemaal zelf bepalen welke updates u wilt downloaden en installeren. Nadat u de gewenste updatepakketten hebt geselecteerd, downloadt en installeert Lenovo Vantage automatisch de updates. Lenovo Vantage is op uw computer vooraf geïnstalleerd en klaar voor gebruik.
De opstartvolgorde wijzigen In bepaalde gevallen moet u de opstartvolgorde wijzigen zodat de computer wordt opgestart vanaf het gewenste apparaat als dit wordt gestart. Lees dit onderwerp voor meer informatie over hoe u de volgorde voor het opstarten van de computer kunt wijzigen. Attentie: • Nadat u de opstartvolgorde hebt gewijzigd, moet u het juiste apparaat opgeven bij het maken van een kopie, bij het opslaan van bestanden of bij het formatteren.
• Menu Date/Time • Menu Security • Menu Startup • Menu Restart Opmerking: Afhankelijk van het model en het besturingssysteem kunnen de menuopties en de standaardwaarde zonder kennisgeving worden gewijzigd. Menu Main Wanneer u het programma ThinkPad Setup start, ziet u eerst het menu Main: Opmerking: De menuopties van het BIOS kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd. Afhankelijk van het model kan de standaardwaarde afwijken.
• Wake On LAN from Dock Waarden: Disabled, Enabled Beschrijving: Het in- of uitschakelen van de functie Wake On LAN vanuit het Dock als het ThinkPad USBC Dock of het ThinkPad Thunderbolt 3 Workstation Dock is aangesloten. Opmerking: Wanneer er een hard disk password is ingesteld, werkt de functie Wake on LAN from Dock niet. • Ethernet LAN Option ROM Waarden: Disabled, Enabled Beschrijving: Met de Ethernet LAN Option ROM kan vanaf een geïntegreerd netwerkapparaat worden opgestart.
Beschrijving: Selecteer Enabled om apparaten via de Always On USB-aansluitingen op te laden, ook als de computer is uitgeschakeld of in de slaapstand of de sluimerstand staat. – Charge in Battery Mode Waarden: Disabled, Enabled Beschrijving: Deze optie wordt alleen ondersteund als Always On USB is ingeschakeld. Selecteer Enabled om apparaten via de Always On USB-aansluiting op te laden, ook als de computer in de slaapstand staat, is uitgeschakeld of op de batterij werkt.
– Display Port: komt overeen met de Mini DisplayPort-aansluiting op uw computer. – HDMI: komt overeen met de HDMI-aansluiting op uw computer. • Graphics Device Waarden: Discrete Graphics, Hybrid Graphics Beschrijving: in de werkstand Discrete Graphics zijn de grafische prestaties beter. De werkstand Hybrid Graphics werkt als een geïntegreerde grafische kaart voor een langere werkingsduur van de batterij.
Beschrijving: Schakel de energiebesparingsfunctie in of uit, zodat de microprocessorklok automatisch wordt uitgeschakeld wanneer het systeem niet actief is. Gewoonlijk is het niet nodig om deze instelling te wijzigen. • Power On with AC Attach Waarden: Disabled, Enabled Beschrijving: Schakel een functie voor het inschakelen van de computer in of uit wanneer de netvoedingsadapter is aangesloten. • 8254 Timer Clock Gating Waarden: Auto, Disabled Beschrijving: instelling van 8254 Timer Clock Gating selecteren.
Beschrijving: Enable: met deze keuze schakelt u aanvullende microprocessorthreads in. Deze threads worden als extra processors weergegeven, maar delen sommige resources met de andere threads in een microprocessor. Disable: hiermee wordt slechts één thread in elke kerneenheid (core unit) ingeschakeld. Thunderbolt(TM) 3 • Thunderbolt BIOS Assist Mode Waarden: Disabled, Enabled Beschrijving: de Thunderbolt BIOS Assist-modus in- of uitschakelen.
• CIRA Timeout Waarden: 0–255 Beschrijving: Stel de time-outoptie voor het tot stand brengen van de CIRA-verbinding in. U kunt een waarde van 0 tot 255 selecteren. Als u 0 selecteert, wordt 60 seconden gebruikt als de standaard timeoutwaarde. Als u 255 selecteert, is de wachttijd voor het tot stand brengen van een verbinding onbeperkt. Opmerking: De standaardwaarde is 60 seconden. • Console Type Waarden: PC ANSI, VT100, VT100+, VT-UTF8 Beschrijving: Selecteer het type console voor AMT.
Waarden: Disabled, Enabled Beschrijving: Als u deze optie inschakelt, is het supervisorwachtwoord vereist als u probeert het menu Boot te openen door herhaaldelijk op F12 te drukken. Als u deze functie wilt gebruiken, moet er een supervisorwachtwoord zijn ingesteld. • Password Count Exceeded Error Waarden: Disabled, Enabled Beschrijving: Selecteer deze optie om het foutbericht POST 0199 weer te geven als u meer dan drie keer een foutief supervisorwachtwoord opgeeft.
Beschrijving: Als de vingerafdruk niet wordt geverifieerd, kunt u in plaats daarvan een wachtwoord opgeven. Als u Normal hebt geselecteerd, voert u het systeemwachtwoord of het supervisorwachtwoord in; als u High hebt geselecteerd, voert u het supervisorwachtwoord in. • Password Authentication Waarden: Disabled, Enabled Beschrijving: Schakel deze optie in om wachtwoordverificatie te gebruiken als er geen vingerafdrukken beschikbaar zijn. Dit item wordt weergegeven als Security Mode op High is ingesteld.
Waarden: Disabled, Enabled Beschrijving: Als deze optie is uitgeschakeld, kunt u eerdere versies van het UEFI BIOS doorgeven. Opmerking: Dit optie wordt standaard op Disabled ingesteld als OS Optimized Defaults in het menu Restart is ingesteld op Disabled. Dit item wordt standaard ingesteld als Enabled wanneer OS Optimized Defaults als Enabled is ingesteld. • Windows UEFI Firmware Update Waarden: Enabled, Disabled Beschrijving: Schakel de functie Windows UEFI Firmware Update in of uit.
• Bluetooth • USB Port • Memory Card Slot • Smart Card Slot • Integrated Camera • Audio • Microphone • Fingerprint Reader • Thunderbolt(TM) 3 • NFC Device • Touch Panel Internal Device Access • Bottom Cover Tamper Detection Waarden: Disabled, Enabled Beschrijving: Wanneer deze optie is ingeschakeld, is het supervisorwachtwoord vereist wanneer sabotage aan de bodemafdekplaat wordt gedetecteerd. Deze optie is pas functioneel als er een supervisorwachtwoord is ingesteld.
Waarden: Standard Mode, Custom Mode Beschrijving: Geef de Secure Boot mode op. • Reset to Setup Mode Beschrijving: Gebruik deze optie om de huidige platformsleutel te wissen en Platform Mode opnieuw in te stellen op Setup Mode. U kunt uw eigen platformsleutel installeren en de Secure Boothandtekeningdatabases aanpassen in Setup Mode. Secure Boot Mode wordt ingesteld op Custom Mode.
Beschrijving: Bepaal de systeemopstartmogelijkheid. – UEFI/Legacy Boot Priority Waarden: Legacy First, UEFI First Beschrijving: selecteer een prioriteit voor de opstartoptie: UEFI of Legacy. – CSM Support (voor UEFI Only) Waarden: Yes, No Beschrijving: CSM (Compatibility Support Module) is vereist voor het opstarten van het oude besturingssysteem. Als u UEFI only selecteert, kunt u CSM Support selecteren. Voor de modus Both of Legacy Only kunt u CSM Support niet selecteren.
Systeembeheer gebruiken Dit onderwerp is vooral bedoeld voor de netwerkbeheerders. Uw computer is ontworpen voor optimaal beheer. U bent flexibel in het toewijzen van resources, waardoor u een ideale uitgangspositie hebt om uw computer aan te passen aan de eisen van uw bedrijf. Via deze beheerfuncties, Total Cost of Ownership (TCO) genoemd, kunt u op dezelfde manier als u uw eigen computer bedient, clientcomputers op afstand bedienen.
• Network Boot sequence Opmerking: Als er een supervisorwachtwoord is ingesteld, wordt u gevraagd dit wachtwoord in te voeren wanneer u het programma ThinkPad Setup start. De functie Wake on LAN in- of uitschakelen Als de functie Wake on LAN is ingeschakeld en de computer is aangesloten op het LAN, kan de netwerkbeheerder de computer op afstand opstarten met gebruik van software voor netwerkbeheer op afstand. U kunt Wake on LAN als volgt in- of uitschakelen: 1. Start de computer opnieuw op.
78 P52 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 7. RAID configureren In dit hoofdstuk vindt u informatie over de vereisten voor opslagstations voor RAID-niveaus (Redundant Array Of Independent Disks) en instructies voor de configuratie van RAID op uw computer. Kennismaking met RAID RAID is een technologie waarmee door redundantie betere opslagfuncties en betrouwbaarheid worden geleverd. Als een groep onafhankelijke fysieke opslagstations is ingesteld op het gebruik van RAID-technologie, zijn deze in een RAID-array geplaatst.
• Het configuratieprogramma Intel RST openen • RAID-volumes maken • RAID-volumes verwijderen • Opslagstations opnieuw instellen op niet-RAID • RAID 1-volumes herstellen Het configuratieprogramma Intel RST openen In dit onderwerp wordt beschreven hoe u het configuratieprogramma Intel RST kunt openen. RAID inschakelen vanuit ThinkPad Setup Als RAID is uitgeschakeld, moet u RAID handmatig inschakelen voordat u het configuratieprogramma Intel RST opent. Ga als volgt te werk om RAID in te schakelen: 1.
2. Selecteer met de pijltoetsen Omhoog en Omlaag de optie Create RAID Volume en druk vervolgens op Enter om het venster CREATE RAID VOLUME te openen. 3. Selecteer met de pijltoetsen Omhoog en Omlaag de opties één voor één om ze te configureren. a. Name: u kunt de standaardnaam gebruiken of zelf een naam voor het RAID-volume typen. b. RAID Level: u kunt op Enter drukken om het RAID-niveau te wijzigen: • RAID0 (Stripe) • RAID1 (Mirror) c.
Opslagstations opnieuw instellen op niet-RAID In dit onderwerp vindt u instructies voor het opnieuw instellen van opslagstations op niet-RAID met het configuratieprogramma Intel RST. Attentie: Alle bestaande gegevens die op het geselecteerde station zijn opgeslagen, worden gewist zodra u een station opnieuw hebt ingesteld op niet-RAID. Om een opslagstation opnieuw in te stellen op niet-RAID, gaat u als volgt te werk: 1. Open het configuratieprogramma Intel RST.
Hoofdstuk 8. Computerproblemen oplossen Dit hoofdstuk geeft informatie over wat u moet doen als er een probleem met uw computer optreedt. Algemene voorzorgsmaatregelen In dit hoofdstuk staan de volgende tips om u te helpen met het voorkomen van computerproblemen: • Leeg de prullenbak regelmatig. • Voer het programma Schijfdefragmentatie uit op het opslagstation om gegevens sneller te kunnen zoeken en lezen.
Opmerking: Als u het probleem niet zelf kunt opsporen en verhelpen nadat u Lenovo Vantage hebt uitgevoerd, slaat u de door het programma gemaakte logboekgegevens op en drukt u deze gegevens af. U hebt deze logboeken nodig tijdens uw onderhoud met de servicetechnicus van Lenovo. Lenovo Vantage ondersteunt de hardwarescanfunctie. Met het programma kunt u diagnosetests uitvoeren, systeeminformatie verzamelen, de beveiligingsstatus controleren en ondersteuningsinformatie bekijken.
koppel alle spanningsbronnen los van de computer. Als u zich ongemakkelijk of onzeker voelt ten aanzien van het verwijderen van onderdelen, belt u het Customer Support Center voor hulp. 4. Terwijl de computer uit staat, verwijdert u alle spanningsbronnen en externe apparatuur. Verwijder al het niet-originele geheugen uit de computer. Nadat u het extra geheugen hebt verwijderd en het oorspronkelijke geheugen terug hebt geplaatst, herhaalt u stap 2.
• Bericht: 0190: Batterij nagenoeg leeg Oplossing: De computer is uitgeschakeld omdat de batterij bijna leeg is. Sluit de netvoedingsadapter aan op de computer en laad de batterijen op. • Bericht: 0191: Systeembeveiliging - Ongeldige niet-lokale wijzigingsopdracht Oplossing: Het wijzigen van de systeemconfiguratie is mislukt. Controleer de bewerking en probeer het opnieuw. Om het bericht te verwijderen gaat u naar ThinkPad Setup.
Oplossing: de manipulatieschakelaar van de bodemafdekplaat werkt niet. Laat de computer nazien. • Bericht: Fout: de variabele UEFI-opslag van het niet-vluchtige systeem is bijna vol. Opmerking: Deze fout geeft aan dat het besturingssysteem of programma's geen gegevens in de permanente variabele UEFI-opslag kunnen maken, aanpassen of verwijderen vanwege onvoldoende opslagruimte na POST.
Foutcodes 0001: resetfout (platformreset niet uitgeschakeld) Oplossingen 1. Verwijder alle voedingsbronnen (de netvoedingsadapter, de verwisselbare batterij en de knoopcelbatterij). 2. Vervang de systeemplaat (alleen serviceprovider). 0002: interne busfout 0281: algemene fout met ingebouwde controller 0282: fout met geheugenmodule Vervang de systeemplaat (alleen serviceprovider). Vervang de systeemplaat (alleen serviceprovider). 1. Plaats dezelfde of een vervangende geheugenmodule. 2.
4. Controleer de geheugenconfiguratie en de compatibiliteit, inclusief de maximale geheugengrootte en de geheugensnelheid. 5. Voer de diagnoseprogramma'suit. Zie 'De oorzaak van een probleem opsporen' op pagina 83. Ethernet-problemen • Probleem: Mijn computer kan geen verbinding met het netwerk maken. Oplossing: Controleer of: – De kabel is correct geplaatst. De netwerkkabel moet goed zijn aangesloten op zowel de ethernetpoort van de computer als op de RJ45-aansluiting van de hub.
– Controleer of de link partner is ingesteld op 'auto-negotiate'. – Controleer of de switch voldoet aan 802.3ab (gigabyte over copper). Probleem met draadloos LAN Probleem: U kunt geen verbinding maken met het netwerk via de geïntegreerde draadloze netwerkkaart. Oplossing: Controleer of: • De Vliegtuigstand is uitgeschakeld. • Van het stuurprogramma voor uw draadloos LAN de meest recente versie geïnstalleerd is. • Uw computer bevindt zich binnen het bereik van een draadloos toegangspunt.
– Wanneer het TrackPoint-aanwijsapparaat voor langere tijd wordt ingedrukt – Als de temperatuur verandert • Probleem: Het TrackPoint-aanwijsapparaat of de trackpad werkt niet. Oplossing: Controleer in het venster Muiseigenschappen of het TrackPoint-aanwijsapparaat of de trackpad wel is ingeschakeld. Meer informatie vindt u in 'Het ThinkPad-aanwijsapparaat aanpassen' op pagina 26. Problemen met het toetsenbord • Probleem: Alle of enkele toetsen van het toetsenbord werken niet.
1. Ga naar het Configuratiescherm en zorg ervoor dat u het Configuratiescherm op Categorie bekijkt. 2. Klik op Hardware en geluiden ➙ Energiebeheer. 3. Geef de aanvullende schema's weer en selecteer vervolgens Hoge prestaties. • Probleem: Wanneer ik de computer aanzet, wordt er niets op het scherm weergegeven en klinkt er tijdens het opstarten geen geluidssignaal.
4. Als het probleem zich blijft voordoen, volg dan de aanwijzingen bij Oplossing voor het onderstaande probleem. • Probleem: De weergave op het scherm is onleesbaar of vervormd. Oplossing: Controleer of: – het beeldschermstuurprogramma op de juiste manier is geïnstalleerd. – de schermresolutie en de kleurdiepte goed zijn ingesteld. – het beeldschermtype goed is ingesteld. U kunt deze instellingen als volgt controleren: 1.
Oplossing: Als u het beeld wilt weergeven, drukt u op de wisseltoets voor de weergavemodus selecteert u het gewenste beeldscherm. Als het probleem blijft bestaan, doet u het volgende: en 1. Sluit het externe beeldscherm aan op een andere computer om te controleren of het werkt. 2. Sluit het externe beeldscherm weer aan op uw computer. 3. Zie de handleiding van het externe beeldscherm om te controleren welke resoluties en verversingsfrequenties worden ondersteund.
Oplossing: Als u gebruikmaakt van de functie voor schermuitbreiding, schakel deze dan uit en wijzig de uitvoerlocatie van het beeldscherm. Als er een dvd-film of een videoclip wordt afgespeeld, stop hier dan mee, sluit het programma af en wijzigt u vervolgens de uitvoerlocatie van het beeldscherm. • Probleem: De schermpositie op het externe beeldscherm is onjuist wanneer dit beeldscherm is ingesteld op een hogere resolutie.
Oplossing: De regelaar is bedoeld voor het corrigeren van kleine verschillen in volume tussen de beide kanalen. U kunt de weergave van een kanaal er niet volledig mee dempen. • Probleem: Het venster Volumemixer bevat geen regelaar voor MIDI-geluid. Oplossing: Gebruik de volumeregeling van de hardware. Dit is omdat de ingebouwde synthesizersoftware deze knop niet ondersteunt. • Probleem: Het geluid kan niet worden uitgezet, ook niet als ik het hoofdvolume helemaal op het minimum instel.
Problemen met de batterij • Probleem: De batterij wordt niet volledig opgeladen in de standaardlaadtijd als de computer is uitgeschakeld. Oplossing: De batterij is te veel ontladen. Doe het volgende: 1. Zet de computer uit. 2. Zorg ervoor dat de te ver ontladen batterij in de computer is geplaatst. 3. Sluit de netvoedingsadapter aan op de computer en laat de batterij opladen. Als u een snellader bij de hand hebt, gebruik deze dan om de te ver ontladen batterij weer op te laden.
1. Controleer de aan/uit-knop. Als de computer aan staat en actief is, brandt er een lampje in de aan/uitknop. 2. Controleer alle voedingsaansluitingen. Verwijder alle stekkerdozen en piekspanningsbeveiligingen en steek de stekker van de netvoedingsadapter rechtstreeks in het stopcontact. 3. Controleer de netvoedingsadapter. Controleer of het apparaat beschadigd is en of het netsnoer goed is aangesloten op de adapter en op de computer. 4.
Als het probleem blijft bestaan, moet de computer worden nagekeken. • Probleem: Er wordt een foutmelding weergegeven over een lege batterij en de computer wordt meteen uitgeschakeld. Oplossing: De batterij is mogelijk te veel ontladen. Steek de netvoedingsadapter in een stopcontact en sluit de adapter dan op de computer aan. U kunt ook de batterij door een opgeladen batterij vervangen.
Oplossing: Controleer in het menu Startup van ThinkPad Setup of het vaste-schijfstation is opgenomen in de lijst Boot priority order. Als het station in de lijst Excluded from boot order staat, is het uitgeschakeld. Selecteer de desbetreffende invoergegevens in de lijst en druk op de toets Shift+1 om terug te keren naar de lijst Boot priority order.
Hoofdstuk 9. Informatie over systeemherstel In dit hoofdstuk vindt u informatie over de Windows-hersteloplossingen voor het Windows 10besturingssysteem. Fabrieksinstellingen van computer terugzetten Als de computer niet goed presteert, kunt u proberen de computer opnieuw in te stellen. Als u de computer opnieuw instelt, kunt u ervoor kiezen uw bestanden te behouden of te verwijderen en vervolgens het Windows-besturingssysteem opnieuw installeren.
Een USB-herstelstation maken en gebruiken U kunt een USB-herstelstation maken als back-up voor de herstelprogramma's van Windows. Met het USBherstelstation kunt u problemen oplossen, zelfs als de vooraf geïnstalleerde herstelprogramma's van Windows zijn beschadigd. Wij raden u aan dat u in een zo vroeg mogelijk stadium een USB-herstelstation maakt.
Hoofdstuk 10. Apparaten vervangen In dit hoofdstuk vindt u instructies voor het installeren en vervangen van de hardware in uw computer. Customer Replaceable Units Customer Replaceable Units (CRU's) zijn onderdelen die door de gebruiker zelf kunnen worden vervangen. ThinkPad-computers bevatten de volgende typen CRU's: • Self-service CRU's: Verwijzen naar onderdelen die eenvoudig kunnen worden geïnstalleerd of vervangen door gebruikers zelf of tegen extra kosten door speciaal opgeleide servicemedewerkers.
Voorkomen van statische elektriciteit Statische elektriciteit is ongevaarlijk voor uzelf, maar kan de computeronderdelen en de opties zwaar beschadigen. Onjuiste behandeling van onderdelen die gevoelig zijn voor statische elektriciteit, kan leiden tot schade aan die onderdelen. Wanneer u een optie of een CRU (Customer Replaceable Unit) uitpakt, open de antistatische verpakking dan pas wanneer u de instructie krijgt om het desbetreffende onderdeel te installeren.
GEVAAR Als de oplaadbare batterij niet op de juiste manier in het apparaat wordt geïnstalleerd, kan hij ontploffen. De batterij bevat een kleine hoeveelheid schadelijke stoffen. Om verwondingen te voorkomen, dient u zich aan de volgende richtlijnen te houden: • Vervang de batterij alleen door een door Lenovo aanbevolen batterij van hetzelfde type. • Houd de batterij uit de buurt van open vuur. • Stel de batterij niet bloot aan overmatige warmte. • Stel de batterij niet bloot aan water of regen.
4. Plaats een nieuwe batterij 1 en druk deze aan totdat deze vastklikt 2 . Controleer of de batterijvergrendeling in de vergrendelde stand staat. 5. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels weer op de computer aan. De nano-SIM-kaart vervangen Lees voordat u begint de 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina v en druk de volgende instructies af. Een nano-SIM-kaart is een kleine plastic kaart met een IC-chip (Integrated Circuit) bevestigd aan één kant van de kaart.
4. Druk voorzichtig op de nano-SIM-kaart om deze uit te werpen 1 en schuif de kaart vervolgens voorzichtig uit de sleuf 2 . Plaats een nieuwe nano-SIM-kaart 3 . Let op de juiste richting van de nieuwe kaart en zorg ervoor dat de kaart goed wordt geplaatst. 5. Plaats de verwisselbare batterij terug. 6. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels weer op de computer aan.
4. Draai de schroeven los waarmee de plaat is vastgezet 1 . Verwijder vervolgens de bodemafdekplaat 2 . 5. Installeer de nieuwe bodemafdekplaat aan de onderkant 1 . Draai de schroeven van de bodemafdekplaat weer vast 2 . 6. Plaats de verwisselbare batterij terug. 7. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels weer op de computer aan. Het interne opslagstation vervangen Lees voordat u begint de 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina v en druk de volgende instructies af.
• Vervang het interne opslagstation alleen voor een upgrade of voor reparatie. Het interne opslagstation is niet ontworpen om het regelmatig te verwisselen of te vervangen. • Voordat u het interne opslagstation vervangt, moet u een back-up maken van alle gegevens die u wilt behouden. • Raak de contactrand van het interne opslagstation niet aan. Als u dat wel doet, kan het interne opslagstation beschadigd raken. • Oefen nooit druk uit op het interne opslagstation.
7. Maak de beugel los van het interne opslagstation, zoals afgebeeld. 8. Bevestig de beugel aan het nieuwe opslagstation, zoals afgebeeld. 9. Bevestig de kabel aan het nieuwe opslagstation, zoals afgebeeld.
10. Plaats het nieuwe opslagstation 1 in het compartiment en kantel het station vervolgens naar beneden 2 . Controleer of het nieuwe opslagstation goed vastzit. Koppel de aansluiting vervolgens aan de systeemplaat 3 . 11. Plaats de bodemafdekplaat opnieuw. 12. Plaats de verwisselbare batterij terug. 13. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels aan. Het M.
De computer beschikt over twee M.2 SSD-sleuven. Let erop dat u het juiste M.2 SSD-station kiest wanneer u de systeeminstellingen configureert in ThinkPad Setup. • De bijbehorende menuoptie voor sleuf a is ATA HDD2 of NVMe0. • De bijbehorende menuoptie voor sleuf b is ATA HDD3 of NVMe1. Ga als volgt te werk om het M.2 SSD-station te vervangen: 1. Schakel de computer uit en ontkoppel de netvoeding en alle kabels. 2. Sluit het beeldscherm en keer de computer om. 3. Verwijder de verwisselbare batterij.
6. Plaats een nieuw M.2 SSD-station als volgt: a. Lijn de contactrand van het nieuwe M.2 SSD-station uit de sleutel in de sleuf. Plaats het station vervolgens voorzichtig in de sleuf onder een hoek van ongeveer 20 graden 1 . b. Kantel het M.2 SSD-station naar beneden 2 . c. Draai de schroef aan om het nieuwe M.2 SSD-station 3 vast te zetten. 7. Plaats de bodemafdekplaat opnieuw. 8. Plaats de verwisselbare batterij terug. 9. Keer de computer om.
5. Open de folie die om de geheugenmodule zit. 6. Druk de klemmetjes aan weerszijden van het geheugencompartiment tegelijkertijd naar buiten 1 en verwijder vervolgens de geheugenmodule 2 .
7. Plaats de nieuwe geheugenmodule onder een hoek van ongeveer 20 graden in het geheugencompartiment 1 . Kantel de geheugenmodule omlaag totdat deze vastklikt 2 . Zorg ervoor dat de geheugenmodule stevig in het geheugencompartiment wordt geplaatst en niet gemakkelijk kan worden bewogen. Opmerking: Als u slechts één geheugenmodule installeert, gebruik daarvoor dan altijd de bovenste sleuf. 8. Plaats de bodemafdekplaat opnieuw. 9. Plaats de verwisselbare batterij terug. 10. Keer de computer om.
GEVAAR Als de knoopcelbatterij niet op de juiste manier in het apparaat wordt geïnstalleerd, kan hij ontploffen. De knoopcelbatterij bevat een kleine hoeveelheid schadelijke stoffen. Om verwondingen te voorkomen, dient u zich aan de volgende richtlijnen te houden: • Vervang de batterij alleen door een door Lenovo aanbevolen batterij van hetzelfde type. • Houd de batterij uit de buurt van open vuur. • Stel de batterij niet bloot aan overmatige warmte. • Stel de batterij niet bloot aan water of regen.
6. Installeer de nieuwe knoopcelbatterij 1 en bevestig de aansluiting 2 . 7. Plaats de bodemafdekplaat opnieuw. 8. Plaats de verwisselbare batterij terug. 9. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels weer op de computer aan. Opmerking: Nadat u de knoopcelbatterij hebt vervangen, stelt u de systeemdatum en -tijd opnieuw in via het programma ThinkPad Setup. Zie 'Menu Date/Time' op pagina 69.
2. Haal het gereedschap uit het pakket met het nieuwe toetsenbord. Plaats de nokjes a en b in de sleuf tussen de TrackPoint-knoppen en de trackpad 1 . Kantel het gereedschap naar beneden 2 om de linker- en rechterknop van de TrackPoint los te maken. Verwijder vervolgens de twee TrackPointknoppen 3 . 3. Maak de schroeven los waarmee het toetsenbord is bevestigd.
4. Plaats de nokjes c en d in de twee inkepingen naast de twee schroefkoppen zoals afgebeeld. 5. Kantel het gereedschap in de afgebeelde richting om het toetsenbord los te maken 1 . Druk op het toetsenbord in de door pijlen aangegeven richting 2 om de klemmen van het afdekpaneel van het toetsenbord te ontgrendelen. 6. Kantel het toetsenbord iets omhoog, zoals is aangegeven met pijl 1 . Draai vervolgens het toetsenbord om zoals aangegeven met pijl 2 . Hoofdstuk 10.
7. Laat het toetsenbord zoals afgebeeld op de polssteun rusten en ontkoppel de aansluitingen. Verwijder vervolgens het toetsenbord. Om het nieuwe toetsenbord te installeren, doet u het volgende: 1. Sluit de aansluitingen aan en draai het toetsenbord om, zoals afgebeeld.
2. Steek het toetsenbord in zoals weergegeven in het afdekpaneel. Zorg ervoor dat de voorste rand van het toetsenbord (de rand die zich dicht bij het beeldscherm bevindt) onder het afdekpaneel van het toetsenbord zit. 3. Schuif het toetsenbord in de richting die is aangegeven met de pijlen. Zorg ervoor dat de klemmen onder het toetsenbordframe zitten. Hoofdstuk 10.
4. Draai de schroeven aan om het toetsenbord te bevestigen. 5. Haal de nieuwe TrackPoint-knoppen uit het pakket met het nieuwe toetsenbord. Installeer de TrackPoint-knoppen, zoals afgebeeld. 6. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels weer op de computer aan. De draadloos-WAN-kaart vervangen De volgende informatie heeft alleen betrekking op de computer met modules die de gebruiker kan installeren.
U kunt de draadloos-WAN-kaart als volgt vervangen: 1. Schakel de computer uit en ontkoppel de netvoeding en alle kabels. 2. Verwijder het toetsenbord. Zie 'Het toetsenbord vervangen' op pagina 117. 3. Verwijder de draadloos-WAN-kaart als volgt: Opmerking: Mogelijk wordt de draadloos-WAN-kaart door folie bedekt. Om naar de draadloos-WANkaart te gaan, moet u eerst de folie openen.
5. Plaats het toetsenbord weer. 6. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels weer op de computer aan. De geheugenmodule onder het toetsenbord vervangen Lees voordat u begint de 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina v en druk de volgende instructies af. Attentie: Raak de contactrand van de geheugenmodule beslist niet aan. Doet u dat toch, dan kan de geheugenmodule beschadigd raken. U vervangt de geheugenmodule als volgt: 1. Schakel de computer uit en ontkoppel de netvoeding en alle kabels. 2.
4. Verwijder de schroef 1 en verwijder de beveiligingsbeugel 2 . 5. Open de folie die om de geheugenmodule zit 1 . Druk de klemmetjes aan weerszijden van het geheugencompartiment tegelijkertijd naar buiten 2 en verwijder vervolgens de geheugenmodule 3 . Hoofdstuk 10.
6. Plaats de nieuwe geheugenmodule onder een hoek van ongeveer 20 graden in het geheugencompartiment 1 . Kantel de geheugenmodule omlaag totdat deze vastklikt 2 . Zorg ervoor dat de geheugenmodule stevig in het geheugencompartiment wordt geplaatst en niet gemakkelijk kan worden bewogen. Opmerking: Als u slechts één geheugenmodule installeert, moet u deze in de onderste sleuf installeren (de sleuf die zich het dichtst bij de bodemafdekplaat bevindt). 7. Installeer de beveiligingsbeugel 1 .
8. Plaats het toetsenbord weer. 9. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels weer op de computer aan. Hoofdstuk 10.
128 P52 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 11. Ondersteuning In dit hoofdstuk vindt u informatie over de hulp en ondersteuning die Lenovo te bieden heeft. Voordat u contact opneemt met Lenovo Vaak kunt u computerproblemen oplossen door de informatie bij de uitleg van foutcodes te lezen, diagnoseprogramma´s uit te voeren of de website Lenovo Support te raadplegen. De computer registreren Registreer uw computer bij Lenovo. Meer informatie vindt u in 'De computer registreren' op pagina 17.
support.lenovo.com. Het gaat daarbij om gedrukte boeken, elektronische boeken, readme-bestanden en Help-bestanden. De Microsoft Servicepacks zijn de nieuwste softwarebron voor productupdates voor Windows. Deze zijn beschikbaar als download via het internet (hiervoor kunnen kosten voor de verbinding in rekening worden gebracht) of op schijf. Ga voor meer informatie en links naar https://www.microsoft.com.
Blijft indien mogelijk bij uw computer wanneer u Lenovo belt. Controleer voordat u belt of u de meest recente stuurprogramma's en systeemupdates hebt gedownload, de diagnoseprogramma's hebt uitgevoerd en alle systeemgegevens hebt genoteerd.
132 P52 Gebruikershandleiding
Bijlage A. Aanvullende informatie over het Ubuntubesturingssysteem In bepaalde landen en regio's biedt Lenovo klanten de mogelijkheid computers te bestellen waarop het besturingssysteem Ubuntu® is geïnstalleerd. Als het Ubuntu-besturingssysteem beschikbaar is op uw computer, raden we u aan de volgende informatie te lezen voordat u de computer gebruikt. U kunt informatie over (hulp)programma's van Windows en vooraf geïnstalleerde toepassingen van Lenovo in deze documentatie negeren.
134 P52 Gebruikershandleiding
Bijlage B. Regelgeving In dit hoofdstuk vindt u informatie over de regelgeving en naleving met betrekking tot Lenovo-producten. Informatie over certificering Productnaam: ThinkPad P52 Nalevings-ID: TP00100A en TP00100B Machinetypen: 20M9 en 20MA De meest recente informatie over naleving is beschikbaar op: https://www.lenovo.com/compliance Informatie over draadloze communicatie In dit onderwerp vindt u informatie over draadloze mogelijkheden met betrekking tot Lenovo-producten.
• Een andere omgeving waarbij mogelijke storing van andere apparatuur of diensten als hinderlijk of gevaarlijk wordt beschouwd. Als u niet precies weet wat het beleid is ten aanzien van het gebruik van draadloze apparaten in een bepaald gebied (zoals een vliegveld of een ziekenhuis), kunt u het beste, voordat u de computer aanzet, om toestemming vragen om een draadloos apparaat te mogen gebruiken.
TCO-certificering Voor informatie over de TCO-certificering voor uw computer gaat u naar: https://www.lenovo.com/tco-cert Kennisgeving classificatie voor export Dit product is onderworpen aan de United States Export Administration Regulations (EAR) en heeft een ECCN (Export Classification Control Number) van 5A992.c. Het mag opnieuw worden geëxporteerd, behalve naar landen onder embargo genoemd in de landenlijst EAR E1.
EU-conformiteit Contactadres in de EU: Lenovo, Einsteinova 21, 851 01 Bratislava, Slovakia Kennisgeving over EMC-richtlijn: Dit product voldoet aan de voorwaarden voor bescherming zoals opgenomen in EMC-richtlijn 2014/30/EU van de Europese Commissie inzake de harmonisering van de wetgeving van Lidstaten met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit.
Dieses Produkt entspricht dem „Gesetz über die elektromagnetische Verträglichkeit von Betriebsmitteln“ EMVG (früher „Gesetz über die elektromagnetische Verträglichkeit von Geräten“). Dies ist die Umsetzung der EMV EU-Richtlinie 2014/30/EU in der Bundesrepublik Deutschland. Zulassungsbescheinigung laut dem Deutschen Gesetz über die elektromagnetische Verträglichkeit von Betriebsmitteln, EMVG vom 20. Juli 2007 (früher Gesetz über die elektromagnetische Verträglichkeit von Geräten), bzw.
140 P52 Gebruikershandleiding
Bijlage C. Kennisgevingen inzake WEEE en recycling voor landen en regio's In dit hoofdstuk vindt u milieu-informatie over Lenovo-producten. Algemene informatie over recyclen Lenovo moedigt eigenaren van IT-apparatuur aan om hun apparatuur, wanneer deze niet meer nodig is, op een verantwoorde manier te laten recyclen. Lenovo kent een veelheid aan programma's en services om eigenaren te helpen bij de recycling van hun IT-producten. Ga voor informatie over het recyclen van Lenovoproducten naar: https://www.
https://www.lenovo.com/recycling Informatie over WEEE voor Hongarije Lenovo betaalt als producent de kosten die worden gemaakt in verband met de naleving van de verplichtingen van Lenovo onder de Hongaarse wet 197/2014 (VIII.1.) subsecties (1)-(5) van sectie 12.
Recyclinginformatie voor Brazilië Declarações de Reciclagem no Brasil Descarte de um Produto Lenovo Fora de Uso Equipamentos elétricos e eletrônicos não devem ser descartados em lixo comum, mas enviados à pontos de coleta, autorizados pelo fabricante do produto para que sejam encaminhados e processados por empresas especializadas no manuseio de resíduos industriais, devidamente certificadas pelos orgãos ambientais, de acordo com a legislação local.
Lithiumbatterijen en batterijen van Lenovo-producten weggooien In uw Lenovo-product kan een lithium-knoopcelbatterij zijn geïnstalleerd. Details van de batterij kunt u vinden in de productdocumentatie. Als u de batterij moet vervangen, neem dan contact op met de verkoper van het product of met Lenovo. Als u een lithiumbatterij weggooit, omwikkelt u hem met vinyltape en levert u hem in bij de verkoper of een inzamelstation voor chemisch afval.
Bijlage D. Kennisgeving beperking van schadelijke stoffen (Restriction of Hazardous Substances, RoHS) voor landen en regio's De nieuwste milieu-informatie over Lenovo-producten is beschikbaar op: https://www.lenovo.
146 P52 Gebruikershandleiding
Beperking van schadelijke stoffen (RoHS, Restriction of Hazardous Substances) voor Taiwan Bijlage D.
148 P52 Gebruikershandleiding
Bijlage E. Informatie over ENERGY STAR-modellen ENERGY STAR® is een gezamenlijk programma van de U.S. Environmental Protection Agency en de U.S. Department of Energy, bedoeld voor het besparen van kosten en het beschermen van het milieu door middel van energiezuinige producten en procedures. Met trots biedt Lenovo haar klanten producten aan die zijn onderscheiden met een ENERGY STAR.
4. Klik op het tabblad Energiebeheer. 5. Vink het selectievakje Dit apparaat toestaan om de computer te laten ontwaken uit. 6. Klik op OK.
Bijlage F. Kennisgevingen Mogelijk brengt Lenovo de in dit document genoemde producten, diensten of voorzieningen niet uit in alle landen. Neem contact op met uw plaatselijke Lenovo-vertegenwoordiger voor informatie over de producten en diensten die in uw regio beschikbaar zijn. Verwijzing in deze publicatie naar producten of diensten van Lenovo houdt niet in dat uitsluitend Lenovo-producten of -diensten gebruikt kunnen worden.
bepaalde metingen feitelijk schattingen die middels extrapolatie tot stand zijn gekomen. De werkelijk resultaten kunnen hiervan afwijken. Gebruikers van dit document dienen de gegevens te controleren die specifiek op hun omgeving van toepassing zijn. Dit document is auteursrechtelijk beschermd door Lenovo en wordt niet gedekt door enige opensourcelicentie, met inbegrip van enige Linux-overeenkomst(en) die bij de software voor dit product is/zijn geleverd.
Bijlage G. Handelsmerken De volgende benamingen zijn handelsmerken van Lenovo in de Verenigde Staten en/of andere landen: Lenovo Lenovo-logo ThinkPad ThinkPad-logo ThinkShutter TrackPoint UltraConnect Intel, Intel SpeedStep, Optane en Thunderbolt zijn handelsmerken van Intel Corporation of haar dochterondernemingen in de Verenigde Staten en/of andere landen. Microsoft, Windows, Direct3D, BitLocker en Cortana zijn handelsmerken van de Microsoft-bedrijvengroep.
154 P52 Gebruikershandleiding