Operation Manual

6.KlikopOKomhetvensterEigenschappenvoorGeluidenenGeluidsapparatentesluiten.
Toetsenbordenaanwijsapparaten
Ditzijndemeestvoorkomendeproblemenmettoetsenbordenaanwijsapparaten:
ProblemenmetUltraNav
Probleem:Deaanwijzerzweeftwanneerdecomputerwordtaangezetofwanneerdenormalewerking
wordthervat.
Oplossing:DeaanwijzerkanzwevenalsudeTrackPointtijdensdenormalewerkingnietgebruikt.Dit
zweveniseeneigenschapvandeTrackPointengeendefect.Debewegingendurenenkelesecondenen
komenmetnamevoorindevolgendeomstandigheden:
Alsdecomputerwordtaangezet.
Alsdenormalewerkingvandecomputerwordthervat.
AlsutelangdrukuitoefentopdeTrackPoint.
Alsdetemperatuurverandert.
Probleem:DeTrackPointoftouchpadwerktniet.
Oplossing:ControleerindeinstellingenvanUltraNavofdeTrackpointoftouchpadwelingeschakeldis.
Opmerkingen:OmdeinstellingenvanUltraNavteopenen,doetuhetvolgende:
VoorWindows7:
1.KlikopStartenvervolgensopConguratiescherm.
2.KlikopHardwareengeluid.
3.KlikopMuienklikdaarnaopdetabUltranav.
WindowsXP:
1.KlikopStartenvervolgensopConguratiescherm.
2.KlikopPrintersenoverigehardware.
3.KlikopMuienklikdaarnaopdetabUltranav.
Problemenmethettoetsenbord
Probleem:Alleofenkeletoetsenvanhettoetsenbordwerkenniet.
Oplossing:Controleerofhetjuistestuurprogrammageïnstalleerdis.
VoorWindows7:
1.KlikopStartConguratiescherm.VeranderdeweergavevanhetConguratieschermvan
CategorieinGrotepictogrammenofKleinepictogrammen.
2.KlikopToetsenbord.
3.SelecteerdetabHardware.ControleerbijdeApparaateigenschappenofdeapparaatstatusluidt:
Ditapparaatwerktcorrect.
WindowsXP:
1.KlikopStartConguratiescherm.
2.KlikopPrintersenoverigehardwareenklikdaarnaopToetsenbord.
3.SelecteerdetabHardware.ControleerbijdeApparaateigenschappenofdeapparaatstatusluidt:
Ditapparaatwerktcorrect.
Alsdetoetsenophettoetsenbordhetnogsteedsnietdoen,laatdecomputerdannakijken.
152Handboekvoordegebruiker