Operation Manual

Sylenth 1 Gebruiksaanwijzing LennarDigital
- 14 -
in het gebied tussen twee halve noten worden ingesteld. Dubbelklikken op deze
regelaars laat ze naar hun standaard 0-waarde terugkeren.
Verder zijn er is een aantal draaiknoppen waarmee de klank van de oscillator kan
worden bewerkt:
• Volume – Stelt het uitgangsvolume van de oscillator in.
• Phase – Wijzigt het startpunt van de golfvorm. Dit werkt alleen als Retrigger
is ingeschakeld.
• Detune – Verstemt de toonhoogte van de afzonderlijke voices rondom de
centrale toonhoogte. Hiermee kunnen 'supersaw’ en ‘hover'-effecten worden
gecreëerd, kan de klank breder worden gemaakt of een analoog klinkend
effect worden toegevoegd.
• Stereo – Stelt de stereospreiding tussen de voices onderling in. Als dit op 0
is ingesteld is de klank mono. Bij de instelling 10 worden de voices over het
hele stereobeeld verspreid. Dit heeft alleen effect als er meer dan 1 voice is
ingesteld.
• Pan – Plaatst het uitgangssignaal links (0) of rechts (10) in het stereobeeld.
Retrigger en Phase
Met de knop Retrigger worden alle voices gedwongen om op exact dezelfde plaats in
de golfvorm te starten als er een nieuwe toon wordt gespeeld. Deze plaats kan met
de Phase-knop worden bepaald. Als Phase op 0 is ingesteld, starten de voices aan
het begin van de golfvormcyclus. Op de stand 180 graden starten de voices
halverwege de cyclus, terwijl een instelling van 360 graden een start aan het eind
van de golfvormcyclus forceert (wat weer overeenkomt met een start aan het
begin).
De phase-instelling kan niet worden waargenomen als er slechts één oscillator actief
is, maar zodra er twee of meer oscillatoren een toon op dezelfde toonhoogte
genereren en voor beide is Retrigger actief, kunnen hiermee interessante effecten
worden bereikt. Het niveau van bastonen kan bijvoorbeeld worden geaccentueerd of
er kunnen PWM-effecten (pulsbreedtemodulatie) worden bereikt door de fase van
één van de oscillatoren te moduleren.
Inv
Met de knop Inv wordt het uitgangssignaal van de
oscillator geïnverteerd. Dit kan nuttig zijn voor het
creëren van PWM-achtige klankeffecten. Als
bijvoorbeeld van één van twee zaagtandoscillatoren het
signaal wordt geïnverteerd is het resultaat een pulsgolf.
Door het wijzigen van de fase van één van de
oscillatoren kan de pulsbreedte worden aangepast.
Kopiëren/Plakken
In de rechter bovenhoek van elke oscillator bevinden zich twee knoppen met de
letters C en P. Met deze knoppen kunnen de oscillatorinstellingen naar een andere
oscillator worden gekopieerd, of naar een andere preset.