Manual
21
32. PROGRAMMATOEST
33. VERWIJDERTOETS
34. TOETS WILLEKEURIG
35. HERHAALTOETS
36. TOETS CD-KLEPJE OPENEN/SLUITEN
37. OPNAMEKNOP
38. AFSPELEN/PAUZE
39. VOLGENDE +/VOORUITSPOELEN
40. VOLGENDE -/TERUGSPOELEN
41. STOP
VOEDINGSBRONNEN
LICHTNETSTROOM: U kunt uw stereosysteem inschakelen door de stekker van het
netsnoer (24) in een stopcontact te steken. Controleer of de nominale spanning van
uw apparaat overeenkomt met uw plaatselijke netspanning.
DE RADIO GEBRUIKEN
1. Druk op de knop [POWER] (2) om het apparaat AAN te zetten;
2. Selecteer de gewenste audiobron door op de knop [SOURCE] te drukken
(7 to 11);
3. (Raadpleeg de gedetailleerde instructies voor elke bron in de volgende
hoofdstukken);
4. Pas het volume aan met de [VOLUME-KNOP] (3) tot het gewenste niveau;
5. Houd de knop [POWER] (2) ingedrukt om het apparaat UIT te zetten.
Opmerking: Als er geen geluid wordt geproduceerd, schakelt het apparaat na 10 minuten
automatisch UIT.
RADIOBEDIENING
1. Druk op de knop [AM] of de knop [FM] (7 of 8);
2. Stel de radiofrequentie in op de gewenste zender door aan de [TUNING-KNOP]
(19) te draaien.
Opmerking: Beweeg de draadantenne (23) voor een betere FM-ontvangst.
Voor MG-ontvangst worden de signalen opgepikt door een ingebouwde ferrietantenne.
Mogelijk moet u het apparaat richten om de beste ontvangst te krijgen.










