Operation Manual

3
Let op:
Monteer de installatie op een plaats
waar hij de bestuurder van de auto niet
hindert tijdens het rijden.
Sluit, voordat u de installatie definitief
monteert, de bedrading een keer aan
en controleer of de installatie en het
systeem als geheel correct werken.
Gebruik voor een correcte montage
alleen de meegeleverde materialen.
Het gebruik van andere onderdelen
kan storingen veroorzaken.
Neem contact op met uw garage als u
gaten in uw auto moet boren of als u
het voertuig op andere wijze moet
aanpassen.
Monteer de installatie op een plaats
waar hij de bestuurder niet in de weg
zit, en op een plaats waar een
passagier er zich niet aan kan
verwonden bij plotseling remmen,
bijvoorbeeld bij het maken van een
noodstop.
Plaats het apparaat niet schuiner dan
30 graden, anders kan dit de prestaties
van de installatie nadelig beïnvloeden.
Monteer de installatie nooit op een
warme plaats, zoals in direct zonlicht
of in de warme-luchtstroom van de
verwarming, en stel de installatie niet
bloot aan stof, vuil en sterke trillingen.
30˚
Het apparaat installeren
Zorg ervoor dat u eerst alle aansluitingen
test, en volg daarna deze stappen voor
de installatie van het apparaat.
1. Controleer of het contact uitgeschakeld
is en neem vervolgens de kabel van
de min-pool (-) van de accu los.
2. Maak de kabelboom en de
antennekabel los.
3. Til de bovenzijde van de buitenste
afwerkplaat omhoog en verwijder deze
vervolgens.
4. Til de bovenzijde van de buitenste
afwerkplaat omhoog en verwijder deze
vervolgens.
5. Met de twee bijgeleverde
ontgrendelpennen worden de borglipjes
voor de inbouwslede ontgrendeld,
zodat deze te verwijderen is. Steek de
ontgrendelpennen zover mogelijk in de
openingen (met de inkeping naar boven
gericht) in de hiervoor bestemde
openingen die centraal in d weerszijden
van de installatie aangebracht zijn.
Schuif de inbouwslede vervolgens in
achterwaartse richting van de installatie.
182 mm
53 mm
Take out screw before installation
INSTALLEREN