Operation Manual

Het is te warm in de auto. Laat het interieur afkoelen tot
een normale temperatuur.
De cd is zeer vuil of is
beschadigd.
Reinig de cd of probeer een
andere.
De ingebouwde
microcomputer werkt niet
goed door stoorsignalen.
Zorg ervoor dat de
antennekabel goed
vastzit.
Condensvorming.
De aansluitingen
kloppen niet.
De cd is zeer vuil of is
beschadigd.
Schakel de speler circa een
uur lang uit, en probeer dan
opnieuw.
Het volume staat op
minimaal.
Het apparaat staat meer
dan 30 graden scheef.
Reinig de cd of probeer
een andere.
De radio doet het
niet. De
automatische
zenderzoekfunctie
werkt niet.
De radio-ontvangst is te
zwak.
Geen geluid. Verhoog de volume-instelling.
De cd-speler
slaat over tijdens
het afspelen.
Monteer het apparaat niet
schever dan 30 graden.
De
bedieningsknoppe
n werken niet.
De antennekabel zit los.
Kies handmatig een zender.
Controleer alle
aansluitingen.
Symptoom Oorzaak Oplossing
Kan de installatie
niet inschakelen.
De zekering is doorgebrand.
Het contact van de auto
staat niet aan.
Er zit al een cd in de speler.
De cd zit op zijn kop in de
speler
Als de stroomvoorziening
correct is aangesloten op het
accessoirescircuit van de auto,
draai dan de contactsleutel naar
de stand "ACC".
Kan geen cd
plaatsen of
verwijderen.
Verwijder eerst de cd uit de
speler, en plaats dan pas een
nieuwe.
Plaats compact discs altijd met
het label naar boven in de
speler.
STORINGEN VERHELPEN
20
Controleer eerst alle aansluitingen voordat u deze lijst raadpleegt. Kan het probleem
niet aan de hand van deze lijst worden opgelost, neem dan contact op met uw
leverancier.
Vervang de zekering.
Druk op de RESET-knop.
Het frontje zit niet goed op
zijn plaats.
88-C1561-