LEICA DIGILUX 2 Gebruiksaanwijzing Afbeeldingen op de binnenkant van de voor- en achterflappen
Voorwoord Wij wensen u veel plezier en succes bij het fotograferen met uw nieuwe LEICA DIGILUX 2. Het groothoekzoomobjectief LEICA DC VARIO-SUMMICRON 1:2-2,4/ 7–22,5 mm ASPH. maakt met zijn grote optische prestaties een uitstekende opnamekwaliteit mogelijk en biedt met zijn grote scherpstelbereik vele mogelijkheden voor beeldcompositie, vooral landschaps- en binnenopnamen. Met de volautomatische programmabesturing en flitsinschakeling ondersteunt de LEICA DIGILUX 2 onbekommerd fotograferen.
99
Inhoudsopgave Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98 Uitvoerige handleiding Waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 103 Voorbereidingen Aanbrengen van de draagriem . . . . . . . . . . . . . . . . 116 Plaatsen/verwijderen van de tegenlichtkap . . . . . 116 Opladen van de batterij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 116 Batterij in de camera plaatsen/ batterij uit de camera verwijderen . . . . . . . . . . 117 Indicaties batterijconditie .
Standaardinstellingen Instellen van de menutaal P LANGUAGE . . . . . . 124 Instellen van de zoeker- en monitorhelderheid c FINDER/c MONITOR . . 124 Instellen van tijd en datum M CLOCK SET . . . . . . 124 Instellen van de automatische uitschakeling u POWER SAVE . . . . . . . . . . . 125 Instellen van de knopbevestigings-(terugmeldings-) tonen en sluitergeluiden C BEEP . . . . . . . . . . 126 Instellen van de resolutie q PICT.SIZE . . . . . . . . 126 Instellen van de compressiegraad m QUALITY . .
De weergavefunctie - 8 De weergave van afzonderlijke opnamen . . . . . . . 155 Draaien van de opnamen Q ROTATE . . . . . . . 155 De weergave van afzonderlijke opnamen met geluid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156 Instellen van het geluidsvolume F VOLUME . . 106 De gelijktijdige weergave van maximaal negen afzonderlijke opnamen/vergroten en uitsnedekeuze bij de weergave van afzonderlijke opnamen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156 De weergave van video-opnamen . . . . . . . . . . . . .
Waarschuwingen • Gebruik uitsluitend geadviseerde accessoires om storing, kortsluiting of een elektrische schok te vermijden. • Stel het toestel nooit bloot aan vocht of regen. • Probeer niet onderdelen van de behuizing (afdekkingen) te verwijderen; vakkundige reparaties kunnen alleen door een erkend servicepunt worden uitgevoerd. Opmerkingen: • Enkele onderdelen van dit toestel bevatten een geringe hoeveelheid kwik, resp. lood.
1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.1 1.39 1.1 1.7 1.10 b 1.10 1.10 c 1.10 a 1.9 b 1.9 1.9 a 1.40 1.11 1.41 1.12 1.8 c 1.8 a 1.8 1.37 1.38 1.13 1.14 1.8 b 1.16 a 1.16 1.15 1.20 1.21 1.22 1.23 1.24 1.25 1.44 1.26 1.19 1.48 1.18 1.53 1.45 1.27 1.46 1.45 1.36 1.52 1.33 1.17 1.28 1.34 1.35 1.32 1.31 1.30 1.29 Markenzeichen der Leica Camera Gruppe/ R Registriertes Warenzeichen Trademark of the Leica Camera Group/ R Registered Trademark © 2004 Leica Camera AG 1.51 1.50 1.47 1.49 1.
1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.1 1.39 1.1 1.7 1.10 b 1.10 1.10 c 1.10 a 1.9 b 1.9 1.9 a 1.40 1.11 1.41 1.12 1.8 c 1.8 a 1.8 1.37 1.38 1.13 1.14 1.8 b 1.16 a 1.16 1.15 1.20 1.21 1.22 1.23 1.24 1.25 1.44 1.26 1.19 1.48 1.18 1.53 1.45 1.27 1.46 1.45 1.36 1.52 1.33 1.17 1.28 1.34 1.35 1.32 1.31 1.30 1.29 Markenzeichen der Leica Camera Gruppe/ R Registriertes Warenzeichen Trademark of the Leica Camera Group/ R Registered Trademark © 2004 Leica Camera AG 1.51 1.50 1.47 1.49 1.
Benaming van de onderdelen Vooraanzicht 1.1 Oog voor draagriem 1.2 IR-sensor voor witbalans 1.3 Zelfontspanner-lichtdiode 1.4 Microfoon 1.5 Flitsreflector (uitgeklapt) 1.6 Venster van de autofocus-sensoren 1.7 Objectief LEICA DC VARIO-SUMMICRON 1:2–2,4/7–22,5 mm ASPH. met a. Schroeffitting voor filter Bovenaanzicht 1.8 Flitsapparaatschoen met a Midden (ontstekings-) en b Stuurcontacten, evenals c Gaatje voor vergrendelpen 1.
1.19 Centrale instelring voor het navigeren in de menu’s/voor het instellen van de geselecteerde menupunten/functies, voor het bladeren in het opnamegeheugen, programmashift en voor het vergroten/verkleinen van de bekeken opnamen 1.
De indicaties De functie-indicaties 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.1.5 2.1.6 2.1.8 2.1.9 2.1.11 2.1.12 2.1.13 2.1.37 2.1.36 2.1.34 2.1.31 2.1.30 2.1.29 2.1.28 2.1.27 2.1.26 2.1.14 2.1.15 2.1.1 Belichtingsprogramma a P Programma-automaat b A Tijdautomaat c T Diafragma-automaat d M Handmatige instelling van sluitertijd en diafragma e ü Video-opnamen 2.1.2 Flitsprogramma van het ingebouwde flitsapparaat 2.1.25 2.1.23 2.1.22 2.1.21 2.1.20 2.1.19 2.1.
2.1.4 ISO-gevoeligheid 2.1.8 Batterijconditie a r voldoende capaciteit b q verminderde capaciteit c p onvoldoende capaciteit d o vervangen of opnieuw opladen van de batterij noodzakelijk (verschijnt niet bij video-opnamen) a b c ISO100 ISO200 ISO400 ISO100 ISO200 ISO400 2.1.5 Resolutie (verschijnt niet bij video-opnamen) a b c d e f 2560 2048 1600 1280 640 HDTV 2.1.
2.1.18 Sluitertijd (verschijnt bij handmatige instelling onmiddellijk, d.w.z. in de belichtingsprogramma’s T/M, na het aantippen van de ontspanner bij automatische instelling, d.w.z. in de belichtingsprogramma’s P/A, rood na vasthouden drukpunt van de ontspanner bij overschrijding van het minimale of maximale instelbereik met de belichtingsprogramma’s P/T/A, anders wit) 2.1.
2.1.34 Serie-opname functie ingeschakeld, inclusief beeldfrequentie (doorgekruist bij gelijktijdig ingeschakelde automatische belichtingsserie [functiecombinatie niet mogelijk], niet bij video-opnamen) a u 2,7 beelden per seconde b v 1 beeld per seconde alternerend met 2.1.34: 2.1.35 A Animatiefilm-opnamefunctie 2.1.36 Digitale brandpuntafstand-verlenging ingeschakeld, inclusief verlengingsfactor (verschijnt bij afzonderlijke opname maken in plaats van 2.1.34) 2.1.
2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.5 2.2.6 2.2.8 2.2 2.2.10 In de weergavefunctie 2.2.8 Compressiegraad (zie punt 2.1.6, niet bij video-opnamen) 2.2.1 Weergavefunctie 2.2.3b 2.2.11 2.2.12 2.2.16 2.2.14a alternerend: 2.2.2 Opname met printtaak-instelling (DPOF) (teken wit voor ingestelde printtaak, groen voor diapresentatie) 2.2.3 Opname tegen wissen beschermd (verschijnt in stand b als naderhand geluidsregistratie is ingeschakeld) 2.2.9 x/A Beeldfrequentie (alleen bij video-opnamen, zie punt 2.1.7) 2.2.
2.2.14 Informatie over getoonde opname (verschijnt alleen indien ingeschakeld, zie pag. 121, niet bij geluidsregistratie achteraf) a Staafdiagram b Belichtingsprogramma c Diafragma (zie punt 2.1.17) 2.2.16 Aanwijzing voor het afspelen van een videoopname (alleen bij aanwezige video-opname) alternerend: (zie punt 2.1.1) (zie punt 2.1.20) d Sluitertijd 2.2.17 PLAY AUDIO d Aanwijzing voor het afspelen van een geluidsregistratie (alleen bij aanwezige geluidsopname) (zie punt 2.1.
De menupunten In het hoofdmenu bij de opnamefuncties- j REC j REC 1/4 (1. pag.) 3.1 a W. BALANCE 3.2 b WB ADJUST. 3.3 q PICT. SIZE 3.4 m QUALITY j REC 2/4 (2. pag.) 3.5 r SPOT AF 3.6 s SENSITIVITY 3.7 t BURST RATE 3.8 w AUDIO REC. 112 / De menupunten Witbalans Witbalans-fijnafstemming Resolutie Compressiegraad Spot-autofocus ISO-gevoeligheid Opnamefrequentie voor serie-opnamen Geluidsregistratie In het basismenu bij de opnamefuncties - k SETUP j REC 3/4 (3. pag.) 3.9 z D.
k SETUP 3/3 (3. pag.) 3.22 N RESET 3.23 O USB MODE 3.24 P LANGUAGE Gelijktijdig resetten van alle individuele instellingen Gegevensoverdracht-modus Taal In het hoofdmenu bij de weergavefunctie - E PLAY In het basisdmenu bij weergavefunctie - k SETUP E PLAY 1/2 (1. pag.) 3.25 Q ROTATE 3.26 R PROTECT 3.27 T DPOF PRINT 3.28 U SLIDE SHOW k SETUP 1/3 (1. pag.) 3.14 c FINDER/ Zoeker-/monitorc MONITOR helderheid 3.33 X REVIEW ON LCD Automatische omschakeling van indicatie voor VIEW-functie 3.
Verkorte handleiding Houd de volgende onderdelen gereed: • camera • batterij (A) • geheugenkaart (B) • net-/laadadapter (C) • netsnoer (D) • verbindingssnoer net-/laadadapter – camera (E) Standaardinstellingen 1. Zet de hoofdschakelaar (1.26) op OFF. 2. Plaats de batterij (A) in de net-/laadadapter om deze te op te laden (zie pag. 116). 3. Sluit de net-/laadadapter (C) aan om de batterij op te laden (zie pag. 116). 4. Plaats de opgeladen batterrij in de camera (zie pag. 117). 5.
Bekijken van opnamen Voor kortstondig bekijken in de opnamemodi: 1. Druk de onderrand van de kantelknop (1.30) in om de laatste opname te bekijken. 2. Druk de linker- of rechterrand van de kantelknop in om andere opnamen te bekijken. Vergroten van opnamen in het zoeker- en monitorbeeld (in opname- en weergavemodi mogelijk) Draai de centrale instelring (1.29) naar rechts (met de klokwijzers mee) om de getoonde opname vergroot te bekijken (zie pag. 146/157). Voor onbeperkte duur bekijken: 1.
Uitvoerige handleiding Voorbereidingen Aanbrengen van de draagriem Plaatsen/verwijderen van de tegenlichtkap Tot de leveringsomvang van de LEICA DIGILUX 2 behoort een opsteekbare, optimaal op de stralenbundel afgestemde tegenlichtkap. Deze wordt recht en met zijn geleidebrug (1.47) tegenover de overeenkomstige uitsparing in de objectief-frontgreep (1.44) geplaatst. Bij het plaatsen vergrendelen de klemmen (1.46) de tegenlichtkap in de betreffende beveiligingsggroeven van de objectief-frontgreep (1.36/38).
2. Plaats een batterij met zijn contacten voor en achter (met de voorkant ter plaatse van de daar aanwezige markeringen aan de zijkant, (1.52) plat in de laadsleuf (1.53) van de net-/laadadapter. Schuif deze dan tot de aanslag naar voren (zoals aangeduid in de laadsleuf). In de juiste positie brandt de groene, met CHARGE gemarkeerde LED (1.51) als bevestiging van het oplaadproces. Na succesvolle oplading – ca. 110 min. - gaat de groene LED uit. Daarna moet de net-/ laadadapter van het net worden gehaald.
4. Sluit het batterijvakdeksel en draai de vergrendelingshendel naar links. Ga voor het verwijderen van de batterij in de omgekeerde volgorde te werk. De geveerde, lichtgrijze vergrendelingsschuif in het batterijvak moet daarbij voor ontgrendeling van de batterij naar de zijkant worden gedrukt. Belangrijk: Het verwijderen van de batterij kan tot het resetten van de instellingen leiden die u in de menu’s hebt aangebracht (zie pag. 122).
Belangrijk: Gebruik uitsluitend het meegeleverde verbindingssnoer. Opmerkingen: • De batterij wordt, ook als deze in de net-/laadadapter ligt, bij netvoeding niet geladen. • De batterij hoeft bij netvoeding niet in de camera te blijven. • Tijdens gebruik op een netverbinding wordt de camera warm – dit is normaal en geen storing. • Tijdens gebruik van netvoeding moet de verbinding met de net-/laadadapter niet worden onderbroken.
Ga voor het verwijderen van de geheugenkaart in de omgekeerde volgorde te werk. Voor ontgrendeling moet de kaart – zoals aangegeven op de klep – eerst nog iets verder naar binnen worden geschoven. Opmerkingen: • Als de geheugenkaart niet geplaatst kan worden, controleert u de juiste uitlijning. • Als de klep na het verwijderen van de geheugenkaart niet gesloten kan worden, probeert u het nog eens na nogmaals plaatsen en verwijderen van de geheugenkaart. • Wanneer u de afdekklep (1.
De ontspanner De ontspanner (1.13) werkt in twee stappen. Door licht indrukken (vasthouden drukpunt) worden zowel de automatische scherpstelling (zie pag. 131) alsook de belichtingsmeting (zie pag. 137) en –regeling (zie pag. 134) geactiveerd en wordt de telkens bepaalde meetwaarde opgeslagen (zie pag. 132), resp. de camera weer geactiveerd en de zoeker/monitor (1.19/32) ingeschakeld als deze vooraf in de stand-by functie stond (zie pag. 125).
Het menu Vele modi en functies van de LEICA DIGILUX 2 worden via een menu (zie hiervoor ook pag. 112/113) bediend dat overzichtelijk en stap voor stap in de zoeker/ monitor (1.19/32) wordt getoond. Door het kiezen van de betreffende menupunten kunnen de verschillende functies in de opname- en weergavemodi worden ingesteld. Bovendien kunnen met het menu ook alle overige functies als datum en tijd of het geluidsvolume van de knopbevestiging (terugmelding) en sluitergeluiden worden ingesteld.
Wanneer u het betreffende basismenu k SETUP 1/3 wilt oproepen (anders kunt u direct doorgaan zoals vanaf punt 3 is beschreven): 2. Druk op de rechterrand van de kantelknop. • De betreffende menupunten verschijnen; verder komen de indicaties in principe overeen met die van de opname-, resp. weergavemenu’s. Door op de linkerrand van de kantelknop te drukken, kunt u dit menu weer verlaten. 3.
Standaardinstellingen Instellen van de menutaal - P LANGUAGE De taal van het menu is in de fabriek op Engels ingesteld, d.w.z. alle menupunten verschijnen aanvankelijk met hun Engelse benamingen. Ze worden in deze handleiding op deze wijze genoemd. Als alternatieve menutaal kan ook voor Duits, Frans, Spaans, Italiaans, Japans of Chinees worden gekozen. Instellen van de functie Kies in een van de basismenu’s k SETUP 3/3 (zie pag. 112/113/122) het menupunt P LANGUAGE (3.
4. Na instellen van het jaartal kiest u door nogmaals indrukken van de rechterrand van de kantelknop de volgende regel, waarin de volgorde van de indicaties aan de gebruikelijke weergave kan worden aangepast. Met de kantelknop of de centrale instelring kiest u maand/dag/jaar (M/D/Y), dag/maand/jaar (D/M/Y) of jaar/maand/dag (Y/M/D).
Instellen van de knopbevestigings-(terugmeldings-) tonen en sluitergeluiden - C BEEP Met de LEICA DIGILUX 2 kunt u bepalen of uw instellingen en het verloop van enkele functies door akoestische signalen – er zijn twee volumes – bevestigd moeten worden of dat het gebruik van uw camera en het fotograferen voornamelijk geruisloos verloopt. Als terugmelding dienen a.
De mogelijke resoluties en het daaruit voortvloeiende aantal opnamen 1 2 q PICT.
• Het op de monitor getoonde, resterende aantal opnamen, resp. de opnameduur verandert niet noozakelijkerwijs na elke opname. Dit hangt van het motief af; een zeer fijne structuur geeft een grotere datahoeveelheid, een homogeen oppervlak een kleinere. De gegevens in de tabel hebben betrekking op een gemiddelde bestandsgrootte bij de ingestelde resolutie.
3. Druk voor de bevestiging van uw instelling en het verlaten van het menu op de MENU -knop (1.25). • Het oorspronkelijke monitorbeeld verschijnt weer met de betreffende indicatie (2.1.3 a/b/c/d/e/f). Wanneer u echter de handmatige witbalans hebt gekozen, zijn na de 2e stap meer instellingen nodig. Ga hiervoor als volgt te werk: Handmatig instellen van de witbalans - h 3. Roep het betreffende submenu op door het indrukken van de rechterrand van de kantelknop. 4.
Instellen van de ISO-gevoeligheid - s SENSITIVITY In de gebruikelijke fotografie wordt met de keuze van de ISO-waarde de lichtgevoeligheid van de gebruikte film in acht genomen. Gevoelige films staan – bij gelijke helderheid – kortere sluitertijden en/of kleinere diafragma’s toe en omgekeerd. De ISO-instelling van de LEICA DIGILUX 2 maakt – in 3 stappen – eveneens een benodigde, handmatige aanpassing van de sluitertijd/diafragmawaarde aan de betreffende situaties mogelijk.
De opnamefuncties Instellen van de brandpuntsafstand Het objectief van de LEICA DIGILUX 2, de LEICA DCVARIO-SUMMICRON 1:2–2,4/7–22,5 mm ASPH., is een zeer krachtig en lichtsterk 3-voudig zoomobjectief, waarvan het bereik van de brandpuntsafstand overeenkomt met een 28–90 mm KB-objectief. Het kan zowel grotere groepen personen, resp. grotere ruimten op korte afstand, alsook een beeldcompositie die op een afzonderlijk motief is geconcentreerd, bijv.
Belangrijk: Wanneer het AF-systeem de juiste scherpte niet kan instellen, bijv. als de afstand tot het gemeten motief buiten het bereik ligt, knippert de groene punt als waarschuwing. De ontspanner is echter niet geblokkeerd! Dichtbij-autofocus- AF-Macro De LEICA DIGILUX 2 kan opnamen van dichtbij tot een maximale afstand van 30 cm met de automatische afstandsinstelling maken.
Handmatige scherpstelling – MF Bij bepaalde motieven kan het gunstig zijn de scherpstelling zelf uit te voeren in plaats van autofocus (zie de voorgaande hoofdstukken) te gebruiken. Bijvoorbeeld als dezelfde instelling voor meerdere opnamen wordt gebruikt en het gebruik van het meetwaardegeheugen (zie pag.
Instellen van de belichting Met de LEICA DIGILUX 2 kunt u uit vier belichtingsprogramma’s kiezen, waarmee u de camera optimaal op de werkwijze van uw voorkeur of op het betreffende motief kunt instellen. De keuze van alle programma’s en de handmatige instelling van de waarden vindt plaats met de diafragmaring van het objectief (1.9) en de sluitertijdenknop (1.16).
Het vervolg: 3. Richt de rechthoek (het autofocus-meetveld, 2.1.30/31) op uw motief en druk de ontspanner (1.13) in tot het drukpunt. • Sluitertijd (2.1.18) en diafragma (2.1.20) worden automatisch ingesteld en in de zoeker/monitor (wit) aangegeven. Bovendien verschijnt de opmerking over de mogelijkheid om de functie programma-shift te gebruiken a (2.1.21, zie volgende hoofdstuk). Als bij volledig geopend, resp. geknepen diafragma in combinatie met de langste, resp.
Voor de instelling van deze modus draait u 1. de diafragmaring van het objectief (1.9) in de A-stand (1.9 a) en Opmerking: Na opslag van de belichtingsinstelling (zie pag. 132) kan de tijd-/diafragma-combinatie door het kiezen van een andere sluitertijd worden gewijzigd zolang de ontspanner ingedrukt wordt gehouden. 2. de sluitertijdenknop (1.16) op de A-stand (1.16 a). 2. de sluitertijdenknop (1.16) op de gewenste waarde. 4. Druk de ontspanner voor de opname helemaal in.
4. Druk de ontspanner voor de opname helemaal in. Fotograferen met handmatige instelling van sluitertijd en diafragma - M Wanneer u bijv. bewust een speciaal beeldeffect wilt bereiken dat alleen met een bepaalde belichting is te realiseren, of wanneer u bij meerdere opnamen en verschillende uitsneden een absoluut identieke belichting wilt garanderen, kunt u de sluitertijd en het diafragma handmatig instellen.
De spotmeting - 4 Deze meetkarakteristiek is uitsluitend op een klein veld in het midden van het beeld geconcentreerd. Hiermee kunnen voor een nauwkeurige belichting de kleinste details worden gemeten – bij voorkeur in combinatie met de handmatige instelling (zie pag. 137) – spotmeting is daarom voornamelijk geschikt voor (statische) motieven waarvoor u de tijd kunt nemen. Bij tegenlichtopnamen moet bijvoorbeeld meestal worden voorkomen dat de donkere omgeving tot onderbelichting van het hoofdmotief leidt.
• Het submenu verschijnt. Het toont een schaal van +2 tot -2 EV met indelingen van 1/3 EV en een digitale indicatie, die samen met de gele markering uw instelling aangeven. • Na de instelling verschijnt het oorspronkelijke zoeker-/monitorbeeld weer met de opmerking over de geactiveerde functie en de correctiewaarde l (2.1.23). Opmerking: Met de EV-knop worden meerdere functies ingesteld. Ze zijn in een oneindige lus geschakeld en daarom door herhaald indrukken te kiezen.
Flitsfotografie Fotograferen met het ingebouwde flitsapparaat De LEICA DIGILUX 2 heeft een ingebouwd flitsapparaat (1.5), dat in ruststand ingeklapt in de camerabehuizing ligt. Voor opnamen met flits moet het gedeeltelijk (zie pag. 142) of volledig uitgeklapt en daarmee ingeschakeld worden. De flitsbelichtingen worden door de camera gestuurd, en wel aan de hand van een voorflitsmeting. Daarbij wordt – onmiddellijk vóór de hoofdflits – een meetflits gegenereerd.
J Automatische flitsinschakeling met langere sluitertijden Voor een gelijktijdige (lichtere) weergave van vooral een donkere achtergrond en flitsinvulling voor de voorgrond. Om het gevaar van bewegingsonscherpte te minimaliseren, wordt in de overige programma’s met flitsinschakeling niet langer dan 1/60 s verlengd. Daarom wordt bij opnamen met flits de achtergrond vaak sterk onderbelicht.
Opmerkingen: • De combinatie van de programma’s E, M en P met synchronisatie op het einde van de belichtingstijd S (zie pag. 143) is niet mogelijk. Als de laatste functie is ingeschakeld, verschijnen ze niet in het submenu. Hetzelfde geldt voor de overige in de tabel hiervoor genoemde, onmogelijke functiecombinaties. • Bij ingeschakeld flitsapparaat zijn altijd slechts afzonderlijke opnamen mogelijk, d.w.z.
Opmerkingen: • Door de langere weg van het flitslicht en het (meestal geringe) reflectievermogen van de met flits belichte oppervlakken vermindert de reikwijdte soms zelfs aanzienlijk. • Reflecterend oppervlak dat niet kleurneutraal is, bijv. wit of grijs, kan tot kleurzweem van het beeld leiden. Fotograferen met synchronisatie op het einde van de belichtingstijd - 5 FLASH SYNC. De belichting van flitsopnamen vindt plaats met twee lichtbronnen, de aanwezige – en het flitslicht.
Flits-belichtingscorrecties - j Met deze functie kan de flitsbelichting onafhankelijk van de belichting door het aanwezige licht bewust worden afgezwakt of versterkt, bijv. om bij een buitenopname in de avond het gezicht van een persoon op de voorgrond te accentueren, terwijl de lichtsfeer moet worden gehandhaafd. Eenmaal ingesteld, blijft een flits-belichtingscorrectie zo lang werkzaam tot deze (bewust) weer wordt teruggezet. Instellen van de functie Druk de EV-knop (1.
• Voor SCA-3002 standaardflitsers geldt: 1. Om de automatische flits-belichtingsregeling te behouden, is een SCA-3502 M4 adapter nodig. 2. Het flitsapparaat moet op een programma kunnen worden ingesteld dat regeling van het flitsvermogen aan de hand van de berekening van het richtgetal door de camera mogelijk maakt (Guide Number Control, zie de betreffende flitserhandleiding). • Voor alle overige flitsapparaten van het SCA-systeem en oudere adapters als SCA-3502 M4 geldt: 1.
Direct na de opname bekijken Gebruik van de automatische weergave van de laatste opname - B AUTO REVIEW Als de automatische weergave van afzonderlijke opnamen is ingeschakeld, wordt elk beeld direct na de opname in de zoeker/monitor getoond. Op deze wijze kunt u bijv. snel en eenvoudig controleren of het beeld gelukt is of herhaald moet worden. Met de functie kan de tijdsduur worden gekozen waarin het beeld zichtbaar moet zijn (1SEC/3SEC), evenals nog een variant (ZOOM), waarbij de opname eerst ca.
• Aan de beeldranden verschijnen pijlen als aanduiding hoe de uitsnede kan worden verschoven. De indicatie in de titelregel geeft telkens de trap van vergroting aan. Opmerkingen: • Zolang een opname vergroot is afgebeeld, is de kantelknop niet beschikbaar voor het oproepen van andere opnamen (zie punt 4). • In de weergavefunctie 8 (zie pag. 155) kan het beeld 16-voudig worden vergroot. 4. Met de kantelknop kunt u bij vergroting de uitsnede willekeurig kiezen.
Overige functies Serie-opnamen - 7 Met de LEICA DIGILUX 2 kunt u niet alleen afzonderlijke opnamen, maar ook serie-opnamen maken. Daarbij kunnen naar keuze beeldfrequenties van 1 of 2,7 beeld/s worden gekozen. Opmerkingen: • Serie-opnamen zijn niet met flitsgebruik mogelijk. Als een flitsfunctie toch is geactiveerd, vindt slechts één opname plaats. • Serie-opnamen zijn niet in combinatie met video(ü) of geluidsopnamen (w) mogelijk. Hetzelfde geldt voor de opslag van ruwe data (RAW).
Opnamen met geluid - w AUDIO REC. Afzonderlijke opnamen kunnen met een geluidsregistratie van maximaal 5 s plaatsvinden, bijvoorbeeld voor achtergrondgeluid of commentaar bij een beeld. Opmerkingen: • Geluidsregistraties zijn niet in combinatie met serieopnamen (7), automatische belichtingsseries (k) en met de opslag van ruwe data (RAW) mogelijk. Video-opnamen (ü) worden in principe met geluid gemaakt. • De microfoon (1.
Opmerking: Een instelling op ONE TIME wordt automatisch op OFF teruggezet als de camera wordt uitgeschakeld of stand-by wordt geschakeld. Voor een volgende video-opname moet deze instelling opnieuw worden geactiveerd. 3. Leg uw beelduitsnede vast en druk de ontspanner (1.13) tot het drukpunt in. • Bij gebruik van een van de AF-modi (AF/AF-Macro, zie pag. 131/132) verschijnt, zodra de scherpte is ingesteld, als bevestiging de groene punt (2.1.
Animatiefilm-opnamen - A FLIP ANIM. Met deze functie van de LEICA DIGILUX 2 kunnen zogenaamde animatiefilms van ca. 100 opnamen tot een lengte van ca. 20 s worden gemaakt. Bij animatiefilms worden eerst afzonderlijke – en daarmee statische - scènes opgenomen, waarin het motief stapsgewijs – en meestal minimaal – wordt gewijzigd. Met de animatiefilm-functie worden deze als videobestand opgeslagen.
Afzonderlijke opnamen als animatiefilm opslaan 4. Druk de MENU-knop (1.25) in om terug te keren naar het submenu, kies de menuregel CREATE MOTION IMAGE en roep met de kantelknop het tweede submenu op. Belangrijk: Wanneer u een opnameserie niet wist (z.o.), vormt deze bij het opnieuw gebruiken van de animatiefilm -functie een deel van de nieuwe animatiefilm. Daarbij worden de afzonderlijke opnameseries in de volgorde van opname achterelkaar geplaatst en als nieuwe animatiefilm opgeslagen.
Fotograferen met de zelfontspanner - A Met de zelfontspanner kunt naar wens een opname met een vertraging van 2 of 10 s maken. Dit is heel handig, bijv. bij groepsopnamen waarbij u zelf ook in beeld wilt verschijnen of wanneer u bewegingsonscherpte bij het afdrukken wilt vermijden. In zulke gevallen is het raadzaam de camera op een statief te bevestigen. Opmerkingen: • De zelfontspanner-modus is niet in combinatie met video-opnamen (ü) mogelijk.
De volgende bedieningsstap is niet nodig als u alleen de functie in de eerste regel wilt wijzigen. Ga in dit geval door met punt 4. Opmerking: De lijst is geen oneindige lus, d.w.z. aan het begin en eind is slechts één bewegingsrichting mogelijk. 3. Kies door indrukken van de boven- of onderrand van de kantelknop of door draaien van de centrale instelring (1.29) de regel waarin u de ingestelde functie wilt veranderen. 7. Druk a.
De weergavefunctie - 8 De weergave van afzonderlijke opnamen Zoals reeds in de hoofdstukken ”Gebruik van de automatische, afzonderlijke beeldweergave B AUTO REVIEW” en ”Bekijken van opnamen met de VIEWfunctie” (pag. 146) is beschreven, kunnen zojuist gemaakte opnamen direct daarna kortstondig in de zoeker/monitor worden bekeken. De weergavefunctie maakt echter altijd een onbeperkte beeldobservatie mogelijk om bijv.
De weergave van afzonderlijke opnamen met geluid Zoals reeds in het hoofdstuk ”Opnamen met geluid” op pag. 149 is beschreven, kunt u de beelden eventueel ook van geluid voorzien. Dit geluid kan de LEICA DIGILUX 2 samen met de bijbehorende beelden weergeven. Het kan later bijv. in het kader van een presentatie of als ondersteuning bij het archiveren worden gebruikt. Instellen en gebruiken van de functie Beelden met een geluidsregistratie zijn met het symbool w (2.2.5) gekenmerkt.
3. Het beeld dat telkens is gemarkeerd, kunt u weer op normale grootte brengen door de centrale instelring naar rechts (richting van de klokwijzers) te draaien. worden gewist (voor het wissen van opnamen zie pag. 158). Gelijktijdig verschijnen aan alle 4 randen van het monitorbeeld pijlen als aanduiding hoe u de uitsnede kunt wijzigen. Vergroten van de opname en kiezen van de uitsnede Opmerkingen: • Vergroten van de opnamen en het kiezen van de uitsnede zijn voor video-opnamen niet mogelijk.
De weergave van video-opnamen Video-opnamen kunnen precies zo als afzonderlijke opnamen op de monitor worden bekeken. Opmerkingen: • Er kunnen uitsluitend video-opnamen in het bestandsformaat QuickTime‚ Motion JPEG worden afgespeeld. Videobestanden van andere standaards, resp. zulke die met andere camera’s werden geregistreerd, kunnen daarom mogelijk niet worden afgespeeld. • Bij het gebruik van geheugenkaarten met een grote capaciteit kan het snel terugspoelen mogelijk langzamer verlopen.
Instellen van de functie 1. Druk op de 1-knop (1.31). • In de zoeker/monitor (1.19/32) verschijnt het submenu voor het wissen van afzonderlijke opnamen. De overige bediening wordt bepaald door het wissen van afzonderlijke of gelijktijdig meerdere of zelfs alle opnamen. Wissen van afzonderlijke opnamen s DELETE SINGLE 2. Volg de overige menu-aanwijzingen. • In de zoeker/monitor verschijnt na het wissen de volgende opname, resp. de oorspronkelijke opname als deze toch niet werd gewist.
Wissen van alle opnamen op de geheugenkaart – s ALL DELETE 2. Roep het bijbehorende zoeker-/monitorbeeld op en volg de overige menu-aanwijzingen. • In de zoeker/monitor verschijnt eerst het submenu voor het gelijktijdig wissen van meerdere of alle opnamen, daarna verdwijnt de opname naar de achtergrond, het zoeker-/monitorbeeld wordt blauw en er verschijnt kortstondig PLEASE WAIT... terwijl de gegevens worden gewist. Daarna verschijnt NO VALID IMAGES TO PLAY, resp.
Na het verlaten van het menu verschijnt het oorspronkelijke zoeker-/monitorbeeld weer met de bijbehorende indicatie S (2.2.3). Na het beschermen verdwijnen de kleine opnamen en de indicaties in de zoeker/monitor, waarna de laatste geactiveerde opname en de normale indicaties voor de weergavefunctie weer verschijnen, evenals, bij de overeenkomstig gemarkeerde opnamen, de indicatie voor opnamen die tegen wissen zijn beschermd S (2.2.3).
Formatteren van de geheugenkaart - g FORMAT Gewoonlijk is het niet nodig de geheugenkaart te formatteren (te initialiseren). Als echter de foutmelding MEMORY CARD ERROR wordt getoond, is dit noodzakelijk. Het is echter raadzaam geregeld de geheugenkaart te formatteren, omdat bepaalde restbestanden (begeleidende informatie voor vooral geluidsopnamen) enige geheugencapaciteit kunnen opeisen.
2. Open door indrukken van de rechterrand van de kantelknop (1.30) het submenu. • In de zoeker/monitor (1.19/32) verschijnen de 4 alternatieve functies, – SINGLE (voor afzonderlijke opnamen), – MULTI (voor meerdere opnamen), – CANCEL (opheffen van de instellingen voor alle opnamen) en – INDEX (voor een index-print). Om aan te geven dat voor een opname de printtaak-instellingen gelden, verschijnt bovendien de indicatie T, (2.2.2), inclusief de ingestelde afdrukhoeveelheid.
Opmerking: Elke opname waarvan later afdrukken moeten worden gemaakt, moet afzonderlijk worden geselecteerd en gemarkeerd en tevens moet de afdrukhoeveelheid worden ingesteld. • De indicatie voor de printtaak-instelling, inclusief de ingevoerde afdrukhoeveelheid T verschijnt in het bijbehorende beeld. Overeenkomstig moet de instelling ook weer afzonderlijk worden herroepen. • De indicatie T in het beeld verdwijnt weer. • Na het verlaten van het menu verschijnt het oorspronkelijke zoeker-/monitorbeeld weer.
Overige functies Toevoegen van geluid aan aanwezige opnamen - w AUDIO DUB. Met de LEICA DIGILUX 2 kunt u aan elke opname naderhand maximaal 10 s geluid, bijv. als commentaar, toevoegen. Opmerkingen: • Opnamen die al geluid hebben (zie pag. 149), worden door het symbool w (2.2.5) gekenmerkt. Bovendien verschijnt de regel PLAY AUDIO (2.2.17) en een pijl als aanduiding hoe het geluid wordt afgespeeld.
Opmerking: Als voor de geluidsregistratie achteraf onvoldoende geheugencapaciteit op de kaart is, verdwijnt de opname op de achtergrond kortstondig, het zoeker-/monitorbeeld wordt blauw en er verschijnt NOT ENOUGH MEMORY ON CARD. 4. Een lopende geluidsregistratie kan te allen tijde worden afgebroken door opnieuw de onderrand van de kantelknop in te drukken. • Daarna keren de indicaties terug in de onder punt 2 beschreven stand, bovendien verschijnt het geluidsregistratiesymbool w (2.2.5) in de kopregel. 5.
De volgende bedieningsstap is alleen nodig als u de resolutie meer dan één niveau wilt verlagen. Als dit niet het geval is, kunt u doorgaan met punt 6. 4. Kies de gewenste resolutie. • Als voor de ingestelde resolutie alleen een lagere, alleen een hogere resolutie of beide beschikbaar zijn, verschijnen de verschillende pijlen. 5. Druk op de onderrand van de kantelknop en volg de overige menu-aanwijzingen, d.w.z.
2. Roep door indrukken van de rechterrand van de kantelknop (1.30) het bijbehorende zoeker-/monitorbeeld op. • Wanneer wijziging van de uitsnede mogelijk is, verschijnt in de titelregel W TRIMMING en in de voetregels aanwijzingen voor verdere instelling van de functie. De volgende bedieningsstap is alleen nodig als wijziging van de uitsnede niet mogelijk is. Als dit wel het geval is, kunt u doorgaan met punt 4. 3. Kies in zulke gevallen een van de andere opnamen waarvan u de uitsnede wilt veranderen. 4.
Na de opslag verschijnen in de zoeker/monitor weer de laatste geactiveerde opname en de normale indicaties voor de weergavefunctie. 7. Druk de ontspanner (1.13) in. • In de monitor verschijnt het submenu voor de beeldbestanden die moeten worden opgeslagen. 8. Volg de overige menu-aanwijzingen, d.w.z. kies of u het oorspronkelijke beeldbestand door het nieuwe met de gewijzigde uitsnede wilt vervangen, resp.
Aanmaken van nieuwe mapnummers L NO.RESET De LEICA DIGILUX 2 schrijft de beeldnummers in doorlopende volgorde naar de geheugenkaart. De bijbehorende bestanden worden eerst allemaal in een map opgeslagen. U kunt echter altijd een nieuwe map aanmaken waarin de volgende opnamen worden opgeslagen, bijv. om ze overzichtelijk te groeperen. Instellen van de functie 1. Kies in het opname-basismenu k SETUP 3/3 (zie pag. 113/122 het menupunt L NO. RESET (3.20). 2.
De volgende bedieningsstappen zijn alleen nodig als u de standtijd wilt wijzigen (punt 4; fabrieksinstelling 1 s), resp. als aanwezige geluidsregistraties moeten worden weergegeven (punt 5). Als dit niet het geval is, kunt u doorgaan met punt 6. 4. Kies in de regel DURATION de gewenste standtijd 5. Kies in de regel AUDIO of evt. aanwezig geluid moet worden afgespeeld. 6. Het starten van de presentatie vindt plaats met de regel START.
Wissen van alle markeringen – CANCEL ALL 3. Roep het bijbehorende zoeker-/monitorbeeld op en volg de overige menu-aanwijzingen. Opmerking: De knipperende, naar rechts wijzende pijl verschijnt alleen als er markeringen zijn. Als er geen zijn, is de toegang tot het submenu en de overige bedieningsstappen niet mogelijk. • In de zoeker/monitor verschijnt eerst het submenu voor het opheffen van alle DPOF-markeringen voor de presentatie, na het verlaten van het menu het oorspronkelijke zoeker-/monitorbeeld.
Gegevensoverdracht naar een computer/printen via een directe verbinding met een printer De LEICA DIGILUX 2 is compatibel met de volgende besturingssystemen: • Microsoft® Windows®: Windows® 98, Windows® ME, Windows® 2000 met ServicePack 4, Windows® XP met ServicePack 1 • Apple® Macintosh®: Mac® OS 9, Mac® OS X Voor de gegevensoverdracht en de afstandsbediening van de camera via een computer, evenals het direct afdrukken van opnamen zijn verschillende modi beschikbaar.
Opmerkingen: • Wanneer de camera op een computer is aangesloten, worden beeld en geluid niet via de A/V OUT/ REMOTE-uitgang (1.34) uitgegeven. • Meer bijzonderheden kunt u ontlenen aan de extra bijgevoegde informatie over de aansluiting op computers. • De camera is met een USB-poort voor hoge snelheid (USB 2.0) uitgerust. Dit maakt zeer snelle gegevensoverdracht naar computers met dezelfde poort mogelijk. Bij computers die slechts met een USB 1.
7. zet de camera op weergavemodus (niet op opnamemodus!) en 8. sluit deze met de meegeleverde USB-kabel (F) op een vrije USB-bus van uw computer aan. De camera wordt daarbij automatisch als extra ”wisselstation” herkend. Daarin bevindt zich de map ”DCIM” en de directory waarin de beelden zijn opgeslagen, bijv. ”100LEICA”. 9. Van daaruit kopieert u nu zoals gebruikelijk in Windows® -Verkenner de beeldbestanden naar een willekeurige map op uw harde schijf. Met Windows® ME, Windows® 2000, Windows® XP 1.
Met Mac® OS X 1. Zet de LEICA DIGILUX 2 op de USB-modus PTP (zie o.) en 2. sluit deze met de meegeleverde USB-kabel (F) op een vrije USB-bus van uw computer aan. 3. De computer start een wizard voor toegang tot de camera. 4. U kunt nu iPhoto® of een ander compatibel programma selecteren om de gegevens naar de computer te kopiëren, resp. te bewerken. Opmerking: De beeldbestanden kunnen op andere computers met een optionele card-reader voor SDgeheugenkaarten worden ingelezen.
• Het submenu verschijnt. 6. Kies door het indrukken van de linker- of rechterrand van de kantelknop de gewenste opname. 7. Roep door indrukken van de onderrand van de kantelknop het volgende monitorbeeld op. De volgende bedieningsstap is alleen nodig als u meer dan één kopie van de gekozen opname wilt afdrukken. Als dit niet het geval is, kunt u direct doorgaan met punt 10. 8. Druk op de bovenrand van de kantelknop om in de regel COUNT te komen.
Het Epson PIM-(Print Image Matching-) formaat Met Print Image Matching kunnen in elk digitaal beeld opdrachten voor de drukstijl worden geïntegreerd. Deze gegevens worden door de camera op het tijdstip van de opname vastgelegd. Het gaat hierbij om het wereldwijd eerste systeem van dit type. De printers bieden de fotograaf met uitgekiende driversoftware totale controle over de drukkwaliteit.
Installatie 1. Leg van de 3 meegeleverde cd-rom’s (L) die met de titel ”LEICA Digital Camera Software” in de drive van uw computer. Vervolgens wordt de installer automatisch gestart (mits u de functie AUTORUN niet vooraf in de Windows® -instellingen hebt uitgeschakeld). Anders opent u uw cd-drive in Windows® Verkenner en start u de installer door op het bestand ”Setup.exe” te dubbelklikken. 2. Kies de gewenste taal. 3.
Andere zaken Accessoires vebatterij en -geheugenkaart kunnen worden ondergebracht (Best. nr. 18 627). Kabelontspanner De kabelontspanner LEICA CR-DC1 maakt het mogelijk de LEICA DIGILUX 2 op een afstand van 90 cm te ontspannen, bijv. om een veilige afstand of een uitwijkmogelijkheid bij opnamen van dieren in te bouwen. Voor de verbinding wordt de verbindingsstekker in de AV OUT/REMOTE-bus van de camera (1.35) gestoken. De functie van de ontspanner komt precies overeen met die van de camera-ontspanner (1.
Opbergen van de camera Wanneer u de camera langere tijd niet gebruikt, is het raadzaam 1. deze uit te schakelen (zie pag. 120), 2. de geheugenkaart te verwijderen (zie pag. 119) en 3. de batterij te verwijderen (zie pag. 117), (na uiterlijk 24 uur, de gebruiksduur van de geïntegreerde bufferbatterij, gaan de ingevoerde tijd en datum verloren, zie pag. 124).
Condens • Als zich condens op of in de camera heeft gevormd, moet u deze uitschakelen en ongeveer 1 uur bij kamertemperatuur laten liggen. Als kamer- en cameratemperatuur gelijk zijn, verdwijnt de condens vanzelf. Onderhoud Voor de camera • Trek de stekker van de net-/laadadapter voordat u de camera schoonmaakt. • Reinig de camera uitsluitend met een zachte, droge doek. Hardnekkig vuil moet eerst met een sterk verdund afwasmiddel worden bevochtigd – en vervolgens met een droge doek worden afgeveegd.
Voor geheugenkaarten • Zolang een opname wordt opgeslagen of de geheugenkaart wordt uitgelezen, mag deze niet worden verwijderd, de camera mag niet worden uitgeschakeld en niet aan trillingen worden blootgesteld. • Geheugenkaarten moeten voor de veiligheid in principe uitsluitend in het meegeleverde gele, antistatische foedraal worden bewaard. • Bewaar geheugenkaarten niet waar ze aan hoge temperaturen, direct zonlicht, magneetvelden of statische ontlading zijin blootgesteld.
Waarschuwingen NO MEMORY CARD (geen geheugenkaart geplaatst) Plaats een geheugenkaart THIS MEMORY CARD IS PROTECTED (geheugenkaart is tegen wissen beschermd) Reset de schakelaar voor de schrijfbeveiliging van de geheugenkaart. NO VALID IMAGE TO PLAY (geen leesbaar beeldbestand aanwezig) Er zijn geen opnamen op de geplaatste kaart opgeslagen. Voor weergave moeten eerst nog opnamen plaatsvinden of een andere kaart met opgeslagen opnamen worden geplaatst.
Storingen en oplossingen 1. De camera reageert niet op het inschakelen. 1-1 Is de batterij juist geplaatst, resp. de net-/laadadapter juist aangesloten? 1-2 Is de batterijconditie voldoende? Gebruik een opgeladen batterij. 2. Onmiddellijk na het inschakelen schakelt de camera zichzelf weer uit. 2-1 Is de batterijconditie voldoende voor de werking van de camera? Laad de batterij of plaats een opgeladen batterij.
Index Accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 180 AF, zie afstandsinstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 131 Afstandsinstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 131 automatische scherpstelling/autofocus . . . . . . . . 131 dichtbij-autofocus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 132 handmatige scherpstelling . . . . . . . . . . . . . . . . 133 loepfunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133 meetwaardegeheugen . . .
menutaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124 menusturing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 122 monitor, zie zoeker en monitor . . . . . . . . . . . . . . . . 121 netvoeding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 118 onderdelen, benaming van de . . . . . . . . . . . . . . . . 104 onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 182 ontspanner . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Apparaatbeschrijving en technische gegevens 188 / Technische gegevens Camera Opnametype/-formaat Digitale camera, 2/3” CCDsensor met 5,24 milj. pixels, 5 milj. effectief Resolutie Naar keuze: 2560 x 1920, 2048 x 1536, 1600 x1200, 1280x960, 640x 480, 1920 x1080 (HDTV) pixels (beeldpunten), 320x240 bij video-opnamen. Opnamedata-compressiegraden Naar keuze: zeer lage, lage, normale datacompressie, opslag ruwe gegevens. Dataregistratie Stilstaande beelden: conform JPEG-, TIFF-(RGB-), en DPOF-Standards.
Flitsprogramma’s O automatische flitsinschakeling (niet met belichtingsprogramma M), E automatische flitsinschakeling met voorflits (niet met belichtingsprogramma M, resp.