User manual
Littfinski DatenTechnik (LDT)
Gebruiksaanwijzing
Light-Power-Module
voor de lichtaansturing
Light@Night en Light-DEC
Light-Power-F Art.-Nr.: 050062
>> Gebouwde module <<
Tenminste één Light-Power-module en één Light-Interface
(LI-LPT of LI-LAN), vormen tezamen de hardware voor de
PC-modelbaan-lichtaansturing Light@Night.
De Light-Power module heeft 24 licht uitgangen met een
stroom belasting van 2,5 Ampere per uitgang.
De lichteffecten (neonlampen, inzetknipperlicht, looplicht,
verkeerslichten en nog veel meer) kunnen aan ieder van de 24
uitgangen individueel worden toegewezen.
Geschikt voor analoge en digitale modelspoorbanen.
Dit product is geen speelgoed! Niet geschikt voor kinderen jonger dan 14 jaar. Het
bouwpakket bevat kleine onderdelen. Daarom buiten bereik houden van kinderen
onder 3 jaar! Bij verkeerd gebruik bestaat gevaar voor verwonding door scherpe
randen en punten! Bewaar deze gebruiksaanwijzing a.u.b. op een veilige plaats.
CE Art.-Nr.:
146 40 20
Voorwoord / veiligheidsaanwijzingen:
U hebt voor uw modelspoorbaan de Light-Power-module voor
de lichtaansturing Light@Night en Light-DEC uit het
assortiment van Littfinski DatenTechnik (LDT) aangeschaft.
Wij wensen u veel plezier met dit product!
• Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. Bij schade,
die door het niet opvolgen van de handleiding ontstaat,
vervalt de aanspraak op garantie. Voor latere schades, die
daaruit voortkomen, zijn wij niet aansprakelijk.
U krijgt op de module 24 maanden garantie (geldt alleen voor
gebouwde modules).
Light-Power-module aansluiten:
• Belangrijk: Voer alle aansluitwerkzaamheden uit, bij een
uitgeschakelde modelspoorbaan en uitgeschakelde PC
door (transformatoren en schakelende netvoedingen uit
te schakelen of de netstekkers er uit te trekken).
Verbind de Light-Power-module over de 10-polige stifttenlijst
met de Light-Interface (LI-LPT of LI-LAN), de Light-DEC-
Basis module of de reeds aanwezige Light-Power- of Light-
Display -modulen.
De stiftenlijst mag niet verschoven worden ingestoken in de
stekkerbussenlijst.
De modules zijn correct samengestoken, wanneer de
printplaten boven en onder strak aansluiten. Afbeelding 1 op
de volgende pagina toont, hoe de modules correct zijn
samengestoken.
De Light-Power- en Light-Display modulen hoeven niet direct
in elkaar te worden gestoken. Het is ook mogelijk, deze mbv. de
„Kabel L@N“ of mbv. een afgeschermde „Kabel Patch“ (vanaf
Light-Power versie 1.2 en Light-Display versie 1.7) met
elkaar te verbinden.
De Light-Power module heeft 24 uitgangen, die elk met 2,5
ampere belast kunnen worden. Door de hoge uitgangstroom
zijn ze heel geschikt om zeer veel lampjes op de modelbaan,
bijvoorbeeld lichtmasten in een straat, gelijktijdig te
schakelen.
De Light-Power module en Light@Night:
De PC-modelbaan-lichtaansturing Light@Night bestaat uit
een Light-Interface (LI-LPT of LI-LAN) en vanaf PC-
softwareversie 2.0 uit ten hoogste 7 Light-modulen met
maximaal 280 licht uitgangen. Daarbij kunnen de Light-Power-
en Light-Display-modules ook gemengd worden gebruikt.
Light-Display-modules hebben telkens 40 uitgangen. Iedere
uitgang kan met maximaal 0,5 Ampère worden belast.
De Light-Power-Modul en Light-DEC:
Met een Light-DEC-Basis module kunnen tot 160 licht
auitgangen over maximaal 7 Light modulen worden
aangestuurd. Daarbij is het mogelijk, de Light-Power- en de
Light-Display modulen naar behoefte te combineren. De
Light-Display module heeft 40 uitgangen, die elk 0,5 ampere
stroom kunnen leveren.
Zijn er meer dan 160 lichtuitgangen nodig, dan kunnen
meerdere Light-DEC-Systemen worden geinstalleerd.
Light-Power-Module van spanning voorzien:
De Light-Power-module moet met een gelijkspanning van 12
tot 24 Volt worden gevoed. Daartoe wordt de pluspool van de
gelijkspanning met een van de plusklemmen van de Light-
Power-module verbonden.
Welke van de vier plusklemmen u daarvoor kiest speelt geen
rol, omdat alle plusklemmen op de Light-Power-module met
elkaar verbonden zijn.
Zoals afbeelding 1 op de volgende pagina van deze
handleiding laat zien, wordt dan de minpool van de
gelijkspanning met alle klemmen verbonden, die met „-„
zijn gekenmerkt. Dit is noodzakelijk, zodat bij hoge
stroombelasting de printsporen van de Light-Power-module
niet worden beschadigd.
De hoogte van de gelijkspanning die u kiest, hangt natuurlijk
ook af van de gebruikte modelbaanlampjes, die u aansluit op
de Light-Power-module. Meestal zijn de modelbaanlampjes
geschikt voor een spanning van 16 Volt.
Voedt u de Light-Power-module uit een gelijkspannings-
transformator of beter nog uit een schakelend
netvoedingsappararaat (afbeelding 2), die beduidend hogere
stromen kan leveren. Passende schakelende
netvoedingsaparaten die bijvoorbeeld 15 V leveren, hebben
Conrad- (www.conrad.nl) en Reichelt Electronic
(www.reichelt.de) in het assortiment.
Houd er rekening mee, dat u de kabels afhankelijk van de
stroombelasting toereikend dimensioneert. Tabel 1 op de
volgende pagina toont de samenhang tussen de
stroomsterkte, kabeldoorsnede en kabellengte.
Verlichting aansluiten:
De gemeenschappelijke pool voor alle lampjes is de
pluspool. Deze wordt aan de vier plusklemmen van de Light-
Power-module ter beschikking gesteld. Alle verbruikers worden
over de 24 uitgangen van de Light-Power-module tegen min
geschakeld. De maximale stroom per uitgang mag 2,5
Ampère bedragen.
IN
OUT