User manual
DigitalBooster DB-4 – Handboek
- 11 -
Gebruikt u een grotere en daarmee mechanisch en elektrisch robustere
spoorwijdte, dan verwijdert u evt. de stekkerbrug J5, om aan de betreffende
boostersectie, die door de DigitalBooster DB-4 wordt gevoed, een maximale
digitaalstroom van 4,5 Ampère te leveren.
6.2. Dataformat voor WatchDog- en in-/uitschakelfunctie selecteren:
Af fabriek is de stekkerbrug J4 gestoken. De WatchDog- en de in-
/uitschakelfunctie kunnen met deze instelling door uw modelbaansoftware resp. over
uw digitaalcentrale over het Märklin-Motorola-dataformat worden aangestuurd.
Mocht u voor de WatchDog- en de in-/uitschakelfunctie het DCC-dataformat
gebruiken, verwijder dan de stekkerbrug J4.
6.3. RailCom
®*
- ‚cutout’ genereren of onderdrukken:
Is stekkerbrug J3 gestoken, dan wordt de RailCom
®*
- ‚cutout’ gegenereerd.
Wordt stekkerbrug J3 verwijderd, dan wordt geen RailCom
®*
-‚cutout’ gegenereerd.
Alleen wanneer het dataformat voor de WatchDog- en de in-/uitschakelfunctie
op DCC is ingesteld (stekkerbrug J4 is verwijderd), kan mbv. stekkerbrug J3
worden bepaald, of de DigitalBooster DB-4 de RailCom
®*
- ‚cutout’ genereert of
onderdrukt.
6.4. Melding kortsluiting aan de centrale (Short Report):
Is de stekkerbrug J1 "Short Report" gestoken, dan meldt de DigitalBooster DB-4
een kortsluiting, die in zijn boostersectie is opgetreden, over de toegepaste boosterbus
verder aan de digitaalcentrale. De digitaalcentrale schakelt met ´t oog daarop alle
boosters af.
Beschikt uw modelbaansoftware over een zgn. booster-management, dan kan deze
verhinderen, dat bij een kortsluiting in een boostersectie de complete modelbaan
door de digitaalcentrale spanningsvrij wordt geschakeld.
De treinen blijven dan dus alleen in de boostersectie staan, waarin de kortsluiting is
opgetreden. In alle andere boostersecties gaat het bedrijf gewoon verder.
Om ervoor te zorgen dat de DigitalBooster DB-4 de kortsluiting niet aan de
digitaalcentrale meldt, verwijdert u de stekkerbrug J1.