User manual
MoistureFinder
11
NL
4
Materiaalkarakteristieken
3
Toepassingsaanwijzingen
- geleidende rubbercontacten volledig op het te meten
materiaal leggen en eventueel iets aandrukken voor een goed
contact
- oppervlak van het meetproduct dient vrij van stof en vuil te zijn
- minimale afstand van 5 cm tot metalen voorwerpen aanhouden
- metalen buizen, elektrische leidingen en wapeningsstaal kunnen
meetresultaten vervalsen
- metingen op meerdere meetpunten uitvoeren
Het meetapparaat beschikt over 4 selecteerbare
materiaalkarakteristieken. Kies vóór begin van
de meting - door indrukken van de MODE-
toets - het dienovereenkomstige materiaal.
5
Nat/droog ledweergave
Naast de numerieke weergave van de meetwaarde in % relatieve
materiaalvochtigheid, biedt de ledweergave een aanvullende,
materiaalafhankelijke evaluatie van de vochtigheid. Met toenemend
vochtgehalte verandert de ledweergave van links naar rechts.De
weergave met 12 leds is onderverdeeld in 4 groene (droog),
3 gele (vochtig) en 5 rode (nat) segmenten. Bij nat materiaal klinkt
bovendien een signaal.
De classiÖcatie ‚droog‘ betekent dat de materialen in een
verwarmde ruimte het evenwichtsvochtgehalte hebben
bereikt en in de regel geschikt zijn voor de verdere
verwerking.
!
M
o
istu
re
Fi
n
d
e
r
DRY
WE
T
MODE
HOLD
Screed cementestrik CT - C30 - F4 (NEN EN 13813)
Plaster gipspleister (machinepleister)
Soft-
wood
houtsoorten met geringe dichtheid: bijv. spar, den,
linde, populier, ceder, mahonie
Hard-
wood
houtsoorten met hogere dichtheid: bijv. beuk, eik, es,
berk










