Use Instructions
Table Of Contents
Bediening van het apparaat
21
nl
5.6 Plaatsen van de zuig-/spoelset
De zuig-/spoelslangset is verkrijgbaar als slangset voor eenmalig gebruik (zie
hoofdstuk 12 "Lijst met accessoires" ).
De slangset bestaat uit een twee insteekdoorns met beschermdoppen die via een
verbindingsstuk zijn aangesloten op de slangklem (3) en de Y-connector (4).
Daarmee wordt het toevoergedeelte verbonden met de spoelslang (5) die met
een ring op de rolslang (6) is aangesloten. De instrumentenslang (8) bevindt
zich op de drukkamer met membraan en transponder (7).
Om het steriele bereik te scheiden van het niet-steriele moeten de volgende ta-
ken worden toegewezen overeenkomstig het 'steriele personeel' resp. het 'niet-
steriele personeel'. De aangegeven nummers hebben betrekking op Afb. 5-6 "Ele-
Afb. 5-6 Elementen van de zuig-/spoel-
slangset
(1) Beschermdoppen
(2) Insteekdoorns
(3) Slangklemmen
(4) Y-connector
(5) Spoelslang
(6) Rolslang
(7) Drukkamer met membraan en
transponder
(8) Instrumentenslang
(9) Zuigventiel (blauw)
(10) Spoelventiel (wit)
(11) Zuig- en spoelbuis
(12) Trompetventiel
(13) Zuig- en spoelinstrument
(14) Zuigslang
(15) Verbinding met de zuigbak
S
I
(2)
(6)
(7)
(13)
(1)
(3)
(4)
(10)
(9)
(14)
(12)
(11)
(8)
(5)
(15)
Afb. 5-7 Plaatsen van de zuig-/spoelset
(2) Insteekdoorns
(3) Slangklemmen
(5) Spoelslang
(6) Rolslang
(7) Drukkamer met membraan en
transponder
(8) Instrumentenslang
(13) Zuig- en spoelinstrument
(15) Vloeistofzak
(16) Slangopname
(17) Zuigbak
(2)
(5)
(6)
(16)
(15)
(8)
(9)
(13)
(17)
(3)