Operation Manual

22
ONDERHOUD EN ZORG
Rijd niet met een leeg ruitensproeier-
reservoir: de ruitensproeiers zijn van funda-
menteel belang voor een optimaal zicht.
Enkele in de handel verkrijgbare ruitensproeier-
vloeistoffen zijn licht ontvlambaar. In de motor-
ruimte bevinden zich warme onderdelen die bij con-
tact de vloeistof kunnen doen ontbranden.
REMVLOEISTOF D-fig. 1
Draai de dop los: controleer of het remvloeistofniveau nog
op het maximum niveau staat. Het niveau mag nooit het
MAX-merkteken overschrijden. Als vloeistof moet worden
bijgevuld, dan raden wij u aan de remvloeistof te gebrui-
ken die staat vermeld in de tabel “Vloeistoffen en smeer-
middelen” in het hoofdstuk “Technisch” in dit supplement.
OPMERKING Maak de dop van het reservoir en het om-
ringende oppervlak zorgvuldig schoon.
Wees bij het openen van de dop bijzonder voorzichtig
zodat er geen vuil in het reservoir komt.
Gebruik voor het bijvullen altijd een trechter met een
ingebouwde filterzeef van maximaal 0,12 mm.
BELANGRIJK De remvloeistof is hygroscopisch (trekt
water aan). Daarom verdient het aanbeveling, als de
auto overwegend wordt gebruikt in gebieden met een
hoge luchtvochtigheid, de vloeistof vaker te vervangen
dan in het “Onderhoudsschema” staat aangegeven.
De remvloeistof is giftig en zeer corrosief.
Als per ongeluk remvloeistof wordt gemorst,
moeten de betreffende delen onmiddellijk
worden gewassen met water en neutrale zeep en
daarna met veel water worden afgespoeld. Bij in-
slikken dient onmiddellijk een arts te worden ge-
raadpleegd.
Voorkom contact tussen de zeer corrosieve
remvloeistof en de lak. Als remvloeistof wordt
gemorst, moet de lak onmiddellijk met
water worden afgespoeld.
Het symbool
π
op het reservoir geeft aan dat
synthetische remvloeistof en geen minerale
vloeistof moet worden gebruikt. Het gebruik
van minerale vloeistoffen moet absoluut worden
vermeden, omdat de rubbers in het remsysteem
door deze vloeistoffen worden beschadigd.
530.03.576 1.8DiTurboJet200 NL 5-6-09 10:14 Pagina 22