manual
DU
Om het waterreservoir en het deksel te reinigen, gebruikt u helder en lauw water om het risico op schimmelvorming te
voorkomen.
Droog het reservoir en het deksel af met een zachte en droge doek.
REINIGING EN ONDERHOUD VAN DE HOOFDEENHEID
Reinig de hoofdeenheid enkel met een vochtige doek.
REINIGING VAN DE KOOLSTOFFILTER
Om de opstapeling van stof te vermijden, moet u de koolstoffilter om de twee weken of, indien nodig, vaker reinigen.
• Als de koolstoffilter niet te vuil is, kunt u het stof met een kruimeldief verwijderen.
• Anders kunt de filter reinigen door deze gedurende 5 minuten in lauw water te weken.
• Laat de filter vervolgens aan de lucht drogen zonder deze aan warmtebronnen bloot te stellen.
PROBLEMEN EN OPLOSSINGEN
Gelieve onderstaande tabel te raadplegen wanneer het toestel disfunctioneert bij normaal gebruik:
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De ventilator en de
compressor werken
beiden niet
Geen stroom Het toestel is misschien niet correct aangesloten of uw
stroomvoorziening is defect
Het waterreservoir is vol
of slecht geplaatst
Maak het waterreservoir leeg en/of plaats het opnieuw in de
hoofdeenheid
De ventilator werkt,
maar de compressor
niet
De temperatuur in de
ruimte is te laag
Het luchtontvochtigingsprogramma stopt als de temperatuur
in de ruimte lager dan 5°C is
De vochtigheidsgraad in
de ruimte is te laag
De geselecteerde vochtigheidsgraad is hoger dan die in de
ruimte of is lager dan 40%
De compressor werkt
niet meer
De temperatuur ter hoogte van de condensator is lager dan
-5°C. De ontvochtigingsfunctie wordt uitgeschakeld en het
ontdooiingsprogramma wordt gestart voordat het toestel het
oorspronkelijke programma kan hervatten
Er komt geen lucht uit
het luchtuitlaatrooster
van het toestel
Het toestel staat op
de automatische
reinigingsstand
Na 30 minuten automatische reiniging komt er gedurende
enkele ogenblikken geen lucht meer uit het luchtuitlaatrooster
De filter is vuil Reinig de filter
Het toestel maakt veel
lawaai
Het toestel is slecht
geplaatst
Plaats het toestel op een stabiele en harde oppervlakte of
plaats een anti-trilmat onder de luchtontvochtiger.
De filter is vuil Reinig de filter
Het toestel ontvochtigt
niet of maar een beetje
De filter is te vuil Reinig de filter
De temperatuur is te laag Controleer de temperatuur in de ruimte
Het toestel blaast
warme lucht
/ De condensator blaast warme lucht. Het toestel is niet defect.
22