Operation Manual
2-6
Voorbereiding voor het gebruik > Onderdeelnamen
Bedieningspaneel
Aanraakscherm. Geeft de
toetsen weer voor het
configureren van de
apparaatinstellingen.
Brandt als er zich papier in de
takenscheiderlade bevindt.
Verwerken: Knippert tijdens het afdrukken of verzenden.
Geheugen: Knippert als het apparaat het faxgeheugen of het USB-
geheugen (algemeen gebruik) gebruikt.
Opgelet: Brandt of knippert wanneer een fout optreedt en een taak
wordt afgebroken.
Geeft het scherm Systeemmenu/Tellers
weer.
Geeft het scherm Status/
Taak annuleren weer.
Geeft het scherm Kopiëren
weer.
Geeft het scherm
Favorieten/Toepassing
weer.
Geeft het scherm voor
verzenden weer.
Geeft het scherm
Documentbox weer.
Geeft het scherm Fax
weer.
Selecteer de kleurmodus.
Auto kleur: herkent automatisch of een document kleur of zwart-wit
is en scant vervolgens het document.
Kleur: scant alle documenten in kleur.
Zwartwit: scant alle documenten in zwart-wit.
Geeft het scherm
Onderbreken om te kopiëren
weer.
Beëindigt de bediening
(meldt af) in het
beheerscherm.
Zet het apparaat in de
energiebesparende stand.
Zet het apparaat in de
slaapstand. Schakelt de
slaapstand uit.
Brandt als het apparaat
ingeschakeld is.
Cijfertoetsen.
Om cijfers en symbolen
in te voeren.
Wist ingevoerde nummers en
karakters.
Zet de instellingen terug in
hun oorspronkelijke stand.
Specificeert geregistreerde
informatie zoals
adresnummers en gebruiker-
ID's op nummer.
Annuleert of onderbreekt
de lopende afdruktaak.
Bevestigt de cijfers ingevoerd
met de cijfertoetsen en
bevestigt het scherm tijdens
het instellen van functies.
Werkt net als de [OK]-toets op
het scherm.
Start het kopiëren en
scannen en het verwerken
van instellingen.
Gereed voor Kopiëren. (Kleur)
Kopiëren Kopieën
Papier-
selectie
㪱㫆㫆㫄㪼㫅 㪛㫀㪺㪿㫋㪿㪼㫀㪻
㪛㫌㫇㫃㪼㫏 㪚㫆㫄㪹㫀㫅㪼㪼㫉 Sorteer/
verschuif
1-zijdig>>1-zijdig
Auto 100% Normaal 0
SorterenUit
㪝㫌㫅㪺㫋㫀㪼㫊
10:10
㪝㪸㫍㫆㫉㫀㪼㫋㪼㫅










