Operation Manual

5-12
Problemen oplossen > Storingen oplossen
Afdrukken met niet goed
aansluitende kleuren
Start [Kalibratie] op.
Start [Kleurregistratie] op.
Er doen zich verschuivingen
voor.
Start [Drum reinigen] op.
Druk op de toets Systeemmenu /
Tellers, [Instellen/Onderhoud],
[Service-inst.], [MC] en stel vervolgens
de instelwaarde hoger in. Stel de
instelwaarde 1 stap tegelijk hoger in
vanaf de huidige waarde. Als er geen
verbetering is nadat de waarde 1 stap
hoger is ingesteld, stel dan nog 1 stap
hoger in. Is er nog steeds geen
verbetering, keer dan terug naar de
oorspronkelijke waarde.
Een deel van het beeld is
tijdelijk onduidelijk of vaag.
Druk op de toets Systeemmenu /
Tellers, [Instellen/Onderhoud],
[Service-inst.], [MC] en stel vervolgens
de instelwaarde lager in. Zet de
instelwaarde 1 stap tegelijk lager in
vanaf de huidige waarde. Als er geen
verbetering is nadat de waarde 1 stap
lager is ingesteld, zet dan nog 1 stap
lager. Is er nog steeds geen
verbetering, keer dan terug naar de
oorspronkelijke waarde.
Er verschijnen onregelmatige
horizontale lijnen op de
afdruk.
Druk op de toets Systeemmenu /
Tellers, [Instellen/Onderhoud],
[Service-inst.], [MC] en stel vervolgens
de instelwaarde lager in. Stel de
instelwaarde 1 stap tegelijk lager in
vanaf de huidige waarde. Als er geen
verbetering is nadat de waarde 1 stap
lager is ingesteld, stel dan nog 1 stap
lager in. Is er nog steeds geen
verbetering, keer dan terug naar de
oorspronkelijke waarde.
De hoogte is 1500 m of hoger
en er verschijnen
onregelmatige horizontale
lijnen op de afdruk.
Druk op de toets Systeemmenu /
Tellers, [Instellen/Onderhoud],
[Service-inst.], [Hoogte-inst.] en
selecteer vervolgens [Hoog 1]. Is er
nog steeds geen verbetering, wijzig de
waarde dan naar [Hoog 2].
Probleem Controlepunten Mogelijke oplossing Referentie-
pagina