Operation Manual

5-10
Problemen oplossen > Storingen oplossen
De afdrukken hebben een
moiré-patroon (groepjes
stippen in een patroon en niet
gelijk uitgelijnd).
Is het origineel een fotoafdruk? Stel de beeldkwaliteit in op [Foto]. 3-55
De afdrukken zijn niet
duidelijk.
Heeft u de juiste beeldkwaliteit voor
het origineel gekozen?
Selecteer de juiste beeldkwaliteit. 3-55
De afdrukken zijn vuil. Is de glasplaat of de documenttoevoer
vuil?
Reinig de glasplaat of de
documenttoevoer.
5-7
Start [Reinigen laserscanner] op.
De afdrukken zijn vaag. Wordt het apparaat in een zeer
vochtige omgeving gebruikt?
Gebruik het in een omgeving met een
geschikte vochtigheid.
1-3
Als het probleem zich regelmatig
voordoet, schakel dan de
cassetteverwarmerschakelaar in.
2-4
Start [Drum reinigen] op.
De afdrukken zijn scheef. Zijn de originelen goed geplaatst? Wanneer u originelen op de glasplaat
legt, lijn ze dan uit tegen de
aanduidingsplaten voor het
origineelformaat.
3-7
Wanneer er originelen in de
documenttoevoer worden geplaatst,
moeten de breedtegeleiders van de
originelen goed worden uitgelijnd
voordat u de originelen plaatst.
3-8
Is het papier goed geplaatst? Controleer de positie van de
papierbreedtegeleiders.
3-2
Voer een middenlijnaanpassing uit.
Voor meer informatie over de
procedure, neem contact op met uw
servicevertegenwoordiger.
Er treden vaak
papierstoringen op.
Is het papier goed geplaatst? Plaats het papier op de juiste manier. 3-2
Is de papiersoort geschikt? Is het
papier in goede staat?
Haal het papier uit, draai het om en
plaats het opnieuw.
3-2
Is het papier gekruld, gevouwen of
gekreukt?
Vervang het papier. 3-2
Zitten er losse stukjes papier of zit er
vastgelopen papier in het apparaat?
Verwijder alle vastgelopen vellen en
stukjes papier.
5-26
De afdrukken zijn gekreukt. Is het papier vochtig? Vervang het papier. 3-2
Als het probleem zich regelmatig
voordoet, schakel dan de
cassetteverwarmerschakelaar in.
2-4
Probleem Controlepunten Mogelijke oplossing Referentie-
pagina