Operation Manual
Voorbereiding voor het gebruik
2-17
2
TCP/IP (IPv4) instellen (door het invoeren van IP-adressen)
Stel TCP/IP in om verbinding te maken met het Windows-netwerk. Stel de IP-adressen, subnetmaskers en
gateway-addressen in. De standaardinstellingen zijn "TCP/IP-protocol: Aan, DHCP: Aan, Bonjour: Uit, Auto-IP:
Aan".
OPMERKING: Vraag voor u een IP-adres instelt aan uw netwerkbeheerder of het invoeren van een IP-adres
vereist is voor uw netwerkomgeving. Als het invoeren vereist is, vraag uw netwerkbeheerder dan om voor u
een IP-adres te verkrijgen.
Volg de onderstaande stappen om TCP/IP (IPv4) in te stellen.
1 Druk op de toets Systeemmenu/Tellers op het
bedieningspaneel van het apparaat.
Als u gebruikersbeheer uitvoert en u bent niet
aangemeld, dan verschijnt een
aanmeldingsscherm. Voer vervolgens de
Aanmeldingsgebruikersnaam en het
Aanmeldingswachtwoord in.
OPMERKING: Raadpleeg Invoermethode voor
karakters op Appendix-5 voor meer informatie over het
invoeren van karakters.
2 Druk in het menu Sys. menu/Teller op de toets
of om [Systeem] te selecteren en druk
vervolgens op de toets OK.
BELANGRIJK: Om de instellingen uit te voeren moet u
aangemeld zijn met een Aanmeldingsgebruikersnaam
met beheerdersrechten.
De standaardinstellingen voor de
Aanmeldingsgebruikersnaam en het
Aanmeldingswachtwoord zijn allebei "2600".
Als u aangemeld bent met een
Aanmeldingsgebruikersnaam zonder
beheerdersrechten, dan verschijnt het scherm Enkel
beheerder. en wordt teruggekeerd naar het stand-by-
scherm.
Aanmeld.gebr.nm:
L
b
********************
Aanmeld.wachtw.:
[ Login ]
Sys. menu/Teller.:
a
b
1
Rapport
2
Teller
*********************
[ Einde ]
3
Systeem
Enkel beheerder.