Operation Manual
Problemen oplossen
5-3
5
Wazige of
onduidelijke
afdrukken
Staat het apparaat ingesteld
op Automatische dichtheid?
Stel het juiste dichtheidsniveau in
voor automatische dichtheid.
—
Staat het apparaat ingesteld
op Handmatige dichtheid?
Selecteer het juiste
dichtheidsniveau.
—
Is de toner gelijkmatig
verdeeld in de
tonercontainer?
Schud de tonercontainer een
aantal keren heen en weer.
—
Staat er een bericht dat er
toner moet worden
toegevoegd?
Vervang de tonercontainer. —
Is het papier vochtig? Vervang het papier. 2-27
Is de EcoPrint-functie
ingeschakeld?
Schakel de EcoPrint-functie uit. —
— Let erop dat de
papiersoortinstelling klopt voor het
gebruikte papier.
—
— Doe een kleurkalibratie door het
apparaat uit en dan weer aan te
zetten of via het bedieningspaneel.
—
— Probeer de kleurinstellingen aan te
passen via het
printerstuurprogramma.
—
— Start [MC] en stel de instelwaarde
lager in. Zet de instelwaarde 1 stap
tegelijk lager in vanaf de huidige
waarde. Als er geen verbetering is
nadat de waarde 1 stap lager is
ingesteld, zet dan nog 1 stap lager.
Is er nog steeds geen verbetering,
keer dan terug naar de
oorspronkelijke waarde.
—
De afdrukken zijn te
donker.
Staat het apparaat ingesteld
op Automatische dichtheid?
Stel het juiste dichtheidsniveau in
voor automatische dichtheid.
—
Staat het apparaat ingesteld
op Handmatige dichtheid?
Selecteer het juiste
dichtheidsniveau.
—
— Voer een kleurkalibratie uit via het
bedieningspaneel.
—
De kopieën hebben
een gevlamd patroon
(groepjes stippen in
een patroon en niet
gelijk uitgelijnd).
Is het origineel een
fotoafdruk?
Stel de beeldkwaliteit in op [Foto]. —
Probleem Controlepunten Mogelijke oplossing Pagina